Dark
Light

De vier Engels-Nederlandse Oorlogen (17e & 18e eeuw)

De beroemde zeeoorlogen tussen Engeland en Nederland
Auteur:
17 minuten leestijd
Een van de kernmomenten van de Engels-Nederlandse oorlogen - De tocht naar Chatham - Het verbranden van de Engelse vloot voor Chatham, door Peter van de Velde.
Een van de kernmomenten van de Engels-Nederlandse oorlogen - De tocht naar Chatham - Het verbranden van de Engelse vloot voor Chatham, door Peter van de Velde.

In de zeventiende en achttiende eeuw vochten Engeland en de Nederlandse Republiek vier oorlogen uit, die de geschiedenisboeken ingegaan zijn als de Engels-Nederlandse Oorlogen. Wat waren de oorzaken van deze vier oorlogen? Hoe verliep de strijd in hoofdlijnen? En welke gevolgen hebben de Engels-Nederlandse Oorlogen voor beide landen gehad?

Vier oorlogen in 130 jaar

De Engels-Nederlandse Oorlogen begonnen kort na het midden van de zeventiende eeuw. De eerste drie oorlogen vonden plaats in een relatief kort tijdsbestek van 22 jaar, tussen 1652 en 1674, en hadden voornamelijk te maken met de handelsconcurrentie tussen Engeland en Nederland op de Noordzee, in Indië, Amerika en in de Oostzee, waar de Republiek met zijn fluitschepen de Oostzeehandel domineerde. Daarna was er ruim een eeuw sprake van vrede, tot in 1780 een vierde onderlinge oorlog uitbrak.

De Eerste Engels-Nederlandse Oorlog duurde van 1652 tot 1654, de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog van 1665 tot 1667, de Derde Engels-Nederlandse Oorlog vond plaats in de jaren 1672-1674 en de laatste, Vierde Engels-Nederlandse Oorlog werd uitgevochten tussen 1780 en 1784.


De Eerste Engels-Nederlandse Oorlog (1652-1654)

Oorzaak & aanleiding van de oorlog

In 1648 kwam er met de Vrede van Münster een einde aan de Tachtigjarige Oorlog. Samen met onder meer Engeland als bondgenoot eindigde deze Opstand in een Nederlandse overwinning. Maar vier jaar later raakte de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden opnieuw in oorlog, dit keer met Engeland dat kort tevoren nog een bondgenoot was. Hoe ontstond deze Eerste Engels-Nederlandse Oorlog, die volledig op zee werd uitgevochten?

Portret van Maarten Tromp Naar Jan Lievens
Portret van Maarten Tromp Naar Jan Lievens
Hét grote twistpunt dat al een tijd speelde, was de hegemonie op de Noordzee en later in de Indische wateren. De Engelsen claimden de hele Noordzee als hun vaarwater. De Nederlanders, daartoe geïnspireerd door het werk Mare Liberum (‘De vrije zee’, 1609) van rechtsgeleerde Hugo de Groot, beklemtoonden daarentegen dat de internationale wateren vrij toegankelijk moesten zijn voor handelsschepen en vissersschepen.

Dit belangrijke visieverschil kwam op scherp te staan, toen het Engelse parlement – onder leiding van ‘Oude IJzervreter’ Oliver Cromwell – in 1651 de beruchte Akte van Navigatie uitvaardigde. Deze scheepvaartwet sloot de Nederlandse Republiek uit van handel met het Engelse Gemenebest. De wet gaf de Engelse marine de ruimte om, naast het weren van Nederlandse handelsschepen, deze schepen ook in beslag te nemen.

De directe aanleiding van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog vond plaats op 29 mei 1652. Op die dag voer de Nederlandse admiraal Maarten Harpertszoon Tromp als beschermer van een vloot van veertig koopvaardijschepen in een handelsescorte door het Kanaal, dat door de Engelsen de ‘Narrow Seas’ genoemd werd. De Engelsen eisten respect van buitenlandse schepen, die door de vlag te strijken symbolisch dienden te erkennen dat de Engelsen de opperheerschappij in het Kanaal hadden. Tromp weigerde dit, waarna Robert Blake, de gezagvoerder van de uit vijfentwintig schepen bestaande Engelse vloot, drie schoten afvuurde op de Nederlandse schepen. Het derde schot raakte een van de Nederlandse vaartuigen, waarop de Slag bij Dover uitbrak. Deze gebeurtenis markeert het begin van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.

