Dark
Light

Centrumpartij (CP) en Centrumdemokraten (CD)

Omgang met en bestrijding van de CP en CD
8 minuten leestijd
Folder Centrumdemocraten voor de Tweede Kamerverkiezingen, mei 1994. (Bron: Collectie Jan de Vetten)
Folder Centrumdemocraten voor de Tweede Kamerverkiezingen, mei 1994. (Bron: Collectie Jan de Vetten)

De Centrumpartij werd opgericht op 11 maart 1980 door Henri Brookman, een docent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De wortels van de CP lagen in de Nederlandse VolksUnie (NVU). Die partij was in de loop van de jaren zeventig in sterke mate geradicaliseerd en steeds meer in (neo)nazistisch vaarwater terecht gekomen. Brookman was een voormalige NVU’er die afstand wilde nemen van de extreme koers die die partij was gaan varen.

Kennelijk was er door de economische crisis en de hoge immigratie eind jaren zeventig, begin jaren tachtig een voedingsbodem voor een partij als de CP, want al bij de Tweede Kamerverkiezingen van september 1982 had ze succes. De CP behaalde 0,8 procent van de stemmen en daarmee één zetel, die werd bezet door haar voorman, Hans Janmaat.

Janmaat

Hans Janmaat was geboren op 3 november 1934 in Nieuwer-Amstel (nu: Amstelveen), als oudste zoon in een groot katholiek gezin. Zijn vader was vertegenwoordiger, later verzekeringsmakelaar en verspreider van leesportefeuilles. Na in Gouda de lagere school en de HBS te hebben doorlopen studeerde Janmaat twee jaar vliegtuigbouw in Delft. Hij moest met de studie stoppen toen zijn vader failliet ging. Vanaf 1962 werkte hij enkele jaren als gastarbeider in Duitsland. Hij keerde in 1964 terug naar Nederland en kocht van het in Duitsland verdiende geld een meubelfabriek. Samen met enkele van zijn broers voerde hij de directie van dit bedrijf. Na een brand een paar jaar later werd het bedrijf opgeheven. Van het verzekeringsgeld en met steun van zijn vrouw ging hij in september 1966 weer studeren, nu politicologie aan de Universiteit van Amsterdam.

Hans Janmaat in de Tweede Kamer, oktober 1983
Hans Janmaat in de Tweede Kamer, oktober 1983 (CC0 – Nationaal Archief / Anefo – wiki)

Janmaat had naar eigen zeggen al jong belangstelling voor politiek. Hij ging politicologie studeren omdat hij graag een politieke functie wilde gaan bekleden en daarvoor goed beslagen ten ijs wilde komen. Hij studeerde af in januari 1972. In dat zelfde jaar werd hij actief in de Katholieke Volkspartij (KVP). In afwachting van een politieke functie voorzag hij zich in zijn levensonderhoud als leraar maatschappijleer aan twee middelbare scholen in de regio Den Haag. Maar hij brak niet door binnen de KVP, waar naar eigen zeggen vooral zijn visie op de immigratie op grote bezwaren stuitte. In 1979 verliet hij de partij. Hij werd nu actief bij Democratisch Socialisten 1970 (DS’70), een centrumrechtse afsplitsing van de Partij van de Arbeid (PvdA). Voor die partij verzorgde hij enkele radio-uitzendingen, waaronder één over immigratie die nogal wat opschudding veroorzaakte, in ieder geval binnen die partij zelf. Daarna kwam hij ook binnen DS’70 op een zijspoor. In maart of april 1980 werd hij lid van de CP, waar hij snel carrière maakte. Toen oprichter Brookman een stap terug moest zetten om zijn baan aan de Vrije Universiteit te behouden, werd Janmaat voorzitter en vervolgens ook lijsttrekker. In september 1982 werd hij lid van de Tweede Kamer.

Successen, maar ook tegenslagen

Na de verkiezingsoverwinning van 1982 behaalde de CP ook in 1983 en 1984 electorale successen. Bij tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen in Almere in september 1983 verkreeg de CP ruim 9 procent van de stemmen en werd ze de derde partij. De twee CP-zetels werden ingenomen door Wim Vreeswijk en Ben Fresco. Ook bij de verkiezingen in 1984 voor de deelgemeenteraden in Rotterdam en voor het Europees Parlement behaalde de partij goede resultaten. Peilingen uit september 1983 wezen uit dat in Nederland als geheel zo’n 1,5 tot 2,5 procent op de CP zou stemmen; dat was bij de Kamerverkiezingen van 1982 nog 0,8 procent. De electorale successen en de gunstige peilingen leidden eind 1983, begin 1984 tot een zeer optimistische stemming binnen de partij. In zijn autobiografie schreef Janmaat dat de partijtop de opbouw van de partij-organisatie voortvarend ter hand nam; er zouden zich grote aantallen leden melden en overal in het land werden afdelingen en kringen opgezet:

‘De partij maakt een stormachtige groei door.’

