De Coentunnel is een tunnel van 1283 lengte (587 overdekt) die de Zaanstreek verbindt met Amsterdam-West. Hij loopt onder het Noordzeekanaal door en maakt onderdeel uit van de snelweg A10.
De Coentunnel dateert uit 1966 en is vernoemd naar de nabijgelegen Coenhaven die weer is vernoemd naar de beruchte VOC-medewerker Jan Pieterszoon Coen (1587-1629). In de jaren vijftig van de twintigste eeuw was de Zaanstreek per auto slecht te bereiken. Dit leidde in 1959 onder meer tot de Dam-Dam-race waarmee de gemeentebesturen van Amsterdam druk wilden uitoefenen op de rijksoverheid om de Coentunnel snel te realiseren. ‘De Zaanstreek is een tunnel waard…’, was het motto. Om te illustreren hoe moeilijk de Zaanstreek te bereiken was werd er een wedstrijd uitgeschreven. Drie dagen lang werd er gestreden om zo snel of origineel mogelijk de route Amsterdam-Zaandam af te leggen. Aan de race deden veel prominenten mee, waaronder Simon Vinkenoog en zangeres Teddy Scholten. Burgemeester Franken van Zaandam liep in duikerpak over de bodem van het Noordzeekanaal.
Deze en andere acties hadden succes. In 1961 werd begonnen met de bouw van de tunnel. De bouw kostte in totaal 45 miljoen gulden. Koningin Juliana opende de tunnel op 21 juni 1966.
De SP-Amsterdam pleitte er in 2013 voor de tunnel een andere naam te geven. De fractievoorzitter van de partij, Remine Alberts, gaf toen aan dat de tunnel wat haar betreft beter omgedoopt kon worden in de Max Havelaartunnel. Een tunnel vernoemen naar Jan Pieterszoon Coen was wat de SP betreft misschien een beetje te veel eer. De VOC-medewerker is niet alleen de geschiedenisboeken ingegaan is als grondlegger van de Nederlandse heerschappij in de Indische archipel maar ook als de Slachter van Banda.
