“Anders sullen wij uw huijs in brand steken”

2 minuten leestijd
“Anders sullen wij uw huijs in brand steken”
“Anders sullen wij uw huijs in brand steken”

De boodschap van de brief is overduidelijk: kom met geld over de brug, anders gaat je huis in vlammen op. Maar wie de brief schreef en of deze kwestie ook tot een rechtszaak (of een brand?!) hebben geleid, is maar zeer de vraag. Onderzoeker Piet Huvenaars stuitte op deze letterlijke “brandbrief” uit Zeeland, uit de achttiende eeuw in het archief van de Schepenbank van het Land van Ravenstein.

Binnen drie maal 24 uur moeten door borgemeester Geert Cornelissen veertig rijksdaalders in een builtje op een speciale plek worden verstopt. Als het niet om een serieus dreigement gaat, zou je bijna denken aan het populaire geocaching van nu, waarbij iemand iets verstopt op een bijzondere plek in de natuur, dat met GPS moet worden opgespoord. Want ook het detecterende element zit in deze brief verwerkt. Lees maar mee.

De brief komt uit Zeeland en is gericht aan de borgemeester ‘van de Franse Tijd’ Cornelissen. Cornelissen woont aan de Puttelaar in Zeeland, lezen we in de brief. Op harde toon maakt de schrijver van de brief duidelijk dat er moet worden betaald. Over het waarom van deze afgedwongen betaling, daarover wordt in de brief niet gerept. Wel is hij heel expliciet waar het geld moet worden neergelegd: je gaat over de weg die naar Mill gaat en dan vind je in het “derde velt van het huijs eenne grootte essen boom”, met een opmerkelijk teken erop (een x met twee liggende streepjes erboven, de Romeinse twaalf).

“Achter den boom is een kuijlke en daar moet gij dat in leggen en wel onder stoppen en geen duijt minder.”

Detail van de brief
Detail van de brief

Mocht de borgemeester nog overwegen hieraan niet tegemoet te komen, dan zal zijn huis en zijn schuur ‘in vier hoeken in brand worden gestoken’. Met andere woorden: er is dan geen ontkomen aan.

“Daarom past maar wel op dat gij het doet en gij moet daar tegen niemans iet van seggen.”

Zodra duidelijk wordt dat er wel over is gesproken – “al is het over 7 jaren” – dan zal de boel alsnog in de hens gaan, belooft de briefschrijver. Grote woorden maar over wie het precies gaat, wordt niet duidelijk. De brief duikt dan wel op in het archief van de Schepenbank maar bijbehorende processtukken ontbreken. Daarmee blijft het vooralsnog de vraag wie hier deze borgemeester – vermoedelijk een flink rijke boer – bedreigt. Ook weten we niet óf het wel tot een proces heeft geleid. Want behalve de brief vinden we in de archieven daar niets van terug.

Zelf konden we niet lezen in welke muntsoort het geld moest worden betaald maar de gebruikers van de website www.watstaatdaer.nl (online oefentool om spelenderwijs oude handschriften te leren lezen) boden de helpende hand. Kijk hier maar eens en ontdek hoe de beoogde brandstichter betaald wilde worden…

~ Marilou Nillesen – BHIC

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×