Verkiezingsbord Centrumpartij, mei 1981
Verkiezingsbord Centrumpartij, mei 1981 (CC0 – Nationaal Archief / Anefo – Rob Bogaers)

Naast alle successen waren er ook tegenslagen. Zo stapte het lid van de Almeerse CP-fractie Ben Fresco half februari 1984, één maand na zijn beëdiging, alweer uit de fractie en ging als zelfstandig raadslid verder. In een verklaring noemde hij de ideologie van de CP ‘levensgevaarlijk’ en beschuldigde hij de partij er onder meer van banden te onderhouden met extreem-rechtse groeperingen. Begin april 1984 was er opschudding rond de conceptnota ‘Nederland voor de Nederlanders’, opgesteld door W.J. (Willem) Bruyn, de voorzitter van het Wetenschappelijk Bureau van de CP, en fractiemedewerker Alfred Vierling. Deze nota lekte uit via de VARA-radio en wekte alom verontwaardiging. De meeste aandacht ging daarbij uit naar een in de nota opgenomen passage over ‘het recht op noodweer’ die geweld tegen immigranten leek te vergoelijken. Er volgden diverse rechtszaken die overigens niet leidden tot veroordelingen

Bestrijding

Folder Centrumpartij voor de deelraadsverkiezingen in Rotterdam, 1984
Folder Centrumpartij voor de deelraadsverkiezingen in Rotterdam, 1984 (Bron: Collectie Jan de Vetten)
Het gedachtegoed van de CP, en vooral haar opvattingen over immigratie, riep veel weerstand op in de samenleving. In het maatschappelijk klimaat van het begin van de jaren tachtig gold die partij als ‘fout’, als ‘het kwaad’. Ze werd op een breed front bestreden. In de Tweede Kamer werd de CP genegeerd en geïsoleerd. Maatschappelijke organisaties die zich bezighielden met de bestrijding van racisme en discriminatie, zoals de Anne Frank Stichting, spanden regelmatig rechtszaken aan tegen de CP. De media besteedden veel aandacht aan de CP, maar schreven vooral negatief over die partij. De Binnenlandse Veiligheidsdienst hield de partij scherp in de gaten. Tot slot verstoorden antifascisten regelmatig vergaderingen van de CP.

Ruzie in de CP; oprichting CD

In de loop van 1983 begon het binnen de CP te rommelen; medio 1984 kwam de interne onenigheid naar buiten. Binnen de partij was een stroming ontstaan die een einde wilde maken aan de machtspositie van Janmaat, die Kamerlid, partijvoorzitter én bestuurslid van alle CP-stichtingen was. Die stroming kreeg de overhand en in mei 1984 koos de CP op het partijcongres in Boekel een nieuw dagelijks bestuur met als voorzitter Nico Konst, een Nijmeegse leraar geschiedenis. Daarop volgde een machtsstrijd tussen Janmaat en enkele getrouwen aan de ene kant en het nieuwe dagelijks bestuur aan de andere kant. Die strijd liep hoog op. In oktober 1984 barstte de bom en zette het dagelijks bestuur Janmaat uit de partij.

Niet veel later, op 7 november 1984, richtten enkele Janmaatgetrouwe voormalige CP’ers een nieuwe partij op, de Centrumdemocraten (CD). Janmaat werd al snel voorzitter en besteedde, met het oog op de Kamerverkiezingen van 1986, veel tijd aan de opbouw van de partij. Het mocht niet baten; hij verloor zijn Kamerzetel. Ook de ‘oude’ Centrumpartij slaagde er niet in een Kamerzetel te veroveren.

Opbouw CD

De jaren 1986 tot 1989 gebruikte Janmaat om zijn partij verder op te bouwen, en met succes, want bij de Kamerverkiezingen van 1989 veroverde de CD één zetel. Zo keerde Janmaat na drie jaar terug in de Tweede Kamer, waar hij weer fel werd bestreden. In die jaren waren er ook regelmatig rechtszaken tegen de partij. Het Openbaar Ministerie vervolgde Janmaat en de CD vanaf 1992 in verband met discriminerend geachte uitlatingen. Daarnaast waren er vanaf de oprichting regelmatig conflicten binnen de CD. Zo zette Janmaat Wim Vreeswijk, die weleens (vooral door de media) werd gezien als zijn mogelijke opvolger, na het uiten van kritiek in 1993 uit de partij.

Ondertussen ging het de partij in het begin van de jaren negentig electoraal voor de wind. Dat hing waarschijnlijk samen met een brede onvrede in de samenleving over het beleid van het derde kabinet-Lubbers. Er was sprake van een flinke werkloosheid en er kwamen veel asielzoekers naar ons land. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1990 behaalde de CD een goed resultaat, in totaal elf zetels in acht steden. En in 1991 veroverde de partij bij de Statenverkiezingen drie zetels in even zoveel provincies. In 1992 en 1993 begon de aanhang van de CD flink te groeien, althans volgens de peilingen. Eind 1993 stond de CD zelfs op 5 procent. De interne conflicten en de bestrijding hadden dus vooralsnog weinig effect op de peilingen.

