Heren Zeventien (VOC)

/
1 minuut leestijd
Gerestaureerde vergaderzaal van de Heren XVII in het Oost-Indisch Huis.
Gerestaureerde vergaderzaal van de Heren XVII in het Oost-Indisch Huis. (CC BY-SA 3.0 - Josh - wiki)

Centraal bestuur van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Ook wel geschreven als ‘Heren XVII’.

Vergadering van de Heren XVII
Vergadering van de Heren XVII
Op 20 maart 1602 werd de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht. Voor die tijd waren er in de Nederlanden ook al compagnieën actief. Veel van deze compagnieën beconcurreerden echter vooral elkaar in plaats van de Engelsen en Portugezen.

Op advies van raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt besloten de Staten-Generaal daarom een einde te maken aan al deze compagnieën. Er moest één compagnie komen.

Met name de Zeeuwen stonden aanvankelijk sceptisch tegenover zo’n compagnie. Vreesden dat Amsterdam te veel macht zou krijgen. Vastgesteld werd dat het centraal bestuur van de VOC zou bestaan uit zeventien personen, de Heren XVII. Bij oprichting telde de VOC 76 bewindhebbers, waarvan er 76 uit Amsterdam kwamen, 14 uit Zeeland, 12 uit Delft, 9 uit Rotterdam, 7 uit Hoorn en 11 uit Enkhuizen. Deze bewindhebbers kozen enkele malen per jaar afgevaardigden die deel konden nemen aan de vergaderingen van de Heren Zeventien om het centrale beleid vast te stellen.

De Heren Zeventien bestond uit:

  • 8 personen uit Amsterdam
  • 4 personen uit Zeeland
  • 1 persoon uit Delft
  • 1 persoon uit Rotterdam
  • 1 persoon uit Hoorn
  • 1 persoon uit Enkhuizen

Om te voorkomen dat Amsterdam tijdens de vergaderingen van de Heren XVI in de meerderheid zou zijn, moest het zeventiende lid afwisselend uit Zeeland of één van de vier zogenaamde ‘kleine kamers’ komen.

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek en trekt maandelijks honderdduizenden bezoekers. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen toegankelijk maken voor een breed publiek. Meer informatie