Dark
Light

Sjiieten en sjiisme – Stroming binnen de islam

Kenmerken en verschillen met soennisme
Auteur:
2 minuten leestijd
Sjiieten en sjiisme - Imam Alimoskee in Najaf, Irak (cc - U.S. Navy)

Het sjiisme is een van de twee grote hoofdstromen binnen de islam, naast het soennisme. Ongeveer 10 à 15 procent van de islamieten is sjiiet, terwijl 85 à 90 procent van de moslims soennitisch is.

Het sjiisme is dominant in Iran, maar komt ook voor in andere landen. Zoals Azerbeidzjan, Irak en Bahrein. En in landen als Pakistan, India, Syrië, Afghanistan, Jemen, Libanon en Turkije.

Kenmerken van het sjiisme

Het begrip sjiisme (in het Arabisch: الشيعة en in het Perzisch: شیعه) betekent letterlijk ‘volgeling van Ali’.

Het onderscheid tussen de twee hoofdstromen van de islam, het soennisme en het sjiisme houdt dan ook verband met een verschil van opvatting over de opvolging van Mohammed. Sjiieten geloven in een bloedverwantschap tussen Mohammed en diens opvolgers. Zij geloven dat Mohammed zelf Ali ibn Aboe Talib (ca. 598-661) – de neef van Mohammeds neef – als eigen opvolger heeft aangewezen. De sjiieten keren zich tegen het soennitische geloof in de eerste drie kaliefen Aboe Bakr, Omar I en Oethman ibn Affan.

Soennieten daarentegen geloven niet dat Mohammed gedurende zijn leven een opvolger aanwees, noch richtlijnen heeft gegeven hoe een opvolger dient te worden gekozen. Zij erkennen kaliefen als Mohammeds opvolgers, onder wie de zojuist genoemde drie namen. Soennisme en sjiisme waren vanaf 680, na de Slag bij Kerbala, twee officieel geschieden geloofsstromen in de islam.

Drie hoofdstromingen binnen het sjiisme

Mohammed al-Mahdi's naam op een moskee
Mohammed al-Mahdi’s naam op een moskee
Binnen het sjiisme bestaan drie hoofdstromingen. De eerste groep zijn de Ithna ashri, ofwel ‘Twaalvers’. Sinds Ali hebben zij nog elf andere imams erkend. De twaalfde en laatste imam, Mohammed al-Mahdi (868-?), zal volgens deze sjiieten aan het eind der tijden terugkeren en een rechtvaardig rijk stichten. De twaalvers komen als meerderheid veel voor in de landen Azerbeidzjan, Irak, Iran, Bahrein en Libanon.

Een tweede groepering sjiieten wordt gevormd door het ismaïlisme, ofwel ‘Zeveners’. Zij erkennen slechts zeven imams sinds Ali. Deze groep is kleiner dan de Ithna ashri, maar wel behoorlijk invloedrijk geweest, met name tijdens de periode van het Fatimidenrijk (909-1171). Zeveners zijn (als minderheid) veel te vinden in Pakistan en in het Kasjmir-gebied in India.

Een derde groep heet Zaidiyya, ofwel ‘de vijvers’, die dus vijf imams erkennen. Deze vrij tolerante en gematigde groep is vooral te vinden in Jemen en in het zuidwesten Saoedi-Arabië.

Naast deze drie hoofdstromingen onder sjiieten, bestaan er nog subgroepen die van het sjiisme zijn afgesplitst of afgeleid. De belangrijkste zijn de Alawieten, Alevieten, Droezen (Druzen) en Shabakken. Ook is er binnen het zogeheten Jedizisme sprake van sjiitische religieuze invloeden.

Boek: In het huis van de islam – Henk Driessen e.a.

Bronnen

-Prisma van de islam
-https://historianet.nl/maatschappij/godsdienstgeschiedenis/wat-is-het-verschil-tussen-sjiieten-en-soennieten
-https://www.britannica.com/topic/Shiite
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Sjiisme
×