Zendtijd voor politieke partijen met de CD (1992)

1994 – successen maar ook tegenslagen

In 1994 was de CD succesvol bij de verkiezingen voor de gemeenteraden – van 11 naar 78 zetels, in 38 gemeenten – en voor de Tweede Kamer – van één naar drie zetels. De Kamerzetels werden bezet door Janmaat, Wil Schuurman (zijn partner en latere echtgenote) en Cor Zonneveld. Na het overlijden van Zonneveld eind 1997 volgde Wim Elsthout hem op.

De verkiezingsuitslagen waren minder goed dan de partij op grond van de opiniepeilingen had verwacht. Dit kwam mede door een aantal incidenten, waaraan de media veel ruchtbaarheid hadden gegeven. Zo was er het cynische en botte commentaar van Janmaat bij het plotselinge overlijden van de minister van Binnenlandse Zaken, Ien Dales (PvdA) op 10 januari 1994. Hij zei toen tegen journalisten:

‘Ik zal er geen traan om laten. […] Ik hoop dat de hele PvdA haar spoedig volgt.’

Een paar weken later, op 22 januari 1994, verscheen een interview met Janmaat in Elsevier, waarin hij uitspraken met een mogelijk antisemitische lading deed over de minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin (Christen-Democratisch Appèl). Die zou volgens Janmaat moeten aftreden:

‘Dat de vader van Hirsch Ballin als jood voor de oorlog uit Duitsland is gevlucht kan ik wel begrijpen. […] Dat joden als nomaden rondtrekken wil ik ze niet kwalijk nemen, maar openbare functies mogen ze dan niet bekleden.’

Een paar maanden later, in mei 1994 (vlak voor de verkiezingen), veroordeelde de Haagse Rechtbank Janmaat, Schuurman en de CD wegens discriminerende uitlatingen. Dit was de eerste strafzaak waarin zij werden veroordeeld (ze gingen daarop in hoger beroep, zie hieronder). Maar de meeste impact hadden de publicaties van drie journalisten die ongeveer tegelijkertijd in de CD undercover waren gegaan. In enkele weekbladartikelen en in een televisie-uitzending openbaarden zij racistische uitspraken en criminele activiteiten van CD’ers. Als gevolg van alle publiciteit ontstonden er veel conflicten in de CD en stapten prominente leden uit de partij, vaak met hun net verworven gemeenteraadszetel.

Folder Centrumdemocraten voor de Tweede Kamerverkiezingen, mei 1994.
Folder Centrumdemocraten voor de Tweede Kamerverkiezingen, mei 1994. (Bron: Collectie Jan de Vetten)

Teloorgang van de CD

Na 1994 ging het verder bergafwaarts met de CD. In de eerste plaats op electoraal gebied. De verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1995 leverden geen winst op en bij tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen dat jaar verloor de partij zetels. Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen in 1996 leverden wederom zetelverlies op; daarnaast stapten er als gevolg van interne conflicten weer raadsleden uit de partij. Door dit alles waren er eind 1996 van de 78 zetels uit 1994 nog maar zo’n 40 over.

Ook in de rechtszaal ging het slecht voor de CD. In 1996 volgde een definitieve veroordeling van Janmaat, Schuurman en de CD wegens discriminerende uitlatingen, nadat zij in hoger beroep waren gegaan bij het Gerechtshof in Den Haag en in cassatie bij de Hoge Raad. Na deze veroordeling pleitten verschillende Kamerleden en maatschappelijke organisaties voor een verbod van de CD, maar daar voelde de minister van Justitie weinig voor. Na een demonstratie van de CD, samen met de eveneens radicaal-rechtse CP’86, in februari 1996 in Zwolle, begon het Openbaar Ministerie een tweede strafzaak tegen Janmaat. De demonstranten in Zwolle droegen leuzen mee als ‘Vol is Vol’ en ‘Eigen land eerst’, en tijdens een korte toespraak zei Janmaat:

‘Wij schaffen, zodra wij de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af.’

Tegen zijn veroordeling door de Rechtbank van Zwolle in maart 1997 ging Janmaat in hoger beroep bij het Gerechtshof in Arnhem en daarna in cassatie bij de Hoge Raad. In mei 1999 volgde de definitieve veroordeling.

Voor de CD was 1998 een dramatisch jaar. Dat jaar raakte de partij op één na al haar zetels in de gemeenteraden en haar drie zetels in de Tweede Kamer kwijt. En in 1999 verloor zij haar laatste zetels in de Provinciale Staten. In augustus 1998 zei Janmaat tegen de media dat hij de oprichting overwoog van een nieuwe partij, de Conservatieve Democraten. Onder die naam deed hij mee aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in 1999, zonder echter een zetel te behalen. Nadien is er niet veel meer van de CD vernomen. Janmaat ging met pensioen en was nauwelijks meer politiek actief. Hij overleed op 9 juni 2002 door hartproblemen.

Dit artikel maakt onderdeel uit van de serie Bestrijding CP en CD

Boek: De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998)

Bronnen â–¼

-Jan de Vetten, In de ban van goed en fout. De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998), (Amsterdam 2016).

Dit boek is alleen nog in de ramsj of tweedehands te verkrijgen. Verder kan het worden gedownload

×