De afscheidswedstrijd van ‘Mister Ajax’ Sjaak Swart werd wél een succes

4 minuten leestijd
Sjaak Swart met lauwerkrans voorafgaand aan de afscheidswedstrijd in het Olympisch Stadion, 8 augustus 1973
Sjaak Swart met lauwerkrans voorafgaand aan de afscheidswedstrijd in het Olympisch Stadion, 8 augustus 1973 (CC0 - Bert Verhoeff / Anefo - wiki)
Het Olympisch Stadion in Amsterdam en de sport in zijn algemeenheid spelen al ruim zeventig jaar een belangrijke rol in het leven van oud-sportjournalist Bab Barens. In zijn boek Mijn Olympisch Stadion, bundelt hij verhalen over het stadion, dat hij als zijn tweede thuis beschouwt. Op Historiek publiceren we enkele fragmenten. In onderstaand verhaal aandacht voor het afscheid van voetballer Sjaak Swart.

Dag Sjaak Swart

Het afscheid van Sjaak Swart op 8 augustus 1973 in het Olympisch Stadion tegen het Engelse Tottenham Hotspur was veel beter en gezelliger dan dat van Johan Cruijff, zoals later zou blijken. Hoe mooi de Swart-benefietwedstrijd ook was, Sjaak (35) wilde, na zeventien seizoenen in het eerste van Ajax en 603 officiële wedstrijden, eigenlijk helemaal nog niet stoppen met voetballen. Hij vond dat zijn lijf nog fit genoeg was om op het allerhoogste niveau gemakkelijk mee te kunnen. Maar zijn opvolger, de jonge eenentwintigjarige Johnny Rep, stond al in de startblokken…

Programmaboekje bij de afscheidswedstrijd van Sjaak Swart
Programmaboekje bij de afscheidswedstrijd van Sjaak Swart – Foto auteur
Niemand bij Ajax, geen trainer, speler of bestuurder wilde Sjaak vertellen dat het tijd werd om plaats te maken voor Johnny Rep. Uiteindelijk was het zijn ploegmakker Henk Groot die het tegen hem durfde te zeggen: ‘Sjaak, het is mooi geweest.’ Henk Groot, zijn oud-ploeggenoot, die zijn eigen carrière, door een doodschop van de Poolse speler Zygfryo Soltysik tegen zijn knie in 1969, vroegtijdig zag eindigen, had zich bereid verklaard om Sjaak de kwaaie boodschap over te brengen.

Sjaak had zich voorgenomen om tegen The Spurs “de hele wereld” nog even te laten zien dat hij nog als de beste kon dribbelen, schieten en koppen. Hij had zich weken van tevoren in het Amsterdamse Bos, hijzelf noemde het nog altijd Het Bosplan, afgebeuld. Sjaak deed te veel en trainde zich over de kop, raakte geblesseerd aan zijn dijbeen en dat dwong hem tot een bijrol in zijn eigen afscheidsshow. Dokter John Rolink van Ajax wist wel een oplossing en had vlak voor de wedstrijd een spuit in de plek gezet. Helaas voelde de voetballer bij een van de “Sjaak-bewegingen” echter weer iets knappen in zijn linker bovenbeen. Hij was zijn directe tegenstander al voorbij, wilde aanzetten voor een versnelling, maar voelde toen een hevige pijnscheut. De tranen van pijn en teleurstelling sprongen in zijn ogen. Hij had zo graag nog eenmaal aan iedereen willen laten zien: “Dát is Sjakie”.

In het programmablad Dag Sjaak liet volkszangeres tante Leen met veel gevoel optekenen:

Sjaak is mijn lekkere schat. Hij is buiten het voetballen ook zo menselijk en wat moet ik nog meer van zo’n “sjeintje” (koosnaam) zeggen?

Toen Sjaak voortijdig werd gewisseld, stroomde het veld van het stadion vol en werd hij door Piet Keizer en Ruud Krol op de schouders genomen. Hij moest, zoals hij later vertelde, menig traantje laten. De Londenaren toonde zich beleefde gasten op Sjakies feest en stonden binnen een half uur met 4-0 achter. Johan Cruijff schitterde voor het oog van een Barcelona-delegatie die de beste voetballer van de wereld kwam kopen. Sjaak zei later:

Wat speelde Johan geweldig die wedstrijd. De toeschouwers stonden op de banken. Het was daarna niet zo moeilijk meer voor Barcelona om hem binnen te halen.

Met uitzondering van het afscheid van Sjaak was de galavoorstelling tegen The Spurs ook het vaarwel voor het geweldige Ajax. Vlak na de afscheidswedstrijd van Sjaak vertrok Cruijff dus richting Barcelona waar hij op 5 september 1973 in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Club Brugge zijn debuut maakte en twee keer scoorde.

Mijn Olympisch Stadion - Bab Barens
 
Met het Olympisch Stadion was Sjaak Swart echter nog niet klaar. Op zijn vijfenzeventigste verjaardag (3 juli 2013) was hij weer terug op “heilige grond”. Een heuse erewedstrijd, tussen de vele oud-Ajaxspelers met vreugde en nostalgie, werd het voor Paco, zijn bijnaam vernoemd naar de legendarische linksbuiten van Real Madrid, Francisco Gento. Het was een prachtige verjaardag. Sjaak Swart, vroeger onder meer de eigenaar van een sigarenzaak in de Pontanusstraat, bleef zijn hele leven Ajacied. Bij wijze van spreken sliep hij in een rood-witte pyjama en deed hij die nooit meer uit. Voor het geld hoefde hij het niet te doen. Sjaak:

Voor het salaris zeker niet. Voor wat ik toen bij Ajax verdiende, nemen ze tegenwoordig niet eens een cornerbal.

Een keer heeft Sjaak zogenaamd geprobeerd Ajax te verlaten. ‘Ik deed alsof, alleen maar om salarisverhoging te krijgen. Dat lukte.’

Sjaak keek later in het Olympisch Stadion op zijn gemak terug op zijn loopbaan:

Tussen 1957 en 1973 heb ik hier heel wat wedstrijden gespeeld. Het stadion zag er wel heel anders uit dan nu, maar ik vind het na de renovatie prachtig geworden. Die afscheidswedstrijd in 1973 hebben we nog proberen te verzetten, omdat ik geblesseerd was, maar er was geen andere datum te vinden. Mijn mooiste wedstrijd? Dat zijn er vele geweest. De kampioenswedstrijd tegen Feyenoord (5-1) hier in het stadion in 1960 waarin Wim Bleyenberg als invaller drie keer scoorde. Ja, en dan de mistwedstrijd tegen Liverpool (5-1) in 1966, waar weinig mensen wat van hebben gezien. Misschien wel mijn beste wedstrijd. Ik gaf vier assists waaruit werd gescoord.

Sjaak Swart blikt in 2008 terug op zijn afscheidswedstrijd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
2000
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×