Op 27 oktober 1913 overleed burgemeester Gerardus Cornelis Hulst op 70-jarige leeftijd. Hij was 43 jaar lang burgemeester van De Zijpe én Callantsoog geweest. Enkele maanden later, op 20 januari 1914, kregen de Callantsogers te horen dat zij een ‘eigen’ burgemeester zouden krijgen.
In de eerste decennia van de twintigste eeuw bracht een rijke, adellijke familie ieder jaar veel vrije tijd door in Callantsoog. Een groot deel van de duinen, het Zwanenwater en omringende landerijen waren in het bezit van deze familie. De pater familias, jonkheer Charles Frederik van de Poll, voelde zich ‘Heer’ van Callantsoog en gedroeg zich daar dan ook naar.
In 1973 kreeg Callantsoog als allereerste gemeente in Nederland een gelegaliseerd naaktstrand. Journalist Kees Zwaan dook recent in de geschiedenis van dit stukje strand.
In de zomer van 1943 meldde de werkloze Callantsoger evacué Bouke Jagt zich bij het Gewestelijk Arbeids Bureau te Schagen. Hij moest gaan werken in Duitsland en liet zijn vrouw en kind achter aan de Langevliet.
In maart 1943 werd Johannes Klasinus Nieuwenhuis jr. door de Commissaris van Provincie Noord-Holland aangesteld als plaatsvervanger van de burgemeester van Zijpe, Dirk Breebaart.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verergerde de situatie doordat voedingsmiddelen steeds schaarser werden. Ook in Callantsoog moest de broekriem behoorlijk worden aangehaald.
In 1875 kocht Marie Prosper Theodore Prévinaire de ‘Heerlijkheid van Callantsoog’, een zeer groot duingebied (waaronder het Zwanenwater) en aangrenzende weilanden. Hij verkreeg niet alleen het eigendom, maar ook alle rechten die bij de Heerlijkheid hoorden.
Vanaf eind negentiende eeuw kwamen in Nederland steeds meer coöperaties op. Door lage lonen en hoge winkelprijzen was het voor de gewone man en vrouw steeds moeilijker geworden om rond te komen. In de coöperaties bundelde men de krachten.
Het komt nogal eens voor dat een schip voor de kust van Noord-Holland in moeilijkheden raakt. Dat kan vooral het geval zijn bij slecht weer en harde storm. In een tijd waarin de meeste mensen hun vermaak dicht bij huis moesten zoeken strandde bijvoorbeeld een zeer groot schip op de Zeewering van Den Helder.
In de negentiende eeuw was er sprake van absolute armoede bij een groot aantal mensen in Hoorn. De zorg voor die armen was vooral de taak van de kerken en particulieren. De meeste ‘gezeten’ burgers vonden dat armoede vaak aan de mensen zelf lag.