Dark
Light

Biograaf Ramachandra Guha over Mahatma Gandhi

5 minuten leestijd
Gandhi in Noakhali, 1946 (Publiek Domein - wiki)
Gandhi in Noakhali, 1946 (Publiek Domein - wiki)
Enkele jaren geleden publiceerde Ramachandra Guha de biografie van de jonge Mahatma Gandhi, de man die door Winston Churchill minachtend een ‘halfnaakte fakir’ werd genoemd en in zijn eentje het Britse Rijk trotseerde, Gandhi vocht tot aan het eind van zijn leven voor tolerantie, geweldloosheid en de waardigheid van ieder mens. Februari 2019 verschijnt het tweede deel van deze biografie, getiteld Gandhi – De legendarische jaren. Ramachandra Guha beschrijft hierin hoe Gandhi uitgroeit tot de leider van de onafhankelijkheidsbeweging in India. Op Historiek een fragment uit het voorwoord, over Gandhi’s achtergrond en critici.


Legende in wording

Toen Mohandas K. Gandhi in januari 1915 in Bombay aan wal stapte, was hij al 45 jaar en had hij lange tijd buiten zijn vaderland doorgebracht. Gandhi groeide op in twee staatjes in Gujarat, afgeschermd van de sociale en politieke veranderingen die zich in Brits-Indië voltrokken. Hij studeerde rechten in Londen en toen het hem niet lukte zich in Bombay en Rajkot als advocaat te vestigen, verhuisde hij naar Zuid-Afrika. Daar bouwde hij een bloeiende advocatenpraktijk op, om zich daarna te ontwikkelen tot activist en sociaal werker.

De twintig jaar die Gandhi onder Indiërs in het buitenland doorbracht, waren cruciaal voor zijn intellectuele en morele ontwikkeling. Zijn verblijf buiten India leerde hem de enorme diversiteit aan talen en religies in zijn vaderland op waarde te schatten. Het was in Zuid-Afrika dat hij zich een uiterst strenge en sobere levenswijze aanmat, waarbij hij experimenteerde met verschillende soorten diëten en geneeswijzen. Hier bedacht hij de methode van geweldloos verzet, bekend geworden als satyagraha, en paste hij die ook voor het eerst toe.

Gandhi’s jaren in Zuid-Afrika waren voor hem persoonlijk belangrijk, maar historisch gezien waren zijn jaren in India van veel grotere betekenis. In Zuid-Afrika kwam hij op voor de belangen van de ongeveer 150.000 daar levende Indiërs. In zijn geboorteland wierp hij zich op als de leider van de driehonderd miljoen inwoners van het land. In Zuid-Afrika beperkte hij zijn activiteiten tot de steden en districten waar Indiërs woonden, in India droeg hij in alle uithoeken van het subcontinent zijn ideeën uit. Van leider van een betrekkelijk kleine gemeenschap migranten in het ene land werd hij de centrale figuur in de grootste kolonie van ’s werelds grootste rijk.

In het India waarnaar Gandhi in 1915 terugkeerde was het politiek bepaald niet rustig. Het in 1885 opgerichte Indiaas Nationaal Congres had een ‘gematigde’ vleugel, die de Britten via petities beleefd verzocht de Indiërs meer rechten te verlenen, en een ‘extremistische’ vleugel, die straatprotesten hield en Britse textiel verbrandde om zijn eis van politieke en economische onafhankelijkheid voor India kracht bij te zetten. Terwijl het Congres zich opwierp als de vertegenwoordiger van alle Indiërs, ongeacht kaste of geloofsovertuiging, was de Moslimliga in 1906 speciaal opgericht om de belangen van de grootste religieuze minderheid op het subcontinent te bewaken. En dan waren er nog enkele kleine, maar zeer actieve revolutionaire groeperingen die de Britten door middel van bom- en moordaanslagen uit India wilden verdrijven.

Deze politieke groeperingen en stromingen hadden uitsluitend aanhang onder de stedelijke middenklasse. In de dorpen sloegen ze niet aan. Na zijn terugkeer in India in 1915 vormde Gandhi deze stedelijke en door de elite gedomineerde oppositie tegen het Britse bewind om tot een massabeweging die zich tot ver op het platteland verspreidde en waarbij miljoenen boeren, arbeiders, ambachtslieden en vrouwen zich aansloten.

[…]

Het ging er Gandhi zeker niet alleen om India van het Britse bewind te bevrijden. Hij wilde ook de vaak onderling ruziënde religieuze gemeenschappen van India samensmeden tot een harmonieuze samenleving. Ook wilde hij een einde maken aan de verderfelijke praktijk van onaanraakbaarheid in zijn eigen hindoeïstische geloofsgemeenschap. En een vierde belangrijk doel van hem was India economisch zelfredzaam en de Indiërs moreel onafhankelijk te maken.

