De term “eugenetica” werd voor het eerst tegen het einde van de negentiende eeuw gebruikt door de Britse wetenschapper Francis Galton (1822-1911) om het ingrijpen in de genetische samenstelling bij mensen te duiden. Het begrip kreeg onder het naziregime evenwel een wrange bijklank en ontaardde in een ware genocide. Het verhaal:
De aanzet
Reeds in 1925, bij de publicatie van zijn boek “Mein Kampf”, liet Hitler er geen twijfel over bestaan dat volgens hem op termijn enkel het Arische ras recht van bestaan had. Toen in 1933 de nationaalsocialisten aan de macht kwamen stond de rasverbetering van het Duitse volk dan ook hoog op de agenda. Zo werden met de invoering van de rassenwetten van Neurenberg seksuele relaties en huwelijken tussen Ariërs en niet-Ariërs verboden. Vrijwel tegelijkertijd ging ook het “Lebensborn project” van start waarmee een verhoging van het geboortecijfer van raszuivere Arische kinderen werd nagestreefd.
De plannen worden uitgewerkt
In 1939 werd op bevel van Hitler gestart met een “Sonderprogramm” dat de raszuiverheid van het Germaanse volk moest garanderen. Om dit te bewerkstelligen voorzag het programma in de gedwongen sterilisatie van zogenaamde rasinferieure bevolkingsgroepen en in de euthanasie van mensen met een psychische stoornis of lichamelijke handicap. Het project kreeg de naam “Aktion T4”, verwijzend naar de “Tiergartenstraβe 4”, het adres waar in Berlijn de kantoren van het “Sonderprogramm” waren gevestigd.
De kampen des doods
Begin 1940 werd in Grafeneck, een dorp op enkele kilometer zuidwaarts van Stuttgart het eerste van zes euthanasiecentra in gebruik genomen. Mindervaliden met een psychische stoornis of fysische handicap werden er uit verschillende zorginstellingen van het land naartoe gebracht en vervolgens meedogenloos vergast of met een dodelijke injectie om het leven gebracht.
Een kort respijt
Toen het nieuws van wat er zich precies in deze zogenaamde euthanasiecentra afspeelde bekend geraakte werd in de nazomer van 1941 onder druk van de katholieke Kerk het programma stopgezet. Niet voor lang echter, want nauwelijks enkele maanden later werd in het grootste geheim het project opnieuw opgestart. Algauw werden naast psychische en fysische gehandicapten nu ook iedereen die volgens de nazi-ideologie een ballast betekende voor de maatschappij massaal geëuthanaseerd.
In Hadamar, een stadje in de huidige Duitse deelstaat Hessen, werd eind 1940 dan weer het zesde en laatste euthanasiecentrum geopend. Uit de wijde omgeving werden mensen met een geestelijke handicap of lichamelijke misvorming met bussen aangevoerd waarna ze in een als doucheruimte gecamoufleerde gaskamer werden vermoord. Het centrum bleef tot daags voordat Amerikaanse troepen op 26 maart 1945 de stad binnentrokken met de gruweldaden doorgaan. De directeur van het kamp, Alfons Klein en twee verplegers, Karl Willig en Heinrich Ruoft, werden door een Amerikaanse militaire rechtbank ter dood veroordeeld en op 14 maart 1946 terechtgesteld.
De Hartheim-statistieken
In juli 1945 werden door Amerikaanse soldaten in het euthanasiecentrum van Slot Hartheim in het Oostenrijkse Alkoven nabij Linz de zogenaamde “Hartheim statistieken” gevonden. In het bijna veertig pagina’s tellend document was met typische “Deutsche Gründlichkeit” het aantal gedode mensen bijgehouden. Volgens de statistieken werden er alleen al in de periode van mei 1940 tot september 1941 meer dan 18.000 gehandicapten, zieken en ouderen vergast. Later ondergingen ook nog verscheidene duizenden gevangenen uit de omliggende concentratiekampen van Mauthausen en Dachau er hetzelfde lot. SS-Hauptsturmführer dr. Rudolf Lonauer, de verantwoordelijke arts van het uitroeiingscentrum, pleegde de vijfde mei 1945 zelfmoord nadat hij eerst zijn echtgenote en twee dochtertjes met een gifinjectie had gedood.
Een trieste balans
Al naargelang de bronnen zouden tegen het einde van de oorlog in de verschillende euthanasiecentra tussen de 130.000 en 220.000 mensen met een beperking gedood zijn. Volgens de aan de Universiteit van Leuven verbonden psychiater Erik Thijs eiste het nazi-euthanasieprogramma, samen met de uitroeiingskampen die de nazi’s zowat overal in de bezette territoria hadden opgericht, echter alleen al onder personen met een geestelijke stoornis 350.000 à 400.000 slachtoffers…
Monument
In 2013 werd aan de voormalige kantoren van het project “Aktion T4” in de Tiergartenstraβe de eerste steen gelegd van een monument en documentatiecentrum ter herinnering aan alle slachtoffers van het nazi-eugenetica programma. Het herdenkingsmonument dat een jaar later onthuld werd is het werk van de Oostenrijkse kunstenaar Nikolaus Koliusis naar een ontwerp van de architecten Ursula Wilms en Heinz Hallmann.
Lees ook:: Hoe de nazi’s 300.000 psychiatrische patiënten vermoordden
…of: Honderden Joden overleefden Holocaust in Berlijns hospitaal
Boek: Aktion T 4 – Mord mit System