De dagboeken van verzetsvrouw Miet Schijns zijn in opdracht van Regionaal Archief Tilburg getranscribeerd, waardoor ze nog makkelijker te lezen zijn. De Tilburgse Miet Schijns hield van 1915 tot 1947 een dagboek bij. Ze schreef over het dagelijkse leven tijdens de Tweede Wereldoorlog en stak daarbij haar anti-Duitse sentimenten niet onder stoelen of banken.
De handgeschreven dagboeken van Schijns waren al gedigitaliseerd, maar nu zijn de teksten door een samenwerking van vrijwilligers en artificial intelligence ook omgezet in getypte tekst. Dat vergroot de leesbaarheid en maakt het bereik van het dagboek breder. Zowel de scans van de handgeschreven teksten als de getranscribeerde teksten zijn via de website van Regionaal Archief Tilburg te bekijken.
Miet Schijns
Miet Schijns woonde met haar familie aan het Wilhelminapark 34 in Tilburg (destijds Noorderpark geheten). Ze was de vierde dochter uit het gezin van zes kinderen. Toen Miet vijftien jaar oud was overleed haar moeder. Twee zussen gingen het klooster in, een broer overleed in 1931 en de jongste zus trouwde. Miet (met de officiële voornamen Marie Françoise Louise Joseph), haar zus Net en haar vader woonden lang samen in het huis aan het Wilhelminapark. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vingen ze Belgische vluchtelingen op. In het jaar na die oorlog begon ze met schrijven, met een wisselende frequentie. Ze schreef door tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen bijna dagelijks.
Op 10 mei 1940 begon Miet in een nieuw boekje, het vorige was vol:
“’t Is wel op een ongeluksdatum dat ik dit nieuwe dagboek moet beginnen. Gisteren leefden we nog zo rustig en kalm en nu zitten we opeens al midden in de ellende.”
Toen de Duitsers in mei 1940 ons land binnenvielen, waren de zussen Schijns voorbereid. Zodra het luchtalarm afging, doken ze de kelder in, die ze in de maanden daarvoor al ingericht hadden. Ook mensen uit de buurt maakten hier gebruik van. In de eerste dagen van de oorlog werden verschillende kennissen, die door de oorlogshandelingen getroffen waren, in hun huis opgevangen.
In haar dagboeken komen Miet’s anti-Duitse sentimenten duidelijk naar voren. Ze beschreef het dagelijks leven in bezettingstijd: de verschillende Duitse inkwartieringen (“onze mof”), de schermutselingen met de beruchte NSB-politieagent Piet Gerrit, huiszoekingen en de steeds verdergaande maatregelen van de Duitsers. In bedekte termen schreef zij ook over de verzetsactiviteiten waarin zij en haar zus medio 1942 steeds intensiever betrokken werden. Diverse personen vonden in hun huis een veilig onderkomen omdat ze in hun eigen huis niet veilig waren voor Duitse invallen.
In het voorjaar van 1943 ontstond er een verzetsgroep waar de zussen Schijns deel van uitmaakten. In 1944 was het een komen en gaan van mensen die bij de zussen Schijns een onderduikadres vonden. Het huis van de zussen werd niet alleen gebruikt om mensen te laten onderduiken, het was ook een vergaderplek voor het verzet, er werden boodschappen ontvangen en doorgegeven en er werden zaken opgeslagen (bijvoorbeeld bonkaarten) die niet gevonden mochten worden door de Duitsers.
In 1977 verhuisden Miet en Net Schijns naar de Indigolaan 96b in Tilburg. In 1981 overleed Net. Miet verhuisde in 1983 naar Eindhoven, naar de Herman Gorterlaan, waar ze op 13 mei 1984 op 88-jarige leeftijd overleed.
Transkribus
De software waarmee de handgeschreven teksten zijn overgezet naar getypte tekst is Transkribus. Dit programma wordt veel gebruikt voor tekstherkenning, beeldanalyse en structuurherkenning van historische documenten. Onderzoekers stoppen er handgeschreven tekst in, trainen het programma om het handschrift te herkennen en uiteindelijk levert het computergeschreven tekst op.
Vrijwilligers hebben hiervoor uit elk dagboek de eerste 20 pagina’s overgetypt. Transkribus kon op basis van deze data zichzelf het handschrift eigen maken. Regionaal Archief Tilburg is van plan Transkribus in de nabije toekomst vaker in te zetten om teksten om te zetten in leesbaar schrift.