Bataafse revolutie moest het vergeetboek in

8 minuten leestijd

Eind november barst in Nederland een orangistische orgie los. Dan wordt herdacht dat prins Willem VI, zoon van de in 1795 naar Engeland uitgeweken stadhouder Willem V, 200 jaar geleden in Scheveningen werd binnengehaald om vorst te worden en twee jaar later koning van het met België en Luxemburg uitgebreide Koninkrijk der Nederlanden. Daarmee kwam aan de verschrikkelijke ‘Franse tijd’ een einde en begon de desinformatie, waar koning Willem I van harte aan meewerkte.

Het Bataafse experiment, politiek en cultuur rond 1800
Dat Holland al eerder een koninkrijk was en dat daar een Bataafse Republiek aan vooraf ging zal in de meeste loftuitingen vrijwel onvermeld blijven, want het is een vergeten episode. Daarom is het goed dat een groep historici een kloek geschiedwerk heeft samengesteld over Het Bataafse experiment; over politiek en cultuur rond 1800. Want in de periode 1795-1801 werden de fundamenten gelegd voor het Nederland van vandaag.

Het Bataafse experiment begon in 1795. Er volgde een periode met revolutionaire veranderingen. Zoals de afkondiging van de Rechten van de Mens en van de Burger (1795), de eerste parlementaire vergadering (1796), de scheiding van kerk en staat (1797), de invoering van een Grondwet (1798) en de (moeizame) keus voor de eenheidsstaat en zelfs met aandacht voor de vrouw. Dat een en ander onder zware invloed stond van de Franse revolutie, de weg opende voor een toenemende Franse invloed, verlies van zelfstandigheid en uiteindelijk zelfs annexatie is hen anderhalve eeuw lang ernstig kwalijk genomen. Het boek maakt duidelijk dat het ging om een opwindend avontuur vol goede bedoelingen dat, zoals altijd in de Nederlanden, tot heftige politieke controverses leidde en later maar het liefst werd vergeten.

Vlucht naar Engeland

Het tijdperk begon met de vlucht naar Engeland van prins Willem V Batavus. De despotische ambities van de stadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden en zijn corrupte hofhouding wekten grote ergernis. Het steeds kritischer publiek verenigde zich als de Patriotten, die in een aantal steden en gewesten de macht overnamen. De prins nam de wijk naar Nijmegen, om als het er op aankwam in Pruisen het vege lijf te kunnen redden.

Toen zijn echtgenote, prinses Wilhelmina, in 1787 op weg naar Den Haag bij Goejanverwellesluis door Patriotten werd tegengehouden was dat voor haar broer, Frederik Wilhelm II van Pruisen, aanleiding om met ruim 20.000 man de Republiek binnen te vallen. De inval maakte voor Willem de weg vrij om naar Den Haag terug te keren. Hij nam scherpe maatregelen tegen de Patriotten. Hij ontnam hen hun zetels in de vroedschappen en verklaarde hun bezittingen verbeurd. Velen redden het vege lijf door naar Frankrijk te vluchten, waar ze geïnspireerd raakten door de Franse revolutie (1789). In de barre winter van 1794-95 stak een Frans ‘bevrijdingsleger’ de bevroren Maas en Waal over. Het verdreef de Pruisische en Britse soldaten van hun posities langs de Lek en in de Betuwe. Toen Utrecht werd veroverd vluchtte prins Willem V naar Engeland.

Bataafse Republiek

Dat leidde tot de stichting van de Bataafse Republiek (1795) die echter al na zes jaar werd omgevormd tot het Bataafs Gemenebest (1801-1806).

Want intussen (1799) kwam in Frankrijk Napoleon Bonaparte aan de macht, die ‘zusterrepublieken’ als bijvoorbeeld de Oostenrijkse Nederlanden (België) inlijfde. Het land van de Bataven bleef zelfstandig, maar werd als Koningrijk Holland een Franse vazalstaat onder leiding van een broer: Lodewijk Napoleon (1806). Die probeerde zich populair te maken door Nederlands te spreken en maakte zich beroemd met zijn uitspraak:

Ik ben uw konijn.

Maar hij toonde ook zijn warme belangstelling bij overstromingen. En hij verplaatste de regeringszetel van Den Haag naar (het Paleis op de Dam in) Amsterdam, dat toen de Nederlandse hoofdstad werd.

Maar Napoleon Bonaparte vond dat zijn broer een te onafhankelijke koers vaarde en besloot in 1810 de Nederlanden in te lijven bij het Franse keizerrijk. Die bezettingsperiode richtte veel onheil aan (onder meer door de opname in 1812 van 14.000 Nederlandse rekruten in de Grande Armée voor de dramatisch mislukte veldtocht naar Rusland – van de 700.000 soldaten overleefden maar 20.000 man). Toen Napoleon in 1813 bij Leipzig werd verslagen haalden de intussen weer massaal oranjegezinde Nederlanders prins Willem VI enthousiast binnen als nieuwe ‘Vader des Vaderlands’ en nodigden hem uit als ‘soeverein vorst’ de regering op zich te nemen. Napoleon moest toen zijn Waterloo nog vinden.

