Dark
Light

Nicopolis – Het einde van een kruistocht (1396)

Auteur:
4 minuten leestijd
Vijftiende-eeuwnse verbeelding van de Slag bij Nicopolis
Vijftiende-eeuwnse verbeelding van de Slag bij Nicopolis

Bij Nicopolis, een stadje aan de oevers van de Donau in het noorden van Bulgarije, eindigde in 1396 één van de laatste grootschalige kruistochten uit de Middeleeuwen. Een voornamelijk uit Hongaars-Franse ridders bestaand kruisvaardersleger, samen met vrijwilligers en huursoldaten uit zowat alle Europese vorstendommen, leed er een verpletterende nederlaag tegen de Ottomaanse troepenmacht van sultan Bayezid I (1350-1403). Het relaas van een militair fiasco dat nog lang zou nazinderen.

Geopolitieke achtergrond

Al in juni 1389 waren de Ottomanen na de Slag bij Kosovo erin geslaagd grote delen van het Balkangebied onder controle te krijgen. Toen enige tijd later hun invloedssfeer zich uitbreidde tot aan de grenzen van Hongarije en Byzantium kon een reactie moeilijk uitblijven. Het was paus Bonifacius IX die in de steeds verder toenemende Turkse dominantie in de Balkan een bedreiging zag voor het christendom en de Europese vorsten opriep een kruistocht te ondernemen, om wat hij het islamitisch gevaar noemde te bestrijden.

De messen worden geslepen

Sigismund van Hongarije
Sigismund van Hongarije
In 1394 werd onder impuls van koning Sigismund van Hongarije (1368-1437) en hertog Jan I van Bourgondië (1371-1419) begonnen met de voorbereidingen van wat één van de grootste kruistochten sinds lange tijd moest worden. Onderlinge disputen tussen de edelen die hun deelname aan de kruistocht hadden toegezegd, zorgden er echter voor dat het zowat twaalfduizend man sterke kruisvaardersleger pas eind april 1396 aan haar opmars begon. Het plan was om via de bovenloop van de Donau op te rukken naar de Balkan, daar de Turken te verjagen om vervolgens met behulp van een Venetiaanse vlooteskader vanuit Constantinopel Palestina te bereiken en daar het Heilig Graf te bevrijden.

Algauw bleek echter dat het kruisvaardersleger niet bepaald een toonbeeld was van christelijkheid. Veel huursoldaten liepen het grootste deel van de dag dronken rond en schuwden het zelfs niet om tijdens hun opmars hele dorpen te plunderen. Bovendien ontstond er onenigheid tussen de leiders van de kruistocht. Zo waren Sigismund en Philibert de Naillac (1350-1421), de grootmeester van de hospitaalridders van de Orde van Sint-Jan van Jeruzalem, er voorstander van om éénmaal in de Balkan aangekomen een aanval van de Ottomanen af te wachten. Andere edellieden, zoals Engelram, Heer van Coucy (1339-1397) en schoonzoon van koning Edward III van Engeland, wilden samen met de meeste Franse ridders juist het initiatief behouden en zelf tot de aanval overgaan.

De eerste confrontaties

Het eerste Turkse bolwerk waarmee de kruisvaarders op hun weg naar het Heilig Land geconfronteerd werden was Vidin, een stadje in het noordwesten van Bulgarije en hoewel de Turkse commandant zich bij het naderen van het kruisvaardersleger onmiddellijk overgaf, werden hij en zijn garnizoen genadeloos uitgemoord.

Van daaruit ging het naar de havenstad Oryahovo. De Fransen, belust op een gemakkelijke overwinning, vielen zonder te wachten op het gros van de troepen de stad aan wat, indien Sigismund hen niet op het laatste moment ter hulp had gesneld, hen zuur zou zijn opgebroken. De inwoners beseften bij het zien van het numeriek veel sterkere kruisvaardersleger dat verder verzet zinloos was en gaven zich nadat ze de verzekering hadden gekregen dat hun leven zou gespaard worden over. De Franse ridders, in hun eer gekrenkt over wat hen was overkomen, braken echter de belofte en trokken plunderend en moordend de stad in. Iedereen die niet tijdig kon vluchten werd afgeslacht, waarna de stad in brand werd gestoken.

De Slag bij Nicopolis door een 15e-eeuwse Vlaamse schilder
De Slag bij Nicopolis door een 15e-eeuwse Vlaamse schilder

De Slag om Nicopolis

Op 12 september 1396 naderde het christelijk ridderleger Nicopolis. Dogan Bey, de Turkse gouverneur en militaire bevelhebber van de stad was, gelet op wat er zich voordien in Vidin en Oryahovo had afgespeeld, niet van plan zich over te geven en bereidde zich voor op een langdurig beleg. Voor de Kruisvaarders, die geen katapulten of ander belegeringstuig mee hadden, zat er inderdaad niets anders op dan de stad te belegeren in de hoop zo de inwoners uit te hongeren en tot overgave te dwingen. Wat Sigismund en de andere edelen echter niet wisten was dat intussen op nauwelijks enkele dagmarsen verwijderd de Ottomaanse sultan Bayezid met een enorme troepenmacht was ontscheept en zich klaarmaakte op te rukken om Nicopolis te ontzetten.

De 25ste september kwam het tussen beide legers tot een treffen. De Ottomanen, duidelijk in de meerderheid, waren vastbesloten de wandaden van de kruisvaarders met gelijke munt terug te betalen en betoonden tijdens de gevechten dan ook weinig mededogen voor de christelijke ridders. Tegen het einde van de namiddag was de veldslag geëindigd in een verpletterende nederlaag voor het kruisvaardersleger. Slechts weinigen, waaronder Sigismund, wisten aan de dood of gevangenschap te ontsnappen. De enkelingen die de slachtpartij overleefden maar in handen vielen van de Turken werden weggevoerd als slaaf of opgesloten in afwachting van betaling van losgeld.

Nabeschouwing

Om de nederlaag van het kruisvaardersleger enigszins te vergoelijken namen veel westerse kroniekschrijvers lange tijd een loopje met het aantal soldaten waarover volgens hen de Ottomaanse sultan beschikte. Sommigen hadden het zelfs over een strijdmacht van om en bij de honderdduizend man sterk, terwijl volgens historici Bayezids leger naar schatting hoogstens tussen de vijftien- à twintigduizend man telde.

Slag bij Nicopolis - Ferenc Lohr
Slag bij Nicopolis – Ferenc Lohr

En verder

Tegen het einde van de negentiende eeuw legde de Hongaarse kunstschilder Fereno Lohr (1871-1946) de veldslag bij Nicopolis op meesterlijke wijze op doek neer . Het schilderij is te bezichtigen in de ridderzaal van het kasteel van Vaja in Hongarije.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×