Aeolus is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is door Zeus aangesteld als de bewaarder der winden. Aeolus speelt onder meer een rol in het episch dichtwerk Odyssee van de Griekse dichter Homerus.
Aeolus is de zoon van Hippotes en koning van het mythische eiland Aeolia. Homerus vermeldt dat de koning het leven schonk aan twaalf kinderen, zes jongens en zes meisjes, die hij aan elkaar uithuwelijkte. In een grot op Aeolia bewaakte de koning de verschillende winden: de noordenwind Boreas, zuidenwind Notos, oostenwind Eurus en westenwind Zephyros. Geregeld liet hij deze winden echter ook tijdelijk los, soms op bevel van de goden, waarna een stevige storm opstak. Volgens Ovidius woonde Aeolus bij de Liparische eilanden, enkele vulkanische eilanden ten noordwesten van Sicilië.
Oddyseus
Aeolus speelt als gezegd een rol in de mythe van Odysseus zoals beschreven in de Odyssee. Als de held Odysseus na de Trojaanse oorlog huiswaarts wil keren, stuit hij op allerlei problemen. Onderweg krijgt hij het bijvoorbeeld aan de stok met de cycloop Polyphemus, een reus met één oog die enkele van zijn mannen verslindt. Nadat Odysseus dankzij een list aan de reus heeft weten te ontsnappen, trekt hij met zijn overgebleven mannen verder en belandt hij op het eiland Aeolia. Daar wordt hij gastvrij ontvangen door Aeolus die alles wil horen over de Trojaanse oorlog. Na een maand laat Odysseus weten zijn reis graag voort te zetten. Aeolus geeft de held bij het afscheid dan een leren zak kado waarin alle winden zijn verborgen. Deze wordt stevig dichtgebonden met zilverdraad en verstopt in het ruim. Daarna laat Aeolus een gunstige wind opsteken die Odysseus en zijn schip probleemloos richting het thuisland Ithaka blaast.
Als het schip dichtbij de bestemming is en de mannen aan boord de lichten van de kustwacht al kunnen zien branden, besluit de vermoeide Odysseus een klein dutje te doen. Zijn manschappen beginnen dan te babbelen en wijzen elkaar jaloers op dat Odysseus huiswaarts keert met allerlei schatten maar dat ze zelf met lege handen terugkeren. Argwanend kijken ze ook naar de leren zak die hun aanvoerder van Aeolus meekreeg. Ze zijn ervan overtuigd dat die vol goud en zilver zit en nieuwsgierig besluiten de mannen de zak te openen. Onmiddellijk vliegen de winden weg en wordt het schip door hevige orkaanwinden alle kanten opgeblazen. Uiteindelijk belanden de mannen weer precies op de plek waar ze vandaan kwamen: het eiland Aeolia. Odysseus wendt zich dan beschaamd opnieuw tot koning Aeolus, die verbaasd is de Grieken weer te zien. Homerus:
Wat moest ik, rampzalige, antwoorden? En stamelend zei ik: “Aan twee dingen wil ik dit ongeluk toeschrijven: aan de dwaasheid mijner manschappen en een slapende gezagvoerder. Maar kunt gij, mijn vrienden, het onheil niet keren? Ongetwijfeld valt u dit licht.”
Aeolus is Odysseus echter niet meer zo goed gezind en is absoluut niet van plan de onverwacht teruggekeerde gast opnieuw te helpen. Woedend spreekt hij:
“Ingerukt van mijn eiland, en vlug! Als geen ooit ter wereld hebt gij de goden vergramd! En geenszins wens ik gastvrijheid te verlenen aan wie door de onsterfelijken veracht wordt. Dat hij hier weer zijt, is het duidelijkste bewijs van hun onverzoenlijke haat. Héén, zeg ik, en met spoed!”
De Heer der Winden weigert Odysseus en zijn mannen nogmaals de goede richting in te blazen.
Geomorfologie
In de bodemkunde kennen we vandaag de dag nog het eolisch proces. Dit naar Aeolus vernoemde begrip vewijst naar de situatie waarbij een stuk grond vorm krijgt door de werking van de wind. Dit is bijvoorbeeld het geval bij duinen of paddenstoelrotsen die men in sommige woestijnen aantreft.
Boek: Griekse mythen, Romeinse sagen
Bronnen ▼
-Geïllustreerde Griekse mythologie encyclopedie – Guus Houtzager (R&B, 2005) p.181
-Griekse mythen en sagen – Gustav Schwab (Spectrum. 2012) p.314-315
-Odyssea – Homeros (vertaling Frans van Oldenburg Ermke, 1959) p.533-534