Verbeelding van de Slag bij Dover, in het Engels bekend als 'The Battle of Goodwin Sands'
Verbeelding van de Slag bij Dover, in het Engels bekend als ‘The Battle of Goodwin Sands’ (Publiek Domein – wiki)

Het verloop van de oorlog

De oorlog begon eind mei 1652 met de Slag bij Dover. Het waarschuwingssalvo van Blake trof het vlaggenschip de Brederode en verwondde enkele matrozen. Tromp antwoordde door op zijn beurt Blake’s schepen te bestoken. Er volgde een vijf uur durende zeeslag, die bestond uit niet meer dan enkele schotenwisselingen. Tromp bood na de slag zijn excuses aan de Engelsen aan, maar ondanks deze nederige geste verklaarde het Engelse parlement de Republiek op 10 juli 1652 de oorlog.

Na de Slag bij Dover volgden er tijdens de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog nog acht zeeslagen. Achtereenvolgens werden de volgende zeegevechten uitgevochten:

  • Slag bij Plymouth (26 augustus 1652) – Tijdens deze zeeslag vocht de Engelse generaal-ter-zee George Ayscue met zijn vloot van 45 schepen tegen een ongeveer even grote Nederlandse vloot onder leiding van admiraal Michiel de Ruyter. De Ruyter slaagde erin de Engelse vloot te beschadigen, waarna de Nederlandse schepen een vrije aftocht hadden.
  • Slag bij Elba (8 september 1652) – Dit zeegevecht, in Engeland ook bekend als de Battle of Elba en de Battle of Monte Cristo, was kleinschalig. Een vloot van zo’n tien Nederlandse schepen viel een Engels konvooi aan en slaagde erin één schip te overmeesteren. Dit vaartuig werd twee maanden later door de Engelsen terugveroverd.
  • Slag bij de Hoofden - Abraham Willaerts
    Slag bij de Hoofden – Abraham Willaerts
    Slag bij de Hoofden (8 oktober 1652) – Dit treffen staat ook wel bekend als de Slag bij Duins. Een Engelse vloot van 68 goed bewapende schepen versloeg een Nederlandse vloot van 57 schepen, die onder commando stond van viceadmiraal Witte de With.
  • Slag bij de Singels (10 december 1652) – Deze zeeslag werd uitgevochten bij de kaap van Dungeness en de Singles in Kent. Het resultaat was dat de Engelse vloot van Robert Blake verslagen werd door een schepenmacht onder leiding van Maarten Harpertszoon Tromp.
  • Driedaagse Zeeslag (28 februari-2 maart 1653) – De Driedaagse Zeeslag werd uitgevochten bij het eiland Portland in het Kanaal, tussen een scheepseskader onder leiding van Robert Blake en een Nederlandse vloot die aangevoerd werd door Tromp. Een aanval van Tromp betekende het startsein van de vijandigheden. Hoewel de strijd op papier onbeslist bleef en beide kampen achteraf de overwinning claimden, kunnen de Engelsen beschouwd worden als winnaar. De Engelse vloot verloor 2 à 3 schepen, terwijl Tromp met 10 à 12 oorlogsschepen en een geschatte 45 koopvaardijschepen een veel groter verlies moest incasseren.
  • Slag bij Livorno (14 maart 1653) – De Slag bij Livorno (Battle of Leghorn) vond plaats bij het Italiaanse Livorno en resulteerde in een Nederlandse overwinning. Admiraal Jan van Galen versloeg een Engelse vloot onder leiding van kapitein Henry Appleton. Van Galen raakte levensgevaarlijk gewond en overleed op 23 maart. Cornelis Tromp (1629-1691), een zoon van Maarten Harpertszoon Tromp, was kapitein op een van de Nederlandse schepen en zou later, net als zijn vader, een veelgeprezen admiraal worden.
  • Zeeslag bij Nieuwpoort (12-13 juni 1653) – De Zeeslag bij Nieuwpoort wordt in de historische literatuur ook wel de Slag van de Gabbardbank of de Slag bij Noord Voorland genoemd. Deze zeeslag is berucht in de Nederlandse militaire geschiedenis, omdat de Republiek der Nederlanden een van de grootste nederlagen uit de maritieme geschiedenis leed.
  • Slag bij Ter Heijde (8-10 augustus 1653) – Vanaf juni 1653 werd de situatie in de Nederlandse Republiek steeds nijpender, omdat de Engelsen steeds succesvoller werden in het blokkeren van de Noordzee. Hierdoor stegen de voedselprijzen in de Republiek aanzienlijk. In havensteden als Middelburg, Enkhuizen, Rotterdam en Dordrecht kwam het tot onlusten en betogingen. Hierop besloot de kersverse raadspensionaris Johan de Witt dat de Engelse blokkade koste wat kost doorbroken moest worden. Hierop volgde de Slag bij Ter Heijde. 120 Engelse schepen wachtten ter hoogte van Ter Heijde een vloot van zo’n 127 Nederlandse schepen op, die onder leiding van Maarten Tromp en Witte de With stond. Er waren vijf eskaders, met onder meer Michiel de Ruyter en Johan Evertsen als admiraals. Tijdens de zeeslag stierf Tromp, die geraakt werd door een kogel uit een musket van een Engelse sluipschutter. Tromp was op slag dood, maar volgens de legende zou hij als laatste woorden nog gesproken hebben:

    “Ik heb gedaan, houdt goeden moed!”

    Akte van Navigatie - De Slag bij Ter Heijde (1653) - Jan Abrahamsz. van Beerstraten
    De Slag bij Ter Heijde (1653) – Jan Abrahamsz. van Beerstraten

    De Slag bij Ter Heijde werd een Engelse overwinning. Liefst 25 Nederlandse schepen deserteerden, zo’n tien schepen van de Republiek gingen ten onder, terwijl de Engelsen slechts één vaartuig verloren. De Slag bij Ter Heijde was de laatste zeeslag uit de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog. Gevochten werd er niet meer, al leed de Nederlands vloot nog wel verliezen door de hevige herfststormen van 1653.

Vrede & gevolgen van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog

Op 15 april 1654 ondertekenden Engeland en de Republiek de zogenoemde Vrede van Westminster. Deze dwong de Republiek om de bepalingen in de Akte van Navigatie te erkennen. Verder bevatte het verdrag een geheime clausule, namelijk de Akte van Seclusie. Hierin stond dat de jonge Willem (1650-1702), de zoon van stadhouder Willem II (1626-1650), geen stadhouder mocht worden. Ook andere Nederlandse provincies werd verboden om deze Willem in de toekomst tot stadhouder te benoemen.

Beide partijen voelden zich moreel winnaar van de zeeoorlog. De Republiek bleef een sterke handelsnatie en bouwde weer een sterke vloot op, terwijl de Engelsen – die de meeste gevechten op zee hadden gewonnen – meenden met de Vrede van Westminster een goede slag te hebben geslagen. De handelsrivaliteit en onderlinge schermutselingen bleven echter doorgaan, vooral in het verre Indië, waar de VOC en de Britse East India Company (EIC) elkaar zoveel mogelijk dwars zaten.

Een bijkomend gevolg van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog was nog het verlies van Nederlands-Brazilië (‘Nieuw-Holland), dat van 1630 tot 1654 een Nederlandse kolonie was. Door de Nederlands-Engelse Oorlog was er sprake van onvoldoende militaire steun voor de kolonisten en zagen ze zich gedwongen om zich op 26 januari 1654 aan de Portugezen over te geven tijdens de Capitulatie van Taborda.


