De Belgische politicus en edelman Baron Surlet de Chokier is de geschiedenisboeken ingegaan als het eerste staatshoofd van België. Toch is hij bij het grote publiek vrij onbekend.
Brussel, 25 augustus 1830. In de Muntschouwburg wordt Daniel Auber’s (1782-1871) opera “De Stomme van Portici” opgevoerd. Na afloop breken in de stad spontane rellen uit die snel uitdeinen naar andere steden en uiteindelijk nog geen jaar later tot de onafhankelijkheid van België zullen leiden.
De turbulente septemberdagen van 1830
Frederik, Prins van Oranje-Nassau (1797-1881) en tweede zoon van koning Willem I (1772-1843) hield zich op enkele kilometers van Brussel met een aanzienlijke troepenmacht klaar om de revolte de kop in te drukken. Onderhandelingen draaiden op niets uit en op 23 september trok Frederik aan het hoofd van een 12.000 man sterk leger Brussel binnen. Gedurende vier opeenvolgende dagen werd tussen het Hollandse regeringsleger en de opstandige burgermilities hevig strijd geleverd met honderden doden en gewonden aan beide zijden. Op 27 september blies Prins Frederik met wat van zijn leger overbleef de aftocht en enkele dagen later werd formeel de onafhankelijkheid van België uitgeroepen.
Het Voorlopig bewind
Een groep vooraanstaande notabelen zoals baron André-Edouard Jolly (1799-1883), Alexandre Gendebien (1789-1869) en graaf Félix de Mérode (1791-1857) namen het dagelijks bestuur in handen en organiseerden verkiezingen waarna nog begin november van hetzelfde jaar het Nationaal Congres werd geïnstalleerd.
Het Nationaal Congres
De tweehonderd verkozen congresleden onder voorzitterschap van baron Erasme-Louis Surlet de Chokier dienden zo snel mogelijk een grondwet uit te werken en de monarchie voor te bereiden. Toen duidelijk bleek dat dit laatste niet zo eenvoudig zou zijn, werd Surlet de Chokier tot regent en tijdelijk staatshoofd van het jonge België aangesteld. Het Nationaal Congres zelf bleef haar bestuurlijke taken tot begin augustus 1831 uitoefenen.
De rol van baron Surlet de Chokier
Erasme-louis stamde uit een oud adellijk geslacht dat zijn roots had in het voormalig graafschap Loon. In zijn jonge jaren dweepte hij met het gedachtegoed van de Franse Revolutie en ontpopte zich later als een fervent aanhanger van Napoleon Bonaparte. In die periode begon hij zich ook te interesseren voor de politiek. Hij debuteerde als burgemeester van de Haspengouwse gemeente Gingelom om vervolgens in 1797 onder het ‘Directoire’ als afgevaardigde in het ‘Département de la Meuse-Inférieure’ te zetelen. Bij de aanhechting van de Zuidelijke Nederlanden bij Holland, als gevolg van het Congres van Wenen, trad hij toe tot de Staten-Generaal als fractieleider van de oppositie. Daar fulmineerde hij vaak op zeer kritische wijze over beslissingen uit Den Haag. Hoewel hij geen vooraanstaande rol speelde bij het uitbreken van de revolte tegen het beleid van Willem I werd hij toch met een vrij grote meerderheid op 4 februari 1830 als regent en tijdelijk staatshoofd verkozen.
Die aanstelling had hij voornamelijk te danken aan het feit dat zowel katholieken als liberalen hem aanzagen als een gematigd tot compromissen bereid politicus. In de queeste op zoek naar een geschikte monarch voor de ontluikende Belgische Staat had hij grote druk uitgeoefend om de jonge hertog van Nemours (1814-1896), de tweede zoon van koning Lodewijk Philips van Frankrijk de troon aan te bieden. Het Nationaal Congres stemde weliswaar schoorvoetend in met zijn voorstel en riep ietwat voorbarig de hertog uit tot koning der Belgen. Het aanbod werd al even snel als het geformuleerd werd door Lodewijk Philips afgewimpeld. Uiteindelijk werd in de toen al veertigjarige Leopold, Prins van Saksen-Coburg en Gotha een voor allen aanvaardbare kroonpretendent gevonden. Toen eind juni 1831 in Londen het ‘Traktaat der XVIII artikelen’ werd goedgekeurd dat de territoriale gebiedsomschrijving van België bepaalde, stond niets nog de investituur van Leopold in de weg. Op 21 juli 1831 legde hij op het Brusselse Koningsplein de eed af als eerste koning der Belgen.
Surlet de Chokier trad na vijf maanden regent geweest te zijn af en trok zich enigszins teleurgesteld terug in het voorouderlijk kasteel te Gingelom alwaar hij tot aan zijn dood burgemeester zou blijven.
Surlet de Chokierplein
Brussel heeft Surlet de Chokier echter nooit vergeten.
In 1877 werd tijdens verbouwingswerken in de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk als eerbetoon een plein vernoemd naar de man die als regent en tijdelijk staatshoofd ons land door een woelige periode loodste. Jaren later, in 1930, werd op het plein ter versiering een bronzen standbeeld van de bekende beeldhouwer Charles Samuel (1862-1938) ingehuldigd. Het symboliseert op allegorische wijze het vaderland door op het hardstenen voetstuk de beginstrofe’s van het nationaal volkslied, de Brabançonne te hernemen.
Boek: Een geschiedenis van België
Lees ook: Belgische Opstand (1830)