‘Oubli total du passé’

Al meteen na zijn landing in Scheveningen in 1813 maakte prins Willem duidelijk dat het volgens hem verstandig was het recente verleden dood te zwijgen: ‘oubli total du passé’, en daar was bijna iedereen het wel mee eens. “De revolutionaire en republikeinse boodschap van de late achttiende eeuw werd niet slechts genegeerd, maar in brede kring impliciet of expliciet verworpen, zelfs door mensen die er ooit grote sympathie voor hadden gekoesterd”. Het gevolg was desinformatie.

In de orangistische, monarchistische en nationalistische Nederlandse geschiedschrijving van de negentiende én een verrassend groot deel van de twintigste eeuw is de Bataafse Republiek overwegend genegeerd of geridiculiseerd. Als er al aandacht aan werd besteed, dan werd deze revolutie meestal voorgesteld als een pathetische vertoning, volkomen onvergelijkbaar met de grootsheid van de Franse Revolutie, en vooral opmerkelijk vanwege haar betreurenswaardige vermogen een eindeloze stroom winderige politieke retoriek voort te brengen.

In 1883 gaf de historicus Th. Jorissen de genadeklap. Hij introduceerde de benaming ‘Franse Tijd’ voor de hele periode 1795-1813, en dat vond grote navolging. Zie Wikipedia. Het boek Het Bataafse experiment maakt overtuigend duidelijk dat het beter is om 1795-1813 te kenmerken als de ‘Bataafs-Franse tijd’; een periode die eerst onder Bataafse, en later onder Franse invloed stond.

De Hydra beëindigen

Volgens Het Bataafse experiment’ werd geen recht gedaan aan het opwindende enthousiasme waarmee de uit ballingschap teruggekeerde Patriotten samen met de thuisblijvers in 1795 probeerden op de puinhopen van de oude samenleving een hele nieuwe te bouwen, al zou de geschiedenis uitwijzen dat ons land van de regen in de drup terechtkwam.

De nieuwe Bataafse Republiek moest een eind maken aan de ‘Hydra’, het veelkoppige monsterdier van onenigheid dat de samenwerking tussen de verschillende landsdelen van de Republiek al sinds 1650 gekenmerkt had.

De Bataafse Omwenteling van 1795 werd in brede zin gezien als de bevrijding van een regime dat zichzelf had overleefd en van een stadhouder die zich de macht en de airs van een monarch had aangemeten en samenspande met een ‘aristocratische’ regentenklasse die alleen uit was op eigenbelang en continuering van haar positie. Het Franse revolutieleger werd begin 1795 ingehaald als een bevrijdingsleger.

De Bataafse republiek werd vernoemd naar de voorvaders en ‘outmoeders’ van een volk dat blijkens Tacitus ooit een eenheid was geweest voordat het zich etnisch vermengde en zich overgaf aan onderling getwist. De Franse revolutionaire leuze ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’ werd gretig overgenomen, al zette Holland de gelijkheid voorop, Gelderland de vrijheid en hield Zeeland het bij de rechten van de mens.

De eerste Nationale Vergadering in 1796 in de ‘oude’ zaal van de Tweede Kamer. Prent van George Kockers (1797)

Regten van de mensch

De nieuwe republiek begon met goede voornemens. In 1796 werd de allereerste Nationale Vergadering gehouden, in het Binnenhof, in de balzaal van Willem V, die tot 1992 het parlement zou herbergen. Voorzitter Pieter Paulus sprak bemoedigende woorden.

In het afgelopen jaar waren er, verzekerde hij zijn gehoor, grotere stappen in de richting van de ware vrijheid gezet dan in de tweehonderd jaar daarvoor. En dat alles was gebeurd zonder maar een spoor van de ‘moordtoneelen’ die in andere delen van revolutionair Europa aan de orde van de dag waren. [Hij doelde op de Franse Terreur, toen de gelijkheid met de guillotine werd gerealiseerd]. Dit veelbelovende begin van de Bataafse Omwenteling diende nu te worden bekroond met de opstelling en aanname van een consitutie ‘die op de eeuwige en onvervreemdbare regten van den mensch en van den Burger gegrond is’.

En inderdaad: de orangisten waren hier niet dood gemaakt, maar ze waren voorlopig wel monddood. Al bleven ze fungeren als ‘luis in de pels’, die hun ‘kritische zin en satirisch vernuft’ niet uit lieten schakelen. Daar is een compleet hoofdstuk aan gewijd.

