Antihelden: gewone mensen uit de tijd van Napoleon

3 minuten leestijd
Antihelden - detail van de cover
Antihelden - detail van de cover

In het fraaie boek Antihelden (WBooks, 2015) staat het leven centraal van gewone Nederlanders en Vlamingen tijdens de Franse en Napoleontische Tijd (1794-1815). Historicus dr. Joost Welten schreef eerder een dissertatie over Napoleon die bekroond werd door de KNAW. Ook zijn nieuwe boek Antihelden verdient lof.

Het gewone volk

Afb: WBOOKS
Afb: WBOOKS
De periode die in het boek centraal staat, vormde een scharniertijd tussen ancien régime en modern staatsbestel, en is voor de Nederlandse en Vlaamse geschiedenis van groot belang geweest. Desondanks komt de Franse Tijd er in de Vlaamse en, hoewel in mindere mate, de Nederlandse historiografie bekaaid vanaf, zo constateert Welten in de inleiding van zijn boek. Wel is er in de Nederlandse geschiedschrijving, anders dan in de Vlaamse, recent sprake van een hernieuwde belangstelling voor de Patriottentijd en Bataafse periode:

Patriotten en Bataven maken in de laatste decennia een opmerkelijke revival door. Wie alle publicaties over hen wil volgen, heeft daar bijna een dagtaak aan. Dé grote ontdekking is het inzicht dat de ontwikkelingen ook in de Bataafse tijd een Nederlands karakter dragen. De Franse invloed wordt niet ontkend, maar verschuift naar de coulissen.” (15)

Welten heeft zijn boek om twee redenen geschreven. Ten eerste constateert hij dat de Nederlandse geschiedenis tijdens de jaren 1793-1815 te weinig vanuit een internationaal perspectief is geanalyseerd. Ten tweede ligt in de bestaande literatuur het accent op een beperkt gedeelte van de bevolking, ongeveer 5 procent, namelijk de bovenlaag van bestuurders, juristen, schrijvers en kunstenaars. Hoe het ‘gewone volk’ de Franse Tijd beleefde, is onderbelicht gebleven.

Indeling boek

Het boek bestaat uit 15 hoofdstukken, die elk een hoofdpersoon uit de Franse Tijd uitlichten. Deze hoofdpersonen worden geanalyseerd vanuit de context van de tijd waarin ze leefden. Aan bod komen een arbeider, een koetsier, een apotheker, een schrijver, kerkelijke ambtsdragers, een aannemer, een jager, et cetera.

Welten baseert zich hierbij op tal van egodocumenten die nog niet eerder onderzocht zijn en juist in de periode 1793-1815 ruimschoots geproduceerd werden: dagboeken, brieven en memoires geven hierbij een intieme inkijk in het leven van de gewone man en vrouw.

Het uitstekend vormgegeven boek Antihelden. Bijzondere levens van gewone mensen uit de tijd van Napoleon, staat vol met prachtige kleurenafbeeldingen van schilderijen, tekeningen, prenten en plattegronden. Het geheel is, naast een lust om te lezen, ook heerlijk om doorheen te bladeren. Voor degenen die verder onderzoek willen doen, is Antihelden ook ideaal vanwege het keurige notenapparaat, de bibliografie en het namenregister.

Ganzenveer als toverstok

Boeiend is, om een voorbeeld te geven, het hoofdstuk over illustrator, schrijver en chroniqueur Petrus Goetsbloets uit Antwerpen. De werken van deze relatief onbekende illustrator – bijna niemand kent zijn naam – zijn steevast te zien op tentoonstelling over de Franse Tijd in Vlaanderen. Vreemd genoeg is er nog geen volwaardige biografie over deze tekenaar gepubliceerd, ondanks dat bijna geen van zijn tijdgenoten kon tippen aan de tekenkunst van Goetsbloets. Hij gebruikte, in de woorden van Welten, de ‘ganzenveer als toverstok’.

In religieus en ideologisch opzicht stelde Goetsbloets zich naar verhouding vrij neutraal op. Dat maakt hem tot een belangrijke getuige van zijn tijd, aldus Welten:

“Zijn relatieve afzijdigheid, in religieuze en ideologische zin, maakt van Goetsbloets een buitengewoon belangwekkende getuige. Hij laat een grote variatie aan stemmen klinken. Voor liedjes die de ronde doen, heeft hij een fijne neus, of het nu om voor- of tegenstanders van de Franse Republiek gaat.” (79)

Gewone gelovige militair

Ook Nederlandse soldaten uit de Grande Armée van Napoleon passeren in Antihelden de revue. Een van hen was de orthodox-gereformeerde gelovige Albert Ossen uit Enkhuizen, een kosterszoon die in 1813 Napoleon moet helpen om na diens dramatische veldtocht in Rusland te redden wat er te redden valt. Naderhand schreef vader Hendrik Ossen een verslag van zijn oorlogsbelevenissen, gebaseerd op brieven die hij in die tijd verstuurde of ontving van zoon Albert.

Antihelden - Joost Welten
Antihelden – Joost Welten
Uit de brieven wordt duidelijk hoe moeilijk Napoleons soldaten het hadden. Ze moesten lange marsen maken en kregen onvoldoende te eten om in conditie te blijven. Hendrik beschrijft wat zijn zoon Albert hem had geschreven tijdens een veldslag nabij Breslau, tussen Napoleons legers en het Pruisische leger:

“Die avond kreeg Albert met een deel van zijn volk het commando tot het middel toe door een vaart te gaan om de vijand in de zij aan te vallen, hetgeen een einde aan het gevecht maakte. Maar ze moesten met het natte lichaam de hele nacht in het veld blijven staan en, ofschoon vermoeid, ’s morgens de stad Breslau bestormen!” (237).

Albert vermeldt nog meer over de wanhoop van de Nederlandse soldaten in Franse dienst. Terwijl de Fransen ‘Vive l’Emepereur!’ schreeuwden riepen zij ‘Wij hebben honger!’. Sommige Nederlanders besloten te deserteren, maar het gebeurde ook dat ‘sommige Hollanders tijdens gevechten hun kans grijpen en Franse militairen neerschieten die zich wreed hebben gedragen’. (237)

Boek: Antihelden – Joost Welten

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

0
Reageren?x
×