Wie ooit flaneerde langs de idyllische vijvers nabij het Eugène Flageyplein in de Brusselse gemeente Elsene heeft er ongetwijfeld het herdenkingsmonument ter ere van Charles De Coster opgemerkt, de man die met zijn roman ‘Tijl Uilenspiegel’ een plaats verwierf in de wereldliteratuur.
Een biografie

Eind 1850 dient hij zijn ontslag in bij de bank en gaat studeren aan de “Université libre de Bruxelles”. Gedurende zijn studententijd publiceert hij meerdere artikelen in verscheidene revues, onder meer in het door de graficus en karikaturist Félicien Rops (1833-1898) opgerichte satirisch en virulent anti-klerikaal tijdschrift ”Uylenspiegel, journal des débats artistiques et littéraires”.
Halverwege 1855 verlaat De Coster na vijf jaar de universiteit met een kandidaatsdiploma in de Letteren op zak. Om in zijn levensonderhoud te voorzien schrijft hij met wisselend succes verscheidene verhalenbundels en gaat hij aan het werk in het Rijksarchief bij de ‘Koninklijke commissie voor de uitgave van oude wetten en verorderingen van België’. De betrekking laat hem toe om uitgebreid kennis te nemen van allerlei historische geschriften en kronieken die hij later zou verwerken in zijn romans. In 1864 neemt De Coster ontslag bij het Rijksarchief en besluit hij zich enkel nog te wijden aan het schrijven van boeken.
Charles De Coster’s meesterwerk ‘Tijl Uilenspiegel’

Het boek speelt zich in tegenstelling tot het oorspronkelijke volksverhaal grotendeels af in het Brugse Ommeland tegen de achtergrond van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). De Coster hekelt in zijn werk vooral de Spaanse koning Filips II (1527-1598) en diens landvoogd de hertog van Alva (1507-1582). In het boekwerk worden zowel folklore als geschiedenis op speelse wijze vermengd en laat De Coster zijn romanhelden Tijl, Nele en Lamme Goedzak met allerhande spitsvondige fratsen strijden tegen onrecht en onderdrukking.
In het vrij conservatieve en katholieke België van de negentiende eeuw krijgt de roman vanwege al die vrijheidsideeën maar weinig of geen bijval. Uit pure noodzaak moet De Coster opnieuw uitkijken naar een betrekking. Begin 1870 wordt hij aangesteld als repetitor in de Koninklijke Militaire School en hoewel hij nog enkele verhalenbundels en romans publiceert, blijft literair succes uit.
Bij zijn overlijden in 1879 was De Coster dan ook vrijwel straatarm en als schrijver al geruime tijd in de vergetelheid geraakt. Pas decennia later werd hij terecht erkend als één van de grondleggers van de Franstalige Belgische wereldliteratuur. Charles De Coster kreeg zijn laatste rustplaats op het gemeentelijk kerkhof van Elsene.

De hulde aan een groot schrijver
Het gedenkmonument in Elsene ter ere van Charles De Coster, onthuld in juli 1894, werd ontworpen door de Brugse architect Franz De Vestel (1857-1932) en uitgevoerd door de Brusselse beeldhouwer en medaileur Charles Samuel (1862-1938). Opmerkelijk is het feit dat naast het eerbetoon aan De Coster onder vorm van een marmeren portretmedaillon ook zijn romanfiguren Tijl en Nele op een vooraanstaande wijze zijn afgebeeld.
Ook in Damme, zowat het epicentrum waar Tijl Uilenspiegel’s avonturen zich voornamelijk afspelen, is de held uit het boek van De Coster alom tegenwoordig. In 1979 werd er langs de Damse vaart een bronzen beeldengroep geplaatst, een kunstwerk van de West-Vlaamse beeldhouwer Jef Claerhout, waarop deze de romanpersonages op een ludieke manier heeft uitgebeeld.
Boek: Tijl Uilenspiegel
Moderne bewerking: Tijl – Daniel Kehlmann