Hertog van Saksen. Ook wel De Kloekmoedige (der Beherzte) genoemd.
Albrecht III van Saksen werd op 27 januari 1443 geboren in Grimma. Dit als zoon van de keurvorst Frederik II van Saksen en diens vrouw Margaretha van Oostenrijk. Na het overlijden van zijn vader in 1464 werd hij hertog van Saksen. Hij bleef dit tot zijn dood in 1500.
Albrecht was getrouwd met Sidonia van Bohemen. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren.
Albrecht bestuurde het land van zijn overleden vader sinds 1464 samen met zijn broer Ernst van Saksen. Hier kwam in 1485 met het Verdrag van Leipzig een einde aan. Saksen werd onderverdeeld in twee delen. Ernst kreeg het keurvorstendom met het hertogdom Saksen-Wittenberg en het zuidelijk deel van Thüringen en Albrecht kreeg het grootste deel van het markgraafschap MeiÃen en het noordelijk deel van Thüringen. Albrecht werd zo de eerste heerser van de zogenaamde Albertijnse linie, een Duits vorstengeslacht uit het Huis Wettin dat van 1485 tot 1918 als hertog, keurvorst en koning regeerde over Saksen.
Stadhouder van de Nederlanden
Na deze opdeling van Saksen zwoer Albrecht keizer Frederik III en diens zoon Maximiliaan trouw. Hij stond hen eerst bij in de strijd tegen Karel de Stoute van Bourgondië (1475) en daarna tweemaal in de strijd tegen koning Matthias Corvinus van Hongarije (1480 & 1487). Een jaar na de laatste campagne hielp hij mee bij Maximiliaan I te bevrijden uit diens gevangenschap in Brugge. Nog datzelfde jaar werd Albrecht III van Saksen door de keizer benoemd tot stadhouder van de Nederlanden. In die hoedanigheid wist hij een einde te maken aan de opstand van het Kaas- en Broodvolk (1491-1492), een opstand van de inwoners van Kennemerland en West-Friesland tegen de stadhouder Jan van Egmont.
Voor Maximiliaan wist hij de graafschappen Holland, Vlaanderen en Brabant terug te veroveren. Albrecht kreeg overigens niet betaald voor zijn diensten en legde de gewesten daarom zware belastingen op. Keizer Maximiliaan I was Albrecht in 1494 ongeveer 300.000 goudguldens schuldig. De keizer verleende Albrecht wel verschillende eretitels. Zo werd hij in 1475 drager van de hoofdbanier van het Rijk en in 1494 opperste veldheer des rijks.
Conflicten tussen de Schieringers en Vetkopers in Groningen en Frieland zorgden ervoor dat Albrecht zich ook in deze gebieden kon laten gelden. De Schieringers hadden namelijk zijn hulp ingeroepen in de strijd tegen Groningen. Maximiliaan beleende Albrecht daarop op 20 juli 1498 erfelijk met deze gebieden onder de titel gubernator en potestaat. Hertog Albrecht III van Saksen wist Friesland aan zich te onderwerpen. Hij stelde er een bestuur in en begon met het heffen van belastingen. Enige tijd hierna bracht hij een bezoek aan Saksen toen hem het bericht bereikte van een nieuwe opstand in Groningen. Hij vertrok hierop weer richting dit gebied maar overleed onderweg, in de buurt van Emden.
Albrecht III van Saksen werd als hertog opgevolgd door zijn zijn zonen Hendrik V van Saksen en George van Saksen.