Koning van Joegoslavië. Regeerde van 1921 tot 1934.
Alexander I van Joegoslavië werd op 4 december 1888 geboren in Cetinje, een stad in Montenegro. Dit als tweede zoon van koning Peter I van Joegoslavië en diens echtgenote Zorka van Montenegro. Hij studeerde onder meer in Genève en Sint-Petersburg.
In 1914 werd hij door zijn vader Peter I tot prins-regent van Servië benoemd. In die hoedanigheid leidde hij de terugkomst van de Servische troepen in de Eerste Wereldoorlog. Uit naam van zijn vader riep hij in 1918 het koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen uit. Na het overlijden van zijn vader in 1921 werd hij koning van dit koninkrijk. In 1928 werd het koninkrijk omgedoopt in het koninkrijk Joegoslavië. Deze nieuwe naam moest de eenheid in het rijk benadrukken.
Alexander I van Joegoslavië wilde als een constitutioneel monarch regeren. Na een schietincident in het parlement, waarvan de leider van de Kroatische boerenpartij, Stjepan Radic, het slachtoffer werd (1928), nam hij het heft steviger in handen en werd Joegoslavië in feite een koninklijke dictatuur. Alexander I regeerde vanaf dat moment als een soort dictator. Aanvankelijk maakte dit hem niet eens impopulair, maar na vervolgingen veranderde dit. Met name onder de Kroaten kwam steeds meer verzet tegen de koning.
Op 9 oktober 1934 werd Alexander I van Joegoslavië slachtoffer van een moordaanslag. Dit tijdens een bezoek aan Frankrijk. Achter de aanslag zaten vanuit Italië en Hongarije opererende Kroatische terroristen van de UstaÅ¡a-beweging. Deze namen de koning onder vuur toen die samen met de Franse minister van Buitenlandse Zaken Louis Barthou door de straten van Marseille reed. Ook de Franse minister kwam bij deze aanslag om het leven.
Alexander werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Peter II van Joegoslavië. Diens oom Paul van Joegoslavië regeerde tot 1941 als regent.