Hiervoor voerde Gandhi gelijktijdig campagne; deze vier facetten waren voor hem allemaal even belangrijk. In 1933 schreef hij aan een goede vriend dat…

‘mijn leven een ondeelbaar geheel is. (…) Ik kan me niet louter bezighouden met onaanraakbaarheid en zeggen: “Houd je niet bezig met de eenheid tussen hindoes en moslims of met swaraj.” Al deze zaken lopen in elkaar over en zijn onderling afhankelijk. Het ene moment in mijn leven ligt de nadruk op dit aspect en het andere moment op dat aspect. Maar dat is net als bij een pianist, die nu eens de ene noot en dan weer de andere accentueert. Maar ze zijn allemaal met elkaar verbonden.’

Voor Gandhi had politieke onafhankelijkheid geen enkele betekenis als die niet gepaard ging met religieuze harmonie, gelijkheid van kaste en gender en de ontwikkeling van zelfrespect bij alle Indiërs. Andere patriotten hadden het Hindiwoord swaraj gebruikt om er nationale onafhankelijkheid mee aan te duiden, Gandhi maakte de Indiërs bewust van de ware of oorspronkelijke betekenis: swa-raj, of zelf-bestuur

Gandhi’s leven in India werd onder andere bepaald door de vele, vaak intensieve en langdurige discussies die hij met anderen voerde. Bij alle vier de doelen die hij nastreefde, gebruikte Gandhi innovatieve methodes die sommigen gewaagd of zelfs revolutionair toeschenen, terwijl anderen ze te voorzichtig en reformistisch vonden. Een vriend uit zijn Londense tijd die zijn levenspad op de voet was blijven volgen, merkte in 1934 op dat Gandhi ‘een probleem is. Heersers en bestuurders is hij een doorn in het oog. Voor verstandsmensen is hij een dwaas. Voor economen is hij een hopeloze onbenul. Voor materialisten is hij een dromer. Voor communisten is hij een blok aan het been. Constitutionalisten vinden hem stuitend revolutionair.’ Aan deze lijst kunnen we nog toevoegen: ‘Voor moslimleiders was hij een hindoe die de hindoebelangen verdedigde. Bij hindoe-extremisten was hij berucht omdat hij opkwam voor de moslims. Voor de “onaanraakbaren” leek hij de orthodoxie van de hoge kasten te verdedigen. Voor de brahmaan was hij een hervormer die veel te veel ineens wilde.’

[…]

Gandhi’s critici waren vaak vooraanstaande figuren met een engagement dat soms dat van hemzelf evenaarde en met een intelligentie die de zijne soms overtrof.

Gandhi hield zich actief bezig met elk belangrijk aspect van het maatschappelijke en openbare leven in India: de gevolgen van het kolonialisme, het kastenstelsel, religieuze conflicten, de vrouwenemancipatie, de rol van de staat in het maatschappelijk leven, de rol van de technologie bij de reorganisatie van de economie, de rol van taal bij sociale en nationale vernieuwing. Deze betrokkenheid was belangrijk voor Gandhi, en voor de geschiedenis van zijn land. Door wat hij zei en deed en via degenen met wie hij de strijd of de discussie aanging, hielp Gandhi India de overgang te maken van onderdeel van een rijk naar natie, van autocratie naar democratie, van een samenleving met wetten die de meest extreme vormen van discriminatie sanctioneerden naar een land met een grondwet waarin de gelijkheid van alle burgers was vastgelegd, ongeacht kaste, sekse, taal of godsdienst.

Gandhi – De legendarische jaren
Gandhi – De legendarische jaren
Gandhi leefde en werkte in India, maar raakte onvermijdelijk ook betrokken bij de zeer ingrijpende politieke ontwikkelingen die hun oorsprong hadden buiten zijn geboorteland, zoals de twee wereldoorlogen en de opkomst van het bolsjewisme en nazisme. Tussen zijn terugkeer naar India in 1915 en zijn dood in 1948 maakte Gandhi slechts één keer een reis buiten Zuid-Azië. Zijn activiteiten werden echter in vele werelddelen nauwlettend gevolgd. Britse politici en staatslieden schreven over hem, maar hij had ook een bijzondere invloed op gewone Britten. Gandhi heeft de Verenigde Staten nooit bezocht, maar zijn ideeën en activiteiten werden besproken in Amerikaanse kranten, tijdschriften, boeken en radio-uitzendingen. Ze vonden zelfs hun weg naar veel bekeken advertenties.

~ Ramachandra Guha

Boek: Gandhi – De legendarische jaren

Bekijk dit boek bij:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.445 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×