Het is niet raar dat die kennis verdwijnt. Kinderen krijgen dat vanuit huis veel minder mee, omdat hun ouders vaak minder kerkelijk zijn. Op scholen wordt er maar weinig aandacht aan besteed, tenzij kinderen op een school zitten, die werk maakt van zijn christelijke identiteit. Wie zelf een andere religie aanhangt dan het christendom of antireligieus is, geeft die kennis ook niet door. Logisch, maar ik vind het wel jammer. Het christendom is toch nog steeds onderdeel van onze Nederlandse en Europese cultuur. Dat betekent niet dat iedereen naar de kerk moet gaan, maar ik vind het wel belangrijk dat wanneer mensen op vakantie een kerk bezoeken, zij ook weten wie die persoon aan het kruis is.
We zouden er goed aan doen om te zorgen dat iedereen basale kennis van religie heeft. Die kennis moet niet stoppen bij het christendom trouwens, iedereen zou een brede basiskennis over religie moeten hebben. Zodat we ook weten waarom de Ramadan en het Suikerfeest belangrijk zijn, ook als we daar zelf niet aan mee doen.
Het kan diverser
Een feestdag waarop iedereen vrij is, geeft een bepaald gevoel van gezamenlijkheid. Bovendien geef je met zo’n feestdag aan: dit is iets wat we belangrijk vinden, dit heeft een bepaalde plek binnen onze maatschappij. Dat doen we niet alleen met religieuze dagen, maar ook met Koningsdag en Bevrijdingsdag. Pasen, Goede Vrijdag en Pinksteren hebben naar mijn mening nog steeds een belangrijke plek in de Nederlandse traditie.
Dat niet iedereen de achtergrond kent, is voor mij geen reden om ze af te schaffen. Het is dan juist belangrijk om die traditie te blijven bewaren. Maar het is misschien wel tijd om eens wat breder te gaan kijken. Keti Koti en het Suikerfeest zouden er prima bij kunnen, want die feesten zijn maatschappelijk van grote betekenis en verdienen dezelfde symbolische waarde als Pasen en Koningsdag.
Niets is zo veranderlijk als tradities
Ik vind het belangrijk om tradities te bewaren – ze zijn onderdeel van de geschiedenis, immaterieel erfgoed, het is zonde als die kennis verdwijnt. Maar de geschiedenis leert ook dat het doorgeven van kennis niet gaat zonder dat er iets verandert. In al onze religieuze feestdagen is sprake van wederzijdse beïnvloeding, heidense gebruiken die gecombineerd werden met ‘nieuwe’ kerkelijke feesten. De eieren met Pasen zijn zo’n heidens overblijfsel, en ook in ons kerstfeest zijn Germaanse en zelfs Perzische invloeden terug te vinden.
Vooral binnen populistische kringen wordt erfgoed graag gezien als iets wat altijd hetzelfde blijft. Maar dat klopt gewoon niet. Je ziet dat héél sterk bij Zwarte Piet. Die traditie is helemaal nog niet zo oud, en is bovendien ontzettend veranderd: mijn ouders waren bang voor Piet; de laatste tijd is het meer een soort clown geweest en nu is zijn roetzwarte kleur niet meer acceptabel. Onze maatschappij verandert en dus veranderen onze tradities ook. Ja, het is belangrijk om te weten waar onze tradities vandaan komen, hoe ze zich ontwikkeld hebben én dat ze veranderen, steeds opnieuw.