De afzetting van Richard II: een daad tegen de goddelijke orde

Koningsdrama
6 minuten leestijd
Richard II en Bolingbroke arriveren in Londen
De intocht van Richard II en Bolingbroke in Londen, geschilderd door James Northcote in 1793, beeldt de historische gebeurtenis uit waarbij Henry Bolingbroke (de latere koning Henry IV) Londen binnenrijdt met de gevangen koning Richard II aan zijn zijde.
De neven Richard van Bordeaux en Hendrik van Bolingbroke scheelden slechts drie maanden. Ze waren beiden tien jaar oud toen Richard in 1377 tot koning van Engeland werd gekroond. Richard had een vast geloof in zijn eigen door God gegeven majesteit. Hij ontwikkelde zich tot een tiran, regerend op basis van willekeur in plaats van de wet. Tot zijn neef en tegenpool Hendrik hem op 32-jarige leeftijd afzette en zichzelf tot koning van Engeland uitriep. In de dubbelbiografie Koningsdrama toont de Britse historica Helen Castor wat er gebeurt wanneer een heerser macht boven de belangen van zijn volk stelt; hoe een natie tot wankelen werd gebracht, maar herstelde. Op Historiek plaatsen we een fragment uit de inleiding van haar boek.

Troonswisseling in tijden van goddelijk gezag

De volle neven Richard van Bordeaux en Hendrik Bolingbroke werden slechts drie maanden na elkaar in 1367 geboren. Ze waren tien jaar oud toen Richard koning van Engeland werd. Ze waren tweeëndertig toen Hendrik hem in 1399 van de troon stootte om zijn plaats als koning in te nemen.

Richard II van Engeland
Richard II van Engeland
Het was een schokkend en buitengewoon gevaarlijk moment. In die tijd geloofde men dat God het gezag van de kroon had ingesteld om het koninkrijk en het volk te besturen. De vorst van Engeland moest tegelijk een krijger en een rechter zijn, om het koninkrijk tegen aanvallen van buitenaf en tegen interne anarchie te beschermen. Een koning afzetten betekende daarom alles riskeren – wereldlijke zekerheid en je onsterfelijke ziel – door tegen de door God gegeven orde der schepping in te gaan. Een zo onvoorstelbaar radicale actie kon alleen maar gerechtvaardigd zijn als het koningschap in tirannie ontaardde: een heerschappij van willekeur in plaats van orde en recht die de belangen van het koninkrijk en het volk in gevaar bracht in plaats van ze te verdedigen. En dan nog, was iemand anders dan God zelf gerechtigd om de vorst die Hij had gezalfd af te zetten?

Voordat Richard en Hendrik werden geboren, was die vraag in de driehonderd jaar sinds hun voorouder Willem de Veroveraar zijn kroon op het slagveld van Hastings verdiende slechts één keer bevestigend beantwoord. In de eerste decennia van de veertiende eeuw had hun overgrootvader Edward II de belangen van zijn gunstelingen zo permanent boven de noden van zijn koninkrijk gesteld, en met zulke rampzalige gevolgen, dat hij zijn eigen wettelijk gezag ondermijnde. Zijn vrouw leidde het verzet dat zijn zoon in 1327 in zijn plaats op de troon bracht.

Van tiran naar usurpator

Maar Richards afzetting in 1399 was de eerste waarbij de kroon niet overging naar een onbetwistbaar legitieme erfgenaam. Richard had het geboorterecht aan zijn kant, en had een diepgeworteld geloof in zijn door God geschonken majesteit; maar verder ontbeerde hij alle leiderschapskwaliteiten. Hendrik bezat alles waar het Richard aan ontbrak, alles wat een vorst aan kwaliteiten nodig had, behalve dat ene: het geboorterecht. Een tiran als koning werd vervangen door een usurpator als koning. Bij zijn pogingen om het koningschap te behouden, moest Hendrik het heilige gezag van de kroon afbreken om daarna te proberen het met betrekking tot hemzelf weer op te bouwen.

Toneelstuk van William Shakespeare.
Toneelstuk van William Shakespeare.
Richard en Hendrik zijn tegenwoordig het bekendst door de historiestukken van Shakespeare. Richard II en Hendrik IV, deel I en II bestrijken de jaren van 1398 tot 1413. Shakespeare zelf duidde Richard II als een tragedie aan: het stuk met passages van zijn mooiste onder de huid kruipende poëzie is een boeiende psychologische studie van Richard als vorst en mens. De meeste actie, de loop van de historische gebeurtenissen, speelt zich buiten het podium af. De centrale dramatiek zit in het spel van de gedachten en emoties van de koning, en de ontmanteling van zijn ‘zelf’ als hij van zijn macht, vervolgens van zijn kroon, en uiteindelijk van zijn leven wordt beroofd.

Richards neef is zijn nemesis, maar Shakespeare biedt geen toegang tot Hendriks gemoed. We zien alleen de loodzware keuzes waar hij voor staat en het harde pragmatisme van een politicus en soldaat die probeert zichzelf en het koninkrijk van de tirannie te redden. Richard is degene die hardop denkt, die deze nieuwe macht de waarheid zegt en moet omgaan met wat het betekent om een afgezette koning te zijn. Deze onbalans – met Richard in het tragische hart van het verhaal, en Hendrik als de veroorzaker van zijn val – werkt in een andere vorm door in de stukken die de naam van Hendrik dragen. Daar heeftœ een figuur die nauwelijks herkenbaar is als de dynamische Bolingbroke uit Richard II de troon bestegen als grijze man, door opstand en ziekte bijna tot anonimiteit gereduceerd; hij moet zijn centrale rol op het podium overdragen aan zijn zoon prins Hal, de toekomstige koning Hendrik V, en Hals (grotendeels fictieve) vriend Falstaff.

