Jaren geleden kreeg het Nationaal Historisch Museum opdracht de canon van Nederland, die de vaderlandse geschiedenis in vijftig vensters belicht, te verwerken in een nieuw museum. Het museum werd een flop. Maar uiteindelijk is er toch nog wat moois uit voortgekomen: de museale presentatie de ‘Canon van Nederland’, bij het Openluchtmuseum in Arnhem. De nieuwe presentatie is eind vorige week officieel geopend. We namen een kijkje.
Voorgeschiedenis
In 2006 ontstonden de eerste plannen voor een Nationaal Historisch Museum (NHM), na een motie van de Kamerleden Jan Marijnissen (SP) en Maxime Verhage (CDA). Een nieuw museum moest helpen de eigen identiteit te versterken. In de praktijk bleek het echter nogal lastig om een dergelijk museum op te richten. De locatie was alleen al een struikelblok en daarnaast bemoeiden politici zich veelvuldig met de inhoud. De twee directeuren van het museum in oprichting, Valentijn Byvanck en Erik Schilp, lieten bijvoorbeeld weten niet zoveel waarde te hechten aan een chronologie en ontwikkelden wat algemene thema’s voor hun museum als ik en wij, land en water, rijk en arm, oorlog en vrede en lichaam en geest. Veel te vaag, meenden veel politici. SP-voorman Jan Marijnissen, die het museum vanwege zijn oprichtings-motie kennelijk moeilijk los kan laten, pleitte op een gegeven moment zelfs voor een curatorium dat toezicht moest gaan houden op de museumdirecteuren.
In 2012 trok de politiek de stekker uit het project. Berekend is dat het museum-dat-er-nooit-kwam in totaal zo’n 15 miljoen euro aan overheidsgeld heeft gekost. Helemaal verdween het museum echter niet. Een deel van de taken van het NHM werd namelijk overgedragen aan het Openluchtmuseum en het Rijksmuseum. Deze musea kregen opdracht alsnog een (digitale) presentatie te maken van de Canon van Nederland, zoals die in 2006 werd opgesteld door de Commissie Van Oostrom. In relatieve stilte werd hier de afgelopen jaren hard aan gewerkt. De officiële presentatie van de Canon van Nederland kan beschouwd worden als de afsluiting van een lang traject. Een geschiedenis waar de meeste algemene bezoekers – gelukkig – niet van op de hoogte zijn.
De Canon-presentatie
Het was op de eerste zondag na opening vrij druk bij de Canon-presentatie. Het museum werkte daarom met tijdsloten, zodat het niet té druk werd. Met name het eerste deel van de presentatie, bestaande uit een soort cirkelvormig dorpsplein met daar omheen tien aparte kamers waarin de tien historische tijdvakken (van jagers en boeren tot televisie en computers) aan bod komen, is her en der dan ook wat krap.
Bij binnenkomst stuit men onmiddellijk op een van dé topstukken van de presentatie: het circa 7500 jaar oude skelet van Trijntje. Het lichaam van de prehistorische vrouw werd in 1997 opgegraven in Hardinxveld-Giessendam, tijdens de aanleg van de Betuweroute. Het gaat om het oudste skelet dat ooit in Nederland is gevonden en het is voor het eerst te zien voor het publiek. Jammer is dat het tekstbordje bij Trijntje’s skelet wel heel klein en slecht belicht wordt, waardoor niet alle bezoekers door hebben om wat voor bijzonder skelet het gaat. Sommige bezoekers wisten hun kroost nu niet meer te melden dan:
“Kijk eens, die paar botten zijn alles wat er na je dood van je overblijft.”
Kinderen die daar van schrokken konden zich vlakbij overigens ‘afreageren’ met een historisch spel waarbij men in de huid moet kruipen van een prehistorische ‘landgenoot’ tijdens diens achtervolging van een hert. Want supermarkten bestonden in de prehistorie nog niet…
Bezoekers wanen zich in het eerste vertrek van de Canon-presentatie op een soort historische filmset, opgebouwd uit fragmenten van historische gebouwen. Zo bestaat een van de open kamers uit een replica van de stadspoort van Kampen. Een andere kamer doet denken aan de drukkerij van de beroemde kaartenmaker Joan Blaeu.