De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665-1667)

Oorzaken & aanleiding van de oorlog

De dieperliggende oorzaak van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, die plaatsvond van 1665 tot 1667, was de onderlinge handelsconcurrentie op zee tussen Engeland en de Nederlanden. Met name in Amerika deden zich confrontaties voor. Zo namen de Engelsen in 1664 de Nederlandse kolonies Nieuw-Nederland en Curaçao in en veroverde een Engelse vloot enkele handelsposten cq. factorijen langs de West-Afrikaanse kust. De Afrikaanse handelsposten werden vrij snel weer terugveroverd door Michiel de Ruyter. Gouverneur generaal Peter Stuyvesant droeg op 24 september 1664 Nieuw-Nederland over aan de Engelsen, waarna het gebied werd omgedoopt tot New York.

Peter Stuyvesant, ca. 1660
Peter Stuyvesant, ca. 1660
De aanleiding voor het uitbreken van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog in 1665 was de directe inmenging van de Engelse vorst Karel II in de Nederlandse politiek. Hij probeerde tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk (1650-1672) om de jonge Willem III op de stadhouderlijke zetel te krijgen, zodat er in Nederland chaos zou ontstaan. Verder oefenden Engelse politici veel druk uit op Karel II om de Nederlanders aan te pakken.

Het verloop van de oorlog

De Tweede Engels-Nederlandse Oorlog op Europese bodem (of beter gezegd: op zee) begon officieel op 4 maart 1665, toen Engeland de Republiek de oorlog verklaarde. Daarvoor, in januari 1665 was de oorlog van Nederlandse zijde feitelijk al begonnen, omdat schepen de opdracht kregen openlijk op elk Engels schip te vuren. De eerste vijandelijkheden in de Noordzee deden zich voor vanaf juni dat jaar. De belangrijkste zeeslagen waren:

  • Slag bij Lowestoft (13 juni 1665) – De Slag bij Lowestoft was de eerste grote zeeslag uit de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. De Nederlandse vloot, verdeeld in zeven eskaders, was slecht georganiseerd en dolf het onderspit. Tijdens de slag verloor de Republiek liefst 17 schepen (van een vloot van 103 schepen; de Engelse vloot telde 109 schepen) en een geschatte 5500 matrozen. Drie van de zeven Nederlandse admiraals overleefden de slag niet. De Slag bij Lowestoft werd hiermee de zwaarste nederlaag uit de maritieme geschiedenis van de Republiek.
  • Slag in de Baai van Bergen (12 augustus 1665) – Deze zeeslag tussen vond plaats voor de kust nabij de plaats Bergen in Noorwegen. Bij het neutrale Bergen lag een Nederlandse vloot van zestig koopvaardijschepen, waarvan er zeven slagvaardig waren. Deze bedoeling was om met een rijke lading specerijen, luxegoederen, diamanten, zijde en andere waardevolle spullen naar de Republiek terug te keren. De Engelsen wilden de buit binnenhalen en stuurden zo’n veertien slagschepen richting Bergen. Daar kwam het op 12 augustus tot een treffen. De Nederlanders wonnen deze zeeslag. De Engelsen verloren geen schip, maar wel 500 matrozen. Aan Nederlandse zijde vielen 43 slachtoffers, onder wie naast 25 Nederlanders ook 18 Noren.

     

    Vierdaagse Zeeslag - Pieter Cornelisz van Soest
    Vierdaagse Zeeslag – Pieter Cornelisz van Soest

  • Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) – De Vierdaagse Zeeslag werd in de zomer van 1666 op de Noordzee uitgevochten, buiten de kust bij Nieuwpoort en bij Duinkerken. De Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter slaagde erin de Engelse marine te verslaan. De Engelsen verloren tien schepen, circa 4250 matrozen en twee admiraals, namelijk William Berkeley en de oud-piraat Christopher Myngs. De Republiek zag vier schepen vergaan en verloor de aanvoerders Cornelis Evertsen de Oude en Abraham van der Hulst.
  • Michiel de Ruyter - Ferdinand Bol, 1667
    Michiel de Ruyter – Ferdinand Bol, 1667
    Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus 1666) – Deze zeeslag wordt door de Engelsen St. James’s Day Fight en soms ook de Battle of North Foreland genoemd. De Engelse marinemacht bestond uit 91 schepen, de vloot van de Republiek uit 90 schepen. De Engelsen behaalden de overwinning. De Nederlandse nederlaag leidde tot een conflict tussen de admiraals Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp. De Ruyter beschuldigde Tromp van lafheid en laksheid. Orangisten in de Republiek kozen partij voor Tromp en probeerden De Ruyters woning te plunderen. Tromp werd door de Staten-Generaal ontslagen en een van zijn kompanen werd bij verstek ter dood veroordeeld. Nog in november 1669 stak een onbekend gebleven Tromp-aanhanger De Ruyter met een broodmes neer. Overigens namen de Engelsen op 19 augustus 1666 wraak op de Nederlanders, door tijdens het zogenoemde Holmes’s Bonfire bij West-Terschelling een onbeschermde koopvaardijvloot aan te vallen. Door de Engelse aanval gingen zo’n 140 tot 170 volgeladen Nederlandse VOC-schepen in vlammen op. Bizar genoeg was 1666 ook voor de Engelsen een rampjaar, want zo’n twee weken later zorgde de Grote Brand van Londen ervoor dat driekwart van Londen afbrandde.
  • Chatham (19-24 juni 1667) – De befaamde Tocht naar Chatham van Michiel de Ruyter betekende de definitieve slag in de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog en bezorgde de Republiek de eindoverwinning. Een Nederlandse vloot zeilde de Theems en de Medway op, brachten vervolgens dertien Engelse marineschepen tot zinken, enterden twee belangrijke schepen en namen onder meer het vlaggenschip de HMS Royal Charles als oorlogstrofee mee terug naar de Republiek. Ook kwam het Korps Mariniers (dat in 1665 werd opgericht) voor het eerst in de Nederlandse militaire geschiedenis in actie, door het in aanbouw zijnde Fort Sheerness te veroveren en te verwoesten. De Tocht van Chatham maakte Michiel de Ruyter onsterfelijk en leidde tot een spoedige vrede tussen Engeland en de Republiek der Nederlanden.

     

    Nederlandse vloot tijdens de Tocht naar Chatham - Pieter Cornelisz van Soest
    Nederlandse vloot tijdens de Tocht naar Chatham – Pieter Cornelisz van Soest (Publiek Domein – wiki)

Vrede & gevolgen van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog

Op 31 juli 1667 kwam uiteindelijk de Vrede van Breda tot stand, die de Nederlandse eindoverwinning bezegelde. De besprekingen verliepen erg stroef, maar leverden uiteindelijk resultaten op. Zo dienden de Engelsen hun Navigatiewetten te versoepelen. Verder gaven ze hun claims in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) op, waardoor dat gebied voor de VOC veiliger werd. De Duitse achterlanden in het Heilige Roomse Rijk zouden tot de Nederlandse invloedssfeer gaan behoren. En verder hield Engeland New York als kolonie, maar wel in ruil voor de kolonie Suriname.


De Derde Engels-Nederlandse Oorlog (1672-1674)

Oorzaken & aanleiding van de oorlog

Het uitbreken van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog in april 1672 viel samen met wat bekend is geworden als de Hollandse Oorlog (1672-1679) of de Frans-Nederlandse Oorlog. De oorlog met Engeland begon in het Rampjaar 1672, toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gelijktijdig door vier buitenlandse mogendheden werd aangevallen: Frankrijk, Engeland, de bisschop van Münster en de bisschop van Keulen.

Lodewijk XIV in 1661
Lodewijk XIV in 1661
De hoofdoorzaak van de Engelse aanval op de Republiek was het geheime Verdrag van Dover (1670) tussen Engeland en Frankrijk, waarbij Engeland de Franse koning Lodewijk XIV toezegde om, in ruil voor subsidies en Karel II’s belofte Engeland te bekeren tot het katholicisme, Frankrijk te steunen bij een aanval op de Republiek. Als de alliantie won, zou Engeland onder meer Cadzand, Sluis en Walcheren in bezit krijgen.