‘Zondeval’

‘Het toneelstuk zet een grillige, kinderloze vorst neer’

In de tijd dat de stukken werden geschreven, halverwege de jaren negentig van de zestiende eeuw, bijna tweehonderd jaar na het moment waarop Richard II begint, was hun contemporaine betekenis direct en controversieel. In de grote historische cyclus die ze completeerden – samen met de drie delen van Hendrik VI en Richard III die eerder in dat decennium op de planken werden gebracht – wordt de afzetting van Richard en de usurpatie door Hendrik gezien als de zondeval waarvoor Engeland gestraftœ zou worden met de grimmigheid van een burgeroorlog, het bloedige conflict tussen de huizen Lancaster en York, dat pas met de komst van de Tudors eindigde. In die lezing belichaamde de oudere koningin Elizabeth – op dat moment in de zestig – Engelands wederopstanding en triomfantelijke terugkeer naar vrede en welvaart.

Maar De tragedie van koning Richard II beschrijœft ook de rechtvaardiging voor de val van Richard, de noodzaak ervan, gezien de schade die hij toebracht aan zijn koninkrijk, en uiteindelijk de onafwendbaarheid van de val. Het toneelstuk zet een grillige, kinderloze vorst neer, een geïsoleerde figuur omringd door een kliek van egoïstische hovelingen, terwijl de troonsopvolging onduidelijk blijftœ. De koning ziet of erkent zelfs de verplichtingen van de kroon ten opzichte van zijn onderdanen niet. En in de jaren negentig van de zestiende eeuw leek die beschrijving in de ogen van de misnoegden onder het volk van Elizabeth het Engelse heden en verleden te typeren.

Hendrik claimt de troon, te midden van geestelijken.
Hendrik claimt de troon, te midden van geestelijken.

Shakespeares genuanceerde, lyrische behandeling van de crisis van 1399 kreeg brede aandacht en werd goed ontvangen, maar toen het toneelstuk voor het eerst werd gedrukt in 1597 en daarna nog eens tweemaal in 1598 was de provocerende scène van de afzetting zelf uit de tekst verwijderd. In het jaar daarna werd een andere versie van het verhaal van Richard en Hendrik zowel een commerciële sensatie als het mikpunt van intense politieke aandacht. John Haywards The First Part of the Life and Reign of King Henry IV verscheen in februari 1599 en ‘geen enkel boek verkocht ooit beter’, noteerde de uitgever. Hayward droeg zijn verhaal in bewonderende termen op aan de graaf van Essex, ooit Elizabeths begunstigde favoriet maar nu een verbitterde en verongelijkte dwarsligger binnen het regime. De koningin was ‘enorm woedend over dat boek dat opgedragen was aan de heer van Essex’, rapporteerde de advocaat Francis Bacon

…een verhaal over het eerste jaar van koning Hendrik de Vierde, dat zij als een opruiende aanzet zag om de hoofden van het volk te vullen met stoutmoedigheid en tweedracht.

John Hayward
John Hayward
In juni 1599 werd de tweede editie in de ban gedaan en verbrand toen die van de pers rolde en in juli 1600 werd Hayward zelf in de Tower gevangengezet. De nacht voordat Essex uiteindelijk de wapens opnam en in opstand kwam tegen Elizabeth, in februari 1601, organiseerden zijn vrienden en dienaren een toneelstuk over Richard en Hendrik – misschien Shakespeares Richard II of een toneelbewerking van Haywards boek – dat opgevoerd moest worden in het Globe Theatre in Londen. Ze wilden het zien omdat ze meenden dat de graaf het drama al snel ‘van het podium naar de staat’ zou brengen, maar de opstand stortte binnen een paar uur in. Aan het eind van de maand had Essex zijn hoofd verloren en zes maanden later was de koningin expliciet omtrent haar identificatie met de dode koning.

Ik ben Richard II, weet u dat niet?

…vertelde ze de bewaarder van de archieven in de Tower.

Koningsdrama - Helen Castor
 
Vierhonderd jaar later, na de regering van een tweede koningin Elizabeth, spelen vragen met betrekking tot de specifieke koninklijke soevereiniteit – de rechtmatige troonsopvolging en de rol van de monarch in de verdediging van de belangen van het koninkrijk – vooral in de sfeer van de politieke symboliek en passieve structuren. Op het eerste gezicht lijkt het onwaarschijnlijk dat de crisis van 1399, een zo heikel onderwerp in 1599, nog steeds haar invloed zou doen gelden. Maar de uitoefening van soeverein gezag is niet afhankelijk van de rol of het bestaan van een erfelijke monarchie. De relatie tussen onze bestuurders en de wet, de interactie tussen hun persoonlijkheden, hun principes (of het gebrek daaraan) en de precedenten en normen die onze overheden bepalen, blijven van cruciaal belang voor de koers van het beleid en het functioneren van het staatsbestel.

0
Reageren?x
×