13 – Dapper en doelbewust
Echte mannen. Eerlijk en voor niemand bang. De waakzame burgers van weerbaar Alkmaar. Dat moesten de officieren op de schuttersstukken uitstralen. Staan voor de stad.
Iedere burger die het zich kon veroorloven was verplicht om zich als schutter voor zijn woonplaats in te zetten. De compagnieën of vendels hielden ’s nachts de wacht en handhaafden de orde in tijden van onrust. Voor en door gewone burgers dus. Schutters kwamen samen in hun gildehuis: de doelen. Niet alleen voor de wapentraining op het doelenterrein. Ook voor de gezelligheid. Hun officieren kwamen uit de regentenfamilies. Vaak nauw verbonden aan de stadsbestuurders.
De hoge heren die hier zijn afgebeeld, lieten zich opvallend levendig vereeuwigen. Geïnspireerd door Frans Hals brak Willem Bartsius met de Alkmaarse traditie om schutters staand af te beelden. Iedere officier is in vol ornaat vereeuwigd. Herkenbaar aan blauwe en oranje sjerpen en pluimen, aan hun wapens en aan attributen als de provooststaven.
De Oranje en Blauwe Vendels van de Alkmaarse Oude Schutterij waren in 1629 uitgezonden naar het front. In de grensstreken van de Republiek werd nog steeds met Spanje gevochten. Te Nijmegen moesten de Alkmaarse schutters als garnizoensleger dienen. Ter vervanging van het beroepsleger, dat elders nodig was. Herinnert dit schilderij uit 1634 aan die expeditie?
14 – Lijsten uitgelicht
Een schilderij bestaat niet alleen uit een doek of een paneel. De lijst eromheen kan een kunstwerk op zich zijn. De drie portretten van Jan de Baen bewijzen het: uit lindenhout gesneden, vergulde lijsten en kloeke doeken vormen samen een indrukwekkend geheel. Toen de stukken in 2009 gerestaureerd moesten worden, riepen vooral de lijsten ingewikkelde vragen op.
De kinderfiguurtjes (putti) die de familiewapens vasthouden, waren in de loop der eeuwen flink beschadigd geraakt. Vooral de uitstekende kopjes moeten het ontgolden hebben. Want de oorspronkelijke, geheel houten engeltjes bij Jacob en Maria hebben in het verleden nieuwe gezichtjes van pâte gekregen. Weinig geslaagd: net platte gipsen pannenkoekjes. En ze lieten ook nog eens los. Wat te doen? Alle putti ontdoen van latere toevoegingen en maar zo laten? Dan zouden de verminkte figuurtjes meer aandacht trekken dan de portretten zelf. Gelukkig waren de beide putti bij het portret van dochter Antoinetta nog onbeschadigd. Op basis van hun intacte hoofdjes zijn nieuwe, goedgelijkende pâte gezichtjes voor de andere figuurtjes gemaakt.
Ook de vergulding van de lijsten riep vragen op. De bovenste gouden laag bleek niet het oorspronkelijke verguldsel te zijn. Resten daarvan zaten er wel onder, zo bleek uit monsters. Maar had het zin die onder de latere laag vandaag te halen? De lijsten waren ongetwijfeld in de negentiende eeuw opnieuw verguld omdat ze vuil en kaal waren geworden. Besloten werd om de laatste, nog goed intacte vergulding te laten zitten. Hij is wel schoongemaakt en zo bijgekleurd dat hij oogt als een zeventiende-eeuwse vergulding. Resultaat: een moderne interpretatie van de zeventiende-eeuwse lijsten op basis van de negentiende-eeuwse bewerking daarvan.
Bovenstaande teksten zijn afkomstig uit het boekje Schoonheid en Stadstrots, geschreven door Leon A.J.H. Geutjes en verschenen onder redactie van Christi M. Klinkert, conservator van Stedelijk Museum Alkmaar. Eerder bijdragen in deze rubriek zijn op deze pagina te vinden.