De Eed van Hippokrates en de Tweede Wereldoorlog

Tentoonstelling bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort
2 minuten leestijd
1
Foto gemaakt tijdens de opening van de tentoonstelling
Foto gemaakt tijdens de opening van de tentoonstelling - Foto: Bram Petraeus

Donderdag is in Nationaal Monument Kamp Amersfoort een nieuwe wisseltentoonstelling geopend door minister Ernst Kuipers (VWS). In de tentoonstelling, getiteld Artsen(l)eed, staat de Eed van Hippocrates centraal, waarin artsen zorgvuldigheid zweren en patiëntenbelang voorop wordt gesteld. Hoe ging men hier tijdens de Tweede Wereldoorlog mee om en voor welke dilemma’s kwam men te staan?

In de tentoonstelling worden zeven artsen uit Kamp Amersfoort belicht: drie organisatoren van Medisch Contact, één Joodse arts, één arts als gijzelaar en de twee nazi-kampartsen. Centrale vraag is hoe het mogelijk is dat artsen, die dezelfde beroepseed hebben gezworen, in feite tegenover elkaar in een concentratiekamp belandden. De wisseltentoonstelling blijft een jaar lang staan.

Medische verzetsorganisatie

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verenigde het overgrote deel van de 6.500 Nederlandse artsen zich vanaf augustus 1941 in een geheime verzetsorganisatie, Medisch Contact genaamd. De oprichting van de nationaalsocialistische Artsenkamer en de invoering van de Ziekenfondsenwet mislukten faliekant. Tal van opgelegde plichten werden genegeerd, zoals het melden van slachtoffers van schot- en steekwonden, het leveren van personeelslijsten voor de Duitse oorlogsindustrie, het keuren van arbeiders enzovoort. Tweemaal zijn groepen deelnemende artsen opgesloten in Kamp Amersfoort: 11 in begin 1942 en ongeveer 285 in de zomer van 1943.

Opening van de nieuwe wisseltentoonstelling “Artsen(l)eed” door minister Ernst Kuipers.
Opening van de nieuwe wisseltentoonstelling “Artsen(l)eed” door minister Ernst Kuipers. – Foto: Bram Petraeus / Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Vanaf augustus 1941 werden in Kamp Amersfoort door de nazi’s verschillende groepen opgesloten, in totaal 47.000 personen waaronder vele duizenden dwangarbeiders voor de Arbeitseinsatz, verzetsstrijders, Joden, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, Amerikaanse staatsburgers, Jehovah’s getuigen en Sovjet-krijgsgevangenen. Enkele honderden gevangenen tekenden onder dwang een contract als SS-Frontarbeiter en belandden zo aan het Oostfront. Naar schatting driekwart van de gevangenen werd naar andere kampen doorgevoerd voor dwangarbeid, waarvan velen nooit zijn teruggekeerd.

‘Maar ik ben geen schooier’ - Nico van Nieuwenhuysen
‘Maar ik ben geen schooier’ – Nico van Nieuwenhuysen
Tijdens de opening van de tentoonstelling zei minister Kuipers onder meer:

“Wat veel mensen niet weten is dat artsen in het verzet een belangrijke rol speelden. Tot op de dag van vandaag weten we niet precies hoeveel levens gered zijn door het artsenverzet. Maar dat elke dokter die betrokken was een groot verschil heeft gemaakt, is duidelijk.”

Ook Nicolaas-John van Nieuwenhuysen, de kleinzoon van de kamparts van Kamp Amersfoort, hield een toespraak. Later op de dag werd de biografie van deze kamparts gepresenteerd, getiteld ‘Maar ik ben geen schooier’.

Boek: Nico van Nieuwenhuysen. Arts in Kamp Amersfoort en aan het Oostfront

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
1
0
Reageren?x
×