Het verloop van de oorlog

Hieronder noemen we de belangrijkste slagen tussen de Engelsen en Nederlanders uit de Derde Engels-Nederlandse Oorlog en dus niet uit de complete Hollandse Oorlog. Een selectie van de belangrijkste zeeslagen:

  • Eerste Slag bij het Schooneveld (7 juni 1673) – In de Eerste Slag bij het Schooneveld (door de Engelsen de Battle of Solebay genoemd) verraste admiraal Michiel de Ruyter met 63 schepen een Frans-Engelse vloot van 86 schepen. De slag werd uitgevochten bij het Scoeneveld, een eilandje in de Westerschelde tussen Walcheren en West-Zeeuws-Vlaanderen. De Republiek bracht twee vijandelijke schepen tot zinken en won deze eerste slag.
  • Tweede Slag bij het Schooneveld (14 juni 1673) – Ook de Tweede Slag bij het Schooneveld, op 14 juni, eindigde in een Nederlandse overwinning. Admiraal De Ruyter wist door enkele tactische manoeuvres de Frans-Engelse vloot uit elkaar te drijven. Hierna hergroepeerden de Engelse en Franse oorlogsschepen zich en vluchtten naar Texel. Ze hoopten De Ruyter met zijn schepen naar Texel te lokken om wraak te nemen. Dat lukte twee maanden later, maar het treffen bij Texel, bekend als de Slag bij Kijkduin, verliep anders dan de Engelsen en de Fransen verwacht hadden.
  • Slag bij Kijkduin (11 augustus 1673) – De Slag bij Kijkduin, ook wel bekend als de Slag bij Texel, was de laatste directe zeeslag tussen Engeland en de Republiek tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog. Tijdens deze zeeslag bij Den Helder versloeg een Nederlandse vloot van 75 schepen een overmacht van 92 Engelse schepen.
     

Vrede & einde van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog

Na de Slag bij Kijkduin, die de Republiek feitelijk behoedde voor een complete Engels-Franse invasie, trok Engeland zich terug uit de Hollandse Oorlog en eindigde de Derde Engels-Nederlandse Oorlog. De oorlog had Engeland niets opgeleverd, behalve teleurstellingen en een hoop onkosten.

Op 19 februari 1674 tekenden afgevaardigden van de Republiek en Engeland in Westminster de Tweede Vrede van Westminster, die de oorlog formeel beëindigde. Het was een zogenoemd ‘status quo ante bellum’-verdrag, waarmee de situatie van voor de oorlog bijna onveranderd werd hersteld. Het verdrag was echter wel in zekere zin een vernedering voor de Republiek, omdat het ondanks de behaalde overwinningen op zee werd gesloten. De Republiek moest Engeland twee miljoen gulden aan brandschatting betalen om verdere Engelse agressie te voorkomen. Verder werd nogmaals bekrachtigd dat de voormalige kolonie Nieuw-Nederland aan Engeland toebehoorde en Suriname aan Nederland.

In de decennia hierna keerde de rust tussen Engeland en de Republiek terug. Dit had te maken met het feit dat de Nederlandse stadhouder Willem III in 1689 als koning van Engeland aantrad, maar ook met de afnemende invloed van de Republiek als zeemacht.


De Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784)

Oorzaken & aanleiding van de oorlog

Na de derde oorlog tussen de Engelsen en de Nederlanders was het ruim honderd jaar vrede tussen beide mogendheden. In de praktijk althans, want op papier was er nog steeds sprake van een oorlog zonder dat er schoten klonken. Weinig mensen weten dat deze Scilly War pas in 1986 eindigde. Maar dit terzijde, want in de praktijk werd er niet gevochten. De wapens tussen beide landen werden in het laatste kwart van de achttiende eeuw, de eeuw van de Industriële Revolutie en de Verlichting, weer opgepakt. In 1780 brak namelijk de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog uit, die tot 1784 zou duren.

