Om de zoveel tijd worden we opgeschikt door een schietpartij op een school. Het leven van een gewone scholier lijkt steeds gevaarlijker te worden. Toch zijn die schietpartijen niet pas van de laatste jaren. Ruim een eeuw geleden – in 1913 – doodde een gefrustreerde Duitser vijf meisjes van 7 en 8 jaar oud op een school in Bremen. Dat er ‘maar’ vijf slachtoffers waren was opvallend, gezien de grote hoeveelheid munitie die de dader bij zich had.
Het is 20 juni 1913 als de 29-jarige werkloze leraar Heinz Smidt de Sankt-Marien-Schule – de katholieke meisjesschool – in Bremen binnenloopt, gewapend met zes tot tien pistolen en zo’n duizend kogels. Hij komt een lerares tegen die hem vraagt wat hij te zoeken heeft op de school.
Hij schiet op haar en ze vlucht een klaslokaal in. Daarna gaat Schmidt een klaslokaal binnen waar op dat moment 65 meisjes van 6 en 7 jaar oud les krijgen. Hij schiet verschillende keren op de kinderen. Hij doodt twee meisjes en verwondt er vijftien. Eén meisje dat het schoollokaal uitvlucht valt van schrik van de trap, breekt haar nek en overlijdt.
Als Schmidt een nieuw lokaal in wil is die gebarricadeerd door de leraar. Een conciërge die hem probeert tegen te houden wordt beschoten. Op de trap wordt Schmidt gepakt door een andere leraar, Hubert Möllmann. Als Schmidt zich los wurmt schiet hij twee keer op de leraar. Intussen schieten andere leraren te hulp en weten ze de schutter te overmeesteren, waarna ze hem aan de politie uitleveren.
In totaal heeft Schmidt 35 keer geschoten. Buiten de drie kinderen die onmiddellijk overlijden, sterven er twee anderen later aan hun verwondingen.
Held
Dat er relatief zo weinig slachtoffers vielen komt door het heldhaftig optreden van met name leraar Hubert Möllmann, destijds 24 jaar. Hij overleeft de schietpartij en wordt later onderscheiden met de Silberne Rettungsmedaille.
Omdat Schmidt voorafgaand aan de schietpartij zo opvallend veel munitie had gekocht, schakelde de eigenaar van de wapenwinkel waar hij zijn spullen had gekocht, al voor de schietpartij de politie in. Die vond het echter niet belangrijk genoeg om onderzoek te doen naar Schmidt.
Heinz Schmidt
Schmidt was zelf leraar totdat hij daarmee wegens een burn-out moest stoppen. De reden dat Schmidt die morgen gewapend de school binnenging was dat hij een hekel had aan Jezuïeten, zo verklaarde hij later. Zijn vader – een pastoor – stierf een dag voor de schietpartij en Schmidt hield de Jezuïeten daar verantwoordelijk voor.
Na zijn arrestatie werd Schmidt gek verklaard en opgesloten in een psychiatrisch ziekenhuis in Ellen, waar hij in 1926 stierf.