Spotprent met waarschuwing voor te grote Franse invloed: ‘Intree van ’t Trojaansche Paerd in Bestiania’. Prent door Pieter van Woensel in 1800

Neo-liberalisme

Een draaiboek lag niet klaar. De geachte afgevaardigden bleven het, net als vroeger, over ongeveer alles met elkaar oneens. Dat veroorzaakte ongeduld bij Bataven die nu eindelijk eens wilden doorpakken over de vraag of het nieuwe land een federatie of een eenheidsstaat moest zijn. Na een staatsgreep zonder bloedvergieten in 1798 was de republiek ‘een- en ondeelbaar’.

Willem Ockerse, één van de ontwerpers van de Staatsregeling van 1798, keerde zich in die discussie tegen het neo-liberalisme; een begrip dat overigens pas 200 jaar later uitgevonden zou worden:

Het was bijzonder onfortuinlijk, zo schreef hij, dat de natuur ervoor had gezorgd dat de Nederlanders niet van ‘den stillen vroomen landbouw’ konden leven en daarom genoodzaakt waren de kost te verdienen met ‘den woeligen en listigen koophandel’. De uit die omstandigheden resulterende ‘koopmans-geest’ had de Nederlanders een haast pathologische obsessie met hun eigenbelang gegeven, had ze ongevoelig gemaakt voor alles ‘wat belangeloos, edel en schoon is’ en had ze uiteindelijk ‘volkomen gecorrumpeerd’. De Nederlanders waren volgens Ockerse ‘aan de geldzucht verslaafd, van alle veêrkracht beroofd, zonder zucht voor ’t algemeen heil, zonder vaderlands ‘Enthusiasme’, zonder heldenmoed, zonder éénsgezindheid, de prooi hunner vijanden, de verachting hunner bondgenoten, en tot op de rand van hunnen ondergang gebracht zijn.

Het werd voor kennisgeving aangenomen. De Bataafse revolutionairen beseften dat er weinig te veranderen viel aan de ‘overwegend commerciële Nederlandse samenleving’.

In 1799 werden de provincies opgeheven en het land ingedeeld in departementen met afwijkende grenzen. Drie jaar later werd de wijziging grotendeels teruggedraaid. – Afb: CC

Franse overheersing

Maar de Bataafse eenheid beviel de Fransen niet. In 1801 vond onder grote Franse druk een grondwetsherziening plaats, waarbij veel veranderingen werden teruggedraaid. Er kwam een Staatsbewind onder leiding van twaalf personen, orangisten kregen weer toegang tot het bestuur, de rechtspraak werd onafhankelijk en de staatsnaam werd gewijzigd in Bataafs Gemenebest. De wijzigingen werden democratisch aan het volk voorgelegd en er waren driemaal zoveel tegen- als voorstemmers. Maar naar Frans voorbeeld werden de thuisblijvers tot de voorstemmers gerekend en daarmee was de ‘utopie van 1798’ verleden tijd.

In 1805 kreeg het land zelfs weer een raadspensionaris: Rutger Jan Schimmelpenninck. Maar Napoleon vond dat de patriotten de richtlijnen van Parijs onvoldoende volgden en maakte er in 1806 een echte vazalstaat van: het Koningrijk Holland.

Minister Plasterk zou lering kunnen trekken uit de ervaring met provinciehervorming in de Bataafse Republiek. In 1899 werden de zeven provinciën opgeheven, de grenzen gewijzigd en verdeeld over acht departementen met riviernamen. Drie jaar later werd de maatregel teruggedraaid en werd de oude situatie min of meer hersteld, al bleven het ‘departementen’.

Blijvende invloed

De Rechten van de mensch en van den Burger’ werden afgekondigd in 1795, het geboortejaar van de Bataafse Republiek

In Het Bataafse experiment verhalen negen historici uitvoerig over de verschillende aspecten van de samenleving rond 1800, in een land dat zichzelf nog moest uitvinden. Zo wordt geconstateerd dat de republikeinse geest van het begin een steeds liberaler karakter kreeg en hoe de Bataven worstelden met hun nationale identiteit. Door de scheiding van kerk en staat verbeterde de positie van remonstranten en doopsgezinden. De rooms-katholieken kwamen uit hun schuilkerken, maar ze hadden geen bestuurlijke ervaring, omdat overheidsbetrekkingen tot dan toe voor hen taboe waren. Opmerkelijk is de opmerking dat antipapisme in de Nationale Vergadering volstrekt afwezig bleef. Vrouwen kregen weliswaar geen rechten, maar wel steeds meer invloed. Er is aandacht voor de literatuur en voor de herinneringen van tijdgenoten.

Het boek, rijk geïllustreerd met schilderijen, documenten en spotprenten, bevat een schat aan informatie over een boeiende episode in de vaderlandse geschiedenis. Voor de belangstellende leek was daarbij een kort overzicht met de hoogte- en dieptepunten van de besproken periode overigens wel zo handig geweest.

Het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I nam geruisloos veel revolutionaire verworvenheden van de Bataafse Republiek over. Maar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd pas in 1983 in de Nederlandse grondwet opgenomen.

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Bij uitgeverij Vantilt verschenen recent nog twee boeken over hetzelfde tijdperk:

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken. Steun ons werk

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×