Slag bij de Doggersbank, 5 augustus 1781 - Thomas Luny (Publiek Domein - wiki)
Slag bij de Doggersbank, 5 augustus 1781 – Thomas Luny (Publiek Domein – wiki)
De belangrijkste dieperliggende oorzaak van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784) was een politiek-ideologisch conflict. De Republiek der Nederlanden steunde eind achttiende eeuw de Noord-Amerikanen in hun strijd om onafhankelijk van Engeland te worden. In de Republiek begon in deze tijd de Patriottentijd (1780-1787), waarbij progressieve politici en burgers meer inspraak in de politiek eisten, tégen stadhouder Willem V en de orangisten. Deze groep steunde ook de revolutionairen in de Verenigde Staten, die de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring hadden aangenomen. Tijdens de oorlog tussen Amerika en Engeland die hierna uitbrak, zorgde de Republiek voor wapenleveranties aan de Amerikaanse opstandelingen (via het eiland Sint-Eustatius), maar ook voor financiële ondersteuning. Dit was tegen het zere been van Engeland. Pijnlijk voor de Engelsen was ook dat de Republiek weigerde om dat land te steunen, toen in 1778 Frankrijk en Spanje de oorlog aan Engeland verklaarden. De Nederlanden wilden neutraal blijven.

Een tweede oorzaak was economisch van aard. De Republiek was namelijk jaloers op de positie van Engeland. Engeland was tussen de jaren 1720 en 1780 de Republiek voorbijgestreefd qua welvaartsniveau. De Republiek bleek geen grote zeemacht meer te zijn, terwijl de Gouden Eeuw allang achter de rug was.

Portret van Henry Laurens tijdens zijn gevangenschap in de Tower van Londen (1781)
Portret van Henry Laurens tijdens zijn gevangenschap in de Tower van Londen (1781)
Directe aanleiding voor de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog was de arrestatie van de Amerikaanse diplomaat Henry Laurens. In de nazomer van 1780 was hij onderweg naar zijn post in de Nederlanden, toen de Britten hem op 3 september van dat jaar voor Newfoundland arresteerden. De Engelsen vonden bij de gearresteerde diplomaat een geheime economische overeenkomst, tussen een Amsterdamse koopman en de Amerikanen. Deze vondst grepen de Engelsen aan als argument om de Republiek op 20 december 1780 officieel de oorlog te verklaren.

Het verloop van de oorlog

Al na een jaar werd duidelijk dat de Republiek kansloos was. De Republiek was qua vloot numeriek in de minderheid en won geen enkele zeeslag. Het enige voer voor discussie dat de Vierde Engels-Nederlandse opleverde, waren sombere publieke debatten over de deplorabele situatie waarin de vroegere wereldmacht Nederland beland was geraakt. De belangrijkste confrontaties en feiten uit de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog waren:

  • Enorm scheepsverlies Republiek (januari 1781) – Deze maand maakte de Engelse vloot maar liefst 200 Nederlandse koopvaardijschepen buit.
  • Slag bij de Doggersbank (5 augustus 1781) – Tijdens de Slag bij de Doggersbank vochten 7 Nederlandse linieschepen tegen 7 Engelse oorlogsschepen. De slag eindigde feitelijk onbeslist. De Nederlanders verloren 140 man, de Engelsen 108, terwijl aan beide zijden zo’n 350 gewonden vielen. Maar over het geheel genomen was de Slag bij de Doggersbank een strategische overwinning voor de Britten, omdat hierna een einde kwam aan de zeer lucratieve Nederlandse Oostzeehandel. Deze handel in graan, hout, vis en luxeproducten was ooit door raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) en meerdere van zijn tijdgenoten aangeduid was als ‘moedernegotie‘: de belangrijkste handel voor de Republiek. De Nederlandse vloot ontweek voortaan de wateren van de Noordzee, waarna het daar niet meer tot echte zeegevechten tussen Engeland en de Republiek kwam.
  • Verovering St. Eustatius (3 februari 1781) – De Engelse kapitein George Rodney verovert Sint-Eustatius op de Nederlanders.
     
    Gravure van de Britse verovering van Sint Eustatius - Johann Baptist Bergmüller
    Gravure van de Britse verovering van Sint Eustatius – Johann Baptist Bergmüller

  • Slag in de Saldanhabaai (21 juli 1781) – Tijdens deze zeeslag viel een Britse vloot een VOC-konvooi aan, waarbij maar liefst vijf van de acht schepen veroverd werden en daarnaast nog één schip vernietigd werd. In de maanden voor en na deze slag veroverden de Britten verder de Nederlandse WIC-factorijen en havens in West-Afrika, Kaapstad en enkele koloniale gebieden in (Oost-)Indië.

