Hoe zag het dagelijks leven in Nijmegen er tijdens de Tweede Wereldoorlog uit? En welke rol speelden collaboratie en verzet in de Waalstad? Een uitgebreid antwoord op deze vragen geeft Lennert Savenije in het boek Nijmegen. Collaboratie en verzet (Van Tilt, 2018), de weerslag van een onderzoek waarop Savenije op 17 april 2018 aan de Radboud Universiteit promoveerde.
Een nooit voltooid onderzoek
Savenijes onderzoek bouwt voort op een project waarmee de bekende historicus Lodewijk Rogier (1894-1974) in 1959 in opdracht van de Gemeente Nijmegen startte, maar dat nooit voltooid werd. De voornaamste reden van het niet afronden van Rogiers onderzoek (zijn dossier kwam in het Gemeentearchief terecht), was diens besef dat hij feitelijk nog onvoldoende afstand had tot de tijd die hij beschreef. Die afstand is er nu gelukkig wel.
Tijdens de jaren 1940-1945 gebeurde er in Nijmegen – een bolwerk van katholieken en jonge studenten – van alles, vooral op het gebied van collaboratie en verzet. Berucht is het geallieerde vergissingsbombardement op 22 februari 1944. Maar ook vonden er meerdere schietpartijen plaats in het Kronenburgpark, verdween de Joodse gemeenschap in snel tempo uit de stad, had de NSB aanzienlijke invloed op de politie en in de politiek, en besloot de Radboud Universiteit in 1943 haar deuren te sluiten als signaal richting de Duitse bezetter. Operatie Market Garden, vanaf september 1944, luidde een periode van bijna een half jaar in waarin Nijmegen een frontstad was en veel te verduren kreeg. Stof tot overdenken genoeg.
Nuances en details & opzet van het onderzoek
Het jaar 2018 is door het vfonds uitgeroepen tot het Jaar van Verzet. De publicatie van Savenije past uitstekend bij dit thema, al kijkt Savenije in zijn boek breder dan het ‘Verzetsjaar’ doet. Hij onderzoekt het verzet in relatie tot collaboratie – waartussen zich een veranderende scheidslijn bevond -, en hoe beide op elkaar reageerden. Savenije komt onder andere tot de conclusie dat, aansluitend op de historiografische discussie, de oorlogsgeschiedenis noch zwart-wit, noch grijs, maar veelkleurig en dynamisch was. Houdingen van bijvoorbeeld Nijmeegse ambtenaren konden tijdens de oorlog veranderen. Savenije spreekt daarom van verzet en collaboratie, en laat ‘accommodatie’ (aanpassing aan de bezetter) als fenomeen achterwege. Dat is de nieuwe, mijns inziens overtuigende insteek van de jonge doctor.
Het vernieuwende aan Savenijes onderzoek is dat hij genuanceerd oordeelt over verzet en collaboratie en dat doet vanuit een stedelijke casestudy. De promovendus oordeelt niet maar probeert echt te verklaren en begrijpen. Dat is ook precies wat een historicus dient te doen. Daarbij heeft Savenije oog voor het kleinere verzet achter de schermen dat het ‘grotere’ verzet mede mogelijk maakte, zoals fraudeurs, saboteurs en mensen die onderduikers hielpen, koeriers, et cetera. Savenijes boek biedt, kort gezegd, nuchtere nuances vanuit historische details.
Nijmegen. Collaboratie en verzet begint met een beknopt historisch overzicht van de ontwikkeling van Nijmegen in de periode 1919-1939. Met name de opening van de Waalbrug in 1936 door koningin Wilhelmina, was belangrijk voor de stad en luidde een groeispurt in. Ook is er aandacht voor de politieke verhoudingen in de stad tussen met name rooms (de katholicisme) en rood (socialisme en communisme) in het interbellum. Vervolgens gaat Savenije chronologisch in op de mobilisatietijd, het begin van de oorlog, de omschakeling en gelijkschakeling, de rol van verzet en collaborateurs tijdens de bezettingstijd en ten slotte de ‘nasleep’ van de oorlog – zoals de Bijzondere Rechtspleging en wederopbouw – in de jaren 1945-1954.
Savenijes boek is bijzonder fraai geïllustreerd, met veel foto’s en kleurenafbeeldingen, gebaseerd op uitgebreid (archief)onderzoek en helder geschreven.
Enkele conclusies
Tot slot, ter inspiratie en illustratie, enkele conclusies uit het boek. Over Nijmegen in het jaar 1942, beschreven in het hoofdstuk ‘Ferm en schoorvoetend. Nijmegen en de onderdrukking’ stelt de auteur het volgende:
Dienstweigeringen in 1942 zijn niet bekend – later, naar zal blijken in het volgende hoofdstuk, gebeurde dat wel. Van de Nijmeegse politieagenten kan op grond van verschillende bronnen worden aangenomen dat zij worstelden met hun opdracht en op zijn minst probeerden de procedure te traineren. Met schroom, schoorvoetend, maar plichtsgetrouw voerden zij tijdens de grote razzia’s hun taak uit. (p.269)
Over het jaar 1944, het jaar dat begon met escalatie, grote spanningen en de bevrijding van de stad in september 1944, lezen we onder meer:
De dreiging van de politiestaat, het vooruitzicht op erger, van repercussies en represailles, bleef bepalend. Het ontduiken van e arbeidsinzet was niet zonder gevolgen en ondergrondse actie gold nog immer als onzeker en gevaarlijk. De bezetter reageerde, al dan niet via de gelijkgeschakelde politie, meedogenloos en probeerde verzetsdeelname uit alle macht te breken. Daarin waren ze inmiddels minder succesvol dan aan het begin van de bezetting, want hoewel de Nijmeegse verzetsnetwerken een aantal keren hard werden geraakt door arrestaties, bleven de organisatieverbanden functioneren. De LO-LKP en de Ordedienst hadden zich inmiddels geprofessionaliseerd. De lokale Nijmeegse takken van deze landelijke organisaties waren georganiseerd en in staat om verraad en ondermijning te doorstaan. (p.357)
Over de toegepast methodiek van vergelijkend onderzoek naar de dynamische interactie tussen verzet en collaboratie:
Achter de dynamische fenomenen verzet en collaboratie gaat een veelomvattende thematiek schuil. Die thema’s kunnen afzonderlijk van elkaar worden onderzocht, om later met elkaar in verband te worden gebracht. Maar dit onderzoek heeft willen laten zien dat het loont, of eigenlijk zelfs meer dan aanbevelenswaardig is, om de dynamische categorieën verzet en collaboratie gezamenlijk te onderzoeken aan de hand van een geschikte casus. Dat kan zoals in dit geval een stad zijn, maar dat hoeft niet, ook andere thema’s hebben bewezen daar zeer geschikt voor te zijn: personen, groepen en instellingen. (p.408, 409)
Hoewel Savenijes onderzoek geen baanbrekende of echt nieuwe conclusies oplevert, is zijn boek zeker waardevol. Door de methodiek die verzet en collaboratie als dynamische fenomenen beschrijft – en als methodiek door historici verder opgepakt kan worden voor vergelijkend onderzoek naar ‘zwart-wit’, ‘grijs’ of juist ‘veelkleurig’ -, maar ook vanwege het nut van dit boek als naslagwerk over Nijmegen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Boek: Nijmegen. Collaboratie en verzet
Lees ook het artikel: Collaboratie en verzet in Nijmegen – Een veelkleurige geschiedenis