Volgens het hoogheemraadschap is de boerderij bijzonder omdat deze buiten de Westfriese Omringdijk stond en slechts door een lage zomerdijk werd gescheiden van de voormalige Zuiderzee. De fundering van de gevonden boerderij is nog redelijk intact. Rond de vindplaats troffen archeologen onder meer huishoudelijk afval van de vroegere bewoners, waaronder glaswerk en versierde borden. Ook werd er een St. Jakobsschelp gevonden. Mogelijk werd deze meegenomen door een pelgrim uit Santiago de Compostela.
De boerderij werd gevonden tijdens werkzaamheden voor de versterking van de Zuiderdijk, tussen Hoorn en Schellinkhout.
Het gebied buiten de dijk bij Schellinkhout, is tegenwoordig een open landschap grenzend aan het water van de Hoornse Hop. Tot de vijftiende eeuw lag deze zeedijk echter veel verder de zee in en liep het aan het riviertje de Drecht gelegen dorp Schellinkhout verder richting het zuiden door. In de vijftiende eeuw begon de zee steeds harder op de dijk in te beuken en werden de bewoners gedwongen zich verder landinwaarts te verplaatsen. Rond 1680 lagen er buitendijks ongeveer zes boerderijen. Nagenoeg alle boerderijen in het zogenaamde ‘voorland’ tussen Schellinkhout en Hoorn werden uiteindelijk verwoest door de Zuiderzee.
Komend najaar zijn de archeologische vondsten te zien tijdens de open dag van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in Oosterleek. Vanwege de vondst hebben de dijkversterkingswerkzaamheden even stilgelegen. Dinsdag wordt het werk hervat.
- Boek: Canon van West-Friesland
