De Centrumpartij (CP) en de Centrumdemocraten (CD) waren actief in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. Vanwege hun rechts-radicale gedachtegoed werden die partijen toen scherp bestreden.
In de loop van 1948 nam de regering een hele serie maatregelen tegen de Communistische Partij van Nederland (CPN). Eén van die maatregelen was de uitsluiting van de CPN van radiozendtijd voor de verkiezingen (de zendtijd voor politieke partijen). Na 1959 ging het ook om zendtijd op televisie.
Op 3 april 1958 barstte de bom. Vier van de zeven Tweede Kamerleden van de Communistische Partij van Nederland (CPN) werden uit de partij gezet. Het ging om Bertus Brandsen, Frits Reuter, Gerben Wagenaar en Henk Gortzak. Een vijfde Kamerlid, Rie Lips-Odinot kreeg een lichtere ‘straf’: zij werd uit het partijbestuur gezet.
De Communistische Partij van Nederland (CPN) veroordeelde de inval in Tsjechoslowakije in scherpe bewoordingen. In een op 26 augustus in de CPN-krant De Waarheid gepubliceerd Manifest verklaarde het partijbestuur nadrukkelijk dat de inval ‘onaanvaardbaar’ was; dit had niets meer met het communisme te maken.
Half juni 1953 staakten en demonstreerden duizenden Oost-Duitse arbeiders tegen de verlaging van hun levensstandaard. Russische tanks moesten de Volkspolizei te hulp komen om de arbeidersopstand met geweld te onderdrukken.
Na de toespraak van Russische partijleider Nikita Chroetsjov tijdens het twintigste partijcongres van de Communistische Partij (februari 1956), waar hij de door Stalin gepleegde misdaden veroordeelde, volgde een onrustige periode in het Oostblok, de communistische staten in Midden- en Oost-Europa.
Begin 1953 speelde in de Sovjet-Unie het zogenoemde ‘dokterscomplot’. Het zou gaan om een samenzwering van negen artsen, van wie zes van joodse afkomst, met als doel het vermoorden van Sovjetleiders. Eén of meerdere leiders zouden al vermoord zijn; anderen zouden nog volgen.
De ontzetting bij het overlijden van Stalin was groot. Op 6 maart kwam het partijbestuur van de CPN al om acht uur ‘s morgens in spoedzitting bijeen. Er was grote verslagenheid, maar het bestuur had ook het volste vertrouwen in de opvolgers van Stalin, de nieuwe leiders in Moskou.
De CPN zag de Watersnoodramp als een goede mogelijkheid om propaganda te bedrijven voor haar eigen zaak en zo haar dalende populariteit een halt toe te roepen.
De machtsovername door de communisten in Tsjechoslowakije in februari 1948 zorgde in Nederland voor een storm van verontwaardiging, die nog werd versterkt door de wijze waarop de Communistische Partij van Nederland (CPN) op die machtsovername reageerde.
De Communistische Partij van Nederland (CPN) bestond, onder verschillende namen, tussen 1909 en 1991 en was een van de meest radicale partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum in ons land.