In de kamers zelf zijn niet alleen echte historische objecten (allemaal achter glas) te vinden, maar vooral ook veel digitale games, infoborden en films. Met name die laatste zaken doen het goed bij jonge bezoekers. Die weten de wegen naar de informatieve spellen snel te vinden en leggen hun ouders zo nodig wel even uit hoe een en ander werkt. Ook voor oudere jongeren valt er her en der wel wat te ‘spelen’. Zo maakt een van de games bijvoorbeeld duidelijk op welke partij je, gezien je huidige standpunten, in de jaren dertig mogelijk had gestemd. Nou maar hopen dat uit de historische kieswijzer niet de NSB komt… Op een andere plek worden bezoekers op pad gestuurd met een bonnenboekje uit de Tweede Wereldoorlog. Opdracht: doe zo min mogelijk boodschappen, maar zorg er wel voor dat je gezin voldoende voedsel binnen krijgt…
Koppeling met het heden
De makers van de presentatie zijn duidelijk op zoek gegaan naar manieren om het verleden aan de actualiteit te koppelen. Zo staat tussen enkele historische handelsobjecten plotseling een modern flesje Coca Cola. Op de informatieborden wordt niet uitgelegd wat dat flesje daar precies doet, maar tijdens rondleidingen zullen museummedewerkers de toehoorders er ongetwijfeld op wijzen dat het drankje nooit gemaakt had kunnen worden zonder internationale handel. Ook in andere tijdvak-kamers zijn dergelijke koppelingen naar het heden verstopt.
Voor scholen uit het voortgezet en basisonderwijs zijn speciale rondleidingen en digitale programma’s ontwikkeld.
Keycord
Grote tekstborden zijn tegenwoordig in musea not done. Met behulp van de digitale informatiepanelen wordt in de Canon-presentatie echter wel veel informatie overgebracht. Bezoekers krijgen bij de ingang bovendien een keycord met plaatje mee waarmee op verschillende plekken in de tentoonstelling ‘meer informatie’ opgevraagd kan worden. Die informatie krijgt men niet meteen, maar wordt naar het e-mailadres van bezoekers gestuurd als men het plaatje kort tegen het paneel aanhoudt.
Drie films
Vanwege de vele spellen en digitale uitdagingen waan je je in de eerste ruimte makkelijk in een soort historisch pretpark. Een (welkom) rustpunt vormt de zaal Nederland in vogelvlucht, waar doorlopend drie films van ieder ongeveer vier minuten worden vertoond. Met zaalvullende projecties van kaartbeelden, luchtbeelden en infographics wordt chronologisch inzichtelijk gemaakt hoe het grondgebied en de demografie van Nederland vanaf de laatste IJstijd tot het heden veranderden.
Digitale wand
Hoe verder men in de presentatie komt, hoe meer men de mogelijkheid krijgt tot verdieping. Na de drie films worden bezoekers naar een ruimte geleid met daarin een prominente digitale wand, waarop alle vijftig vensters van de canon zelf onderzocht kunnen worden. Ook op deze achttien meter lange wand kunnen weer onderwerpen met behulp van de keycord opgeslagen worden. Voor kinderen is er een Venster-speurtocht waarmee men spelenderwijs kennis maakt met een groot aantal canonvenster. Het mooie hieraan is dat de kinderen hierdoor spelenderwijs leren dat de verschillende tijdvakken met elkaar verbonden zijn.
Wisseltentoonstelling
Voor wie nog niet genoeg heeft is er helemaal aan het eind van de presentatie nog een wisseltentoonstelling. Op dit moment staan hier twee kopstukken uit de vaderlandse geschiedenis centraal: Willem van Oranje en graaf Floris V. De tentoonstelling laat zien welke overeenkomsten er zijn tussen de vader des vaderland en der keerlen god. Dit onder meer aan de hand van nostalgische schoolplaten. Ook staat men stil bij de beeldvorming rond de twee mannen na hun dood.
Voor liefhebbers van de canon is er verder nog een nieuw boek, waarmee de hele tijdreis nog een keer herbeleefd kan worden: De canon van Nederland – Onze geschiedenis in 50 thema’s.
Het Openluchtmuseum is al sinds tijden het best bezochte Nederlandse museum buiten de Randstad. Met de Canon van Nederland heeft het museum er letterlijk en figuurlijk een verdieping bij.
Zie ook: De Canon van Nederland
Boek: De canon van Nederland – Onze geschiedenis in 50 thema’s