Vrede & gevolgen van de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog

Vanaf 1782 nam de Republiek deel aan vredesonderhandelingen die in Parijs plaatsvonden tussen Engeland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Spanje. Reeds op 2 september 1783 bereikten Engeland en de Republiek der Nederlanden een preliminair akkoord over vrede. Maar formeel bleef het nog bijna twee jaar oorlog, hoewel er weinig gevochten werd. Op 20 mei 1784 kwam er een onderling vredesverdrag tot stand: de Vrede van Parijs, die voor de Nederlanden een echte vernedering was. Zo verloor de Republiek zijn Indische monopolie op de handel in specerijen. Verder werd Engeland in de Nederlandse koloniale gebieden in Indië een vrije vaart beloofd. En ten slotte moesten de Nederlanden hun kolonie in India, genaamd Negapatnam, afstaan aan Engeland.

VOC-duit uit 1735
VOC-duit uit 1735 (CC BY 2.5 – wiki)
Kort na de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog was het niet alleen nagenoeg gedaan met de Oostzeehandel. Binnen no time kwam ook de Verenigde Oost-Indische Compagnie aan zijn einde. De VOC werd vanwege armlastigheid in maart 1795 genationaliseerd en drie jaar later formeel opgeheven. De West-Indische Compagnie was enkele jaren eerder, in 1791, reeds genationaliseerd en zou het jaar erop ontbonden worden.

Inmiddels was de Republiek rond het einde van de achttiende eeuw, toch de eeuw van de Verlichting, flink verarmd. Rond 1795, toen de Bataafs-Franse Tijd begon, was het welvaartsniveau in de Nederlanden behoorlijk gezakt, zo meldden Geert Mak e.a. in het boek Verleden van Nederland (Amsterdam: Balans, 2015) bijvoorbeeld:

“Aan het eind van de eeuw was in Zuid-Holland bijna een kwart van de inwoners armlastig. De helft van de Leidenaren leefde van de bedeling. In Noord Nederland bleef 10 procent van de bevolking enkel in leven dankzij diaconieën en gaarkeukens. Het aantal baby’s dat in Amsterdam te vondeling werd gelegd, was gestegen van vijftien in 1691 tot bijna vijfhonderd in 1800″ (p.286)

Lees ook: The Scilly War tussen Engeland en Nederland (1651-1986): 335 jaar oorlog
…of: 1666: Pest, hellevuur en oorlog
…of: Biografie van Michiel de Ruyter
Boek: Militaire historie van Nederland (set)

Bronnen

Boeken
-Gijs Rommelse, The Second Anglo Dutch War (1665 1667). Raison d’état, Mercantilism and Maritime Strife (Hilversum: Verloren, 2007).
-Jaap Bruijn, Varend verleden. De Nederlandse oorlogsvloot in de 17e en 18e eeuw (Amsterdam: Balans, 1998).
-Gijs Rommelse, ‘Michiel de Ruyter in de Tweede Nederlands-Engelse Oorlog (1665-1667). Opperbevel en triomf’, in : Militaire Spectator jrg.176, nr.4 (2007) p.155-166.

Internet
-https://www.britannica.com/event/Anglo-Dutch-Wars
-https://www.contemplator.com/history/dutchwar.html
-https://geheugen.delpher.nl/en/geheugen/pages/collectie/Nederland+en+Engeland%3A+de+band+tussen+twee+naties/De+Engels-Nederlandse+oorlogen
-https://www.vocsite.nl/geschiedenis/engelseoorlogen.html
-https://www.historischnieuwsblad.nl/de-vooruitgang-2/
-https://www.canonvannederland.nl/nl/kalender/03/1665-03-04
-https://www.historischnieuwsblad.nl/de-eerste-engels-nederlandse-oorlog-1652-1654/
-https://morethannelson.com/capture-st-eustatius-3-february-1781/

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Ruim 50.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief.

Meld u ook aan

×