Dark
Light

Menno van Coehoorn (1641-1704) – Beroemd vestingbouwkundige

Auteur:
9 minuten leestijd
Menno van Coehoorn
Menno van Coehoorn (Publiek Domein - wiki)

De Nederlander Menno van Coehoorn (1641-1704) staat in de militaire geschiedenis van ons land bekend als een baanbrekend vestingbouwer en een uniek artillerist en legeraanvoerder. Zijn bouwstijl voor militaire vestingen raakte in heel Europa bekend. Wie was deze Menno van Coehoorn eigenlijk, die naast tal van fortificaties ook het Coehoornmortier ontwierp en de IJssellinie uitvond? Een korte biografie van een van de invloedrijkste vestingbouwers en strategen uit de Nederlandse militaire geschiedenis.

Context & historische betekenis van Van Coehoorn

Portret van Menno van Coehoorn door Jacob Houbraken, naar een schilderij van Caspar Netscher
Portret van Menno van Coehoorn door Jacob Houbraken, naar een schilderij van Caspar Netscher (CC0 – Rijksmuseum – wiki)
Menno van Coehoorn onderscheidde zich tijdens de Veertigjarige Oorlog (1672-1712) tussen de Republiek dat het grootste deel van de oorlog onder leiding stond van koning-stadhouder Willem III (1650-1702) – en het Frankrijk van Lodewijk XIV (1638-1715), de Zonnekoning, als een groot strateeg. Het leverde hem in 1695 een benoeming op tot hoofdingenieur van de Nederlandse verdedigingswerken.

De Republiek slaagde er via een grote militaire inspanning in om de territoriale aspiraties van Lodewijk XIV te temmen. En Van Coehoorn leverde hieraan een aanzienlijke bijdrage. Pas na de Franse Revolutie van 1789, toen Napoleon Bonaparte de macht greep, bleken de Fransen weer in staat om Europese machtsaspiraties te hebben. Over het grote belang van Van Coehoorn als vestingbouwer en militair strateeg, schreef zijn biograaf Joep van Hoof in ‘Nieuwe manieren, sterke frontieren’ (2003) het volgende:

“Van degenen die tot aan de val van de Republiek in 1795 in zijn voetsporen traden, kon alleen Carel Diederik du Moulin, die van 1744 tot 1793 als directeur-generaal van fortificatiën optrad, enigszins in zijn schaduw staan. Daarom neemt Coehoorn alleen al door de wijze waarop hij invulling gaf aan zijn functie van ingenieur-generaal, een unieke plaats in de geschiedenis in.” (566)

De belangrijkste innovatie van Menno van Coehoorn lag in het introduceren van een nieuw systeem voor vestingbouw, het zogenoemde “Nieuw-Nederlands systeem”. Hierbij werden vestingen óók verdedigd bij de buitenoever van de gracht rond een stad. Daar werd een zogenoemde ‘enveloppe’ opgebouwd, een extra beschermende wal rond de stad. Actief verdedigen was de tactiek, via linies. De gedachte was dat het de aanvallers onmogelijk gemaakt moest worden om rechtstreeks of direct de stadsmuur te kunnen bestoken. Van Coehoorn ging hierbij, anders dan veel andere vestingbouwers, altijd uit van de inrichting van het landschap en de terreingesteldheid en niet primair van wiskundige berekeningen.

Jonge jaren & infanteriedienst (1641-ca.1680)

De exacte geboortedatum van Menno van Coehoorn is niet bekend, maar duidelijk is dat hij in maart 1641 geboren werd in Britsum, een dorpje even ten noorden van de stad van Leeuwarden. Hij kwam ter wereld op de zogenoemde Lettinga State, die momenteel niet meer bestaat. Zijn vader, Gosewyn van Coehoorn, was in dienst van het Friese stadhouderlijke hof. Zijn moeder heette Aletha Hinckema ab Hinckenburg. De Van Coehoorns stamden uit een oud geslacht dat tot de aristocratie behoorde en oorspronkelijk uit de buurt van Frankfurt kwam. Menno kreeg aanvankelijk thuisonderwijs van Nicolaus Amama en volgde daarna onderwijs aan de Universiteit van Franeker, waar hij zich met name verdiepte in wiskunde.

Menno van Coehoorn
Menno van Coehoorn (Publiek Domein – wiki)
Op zestienjarige leeftijd, in 1657, trad Menno van Coehoorn als infanterist toe tot het leger van de stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz (1613-1664), die hem nagenoeg meteen benoemde tot kapitein over een compagnie. Hierna volgde een lange carrière in het leger, waarbij Van Coehoorn veel praktische en strategische militaire ervaring opdeed. Tijdens zijn infanteriedienst leerde Van Coehoorn, met name vanaf 1680 toen hij door stadhouder Willem III geregeld werd ingezet voor inspecties van vestingwerken, hoe vestingen en steden efficiënt en slim verdedigd konden worden. Hij maakte als verdediger maar ook als aanvaller diverse stadsbelegeringen mee. De belangrijkste les die Van Coehoorn leerde over strategische vestingbouw, en die hij later zou uitwerken in twee boeken, was dat niet wiskunde en logica bepalend waren voor het ontwerp, maar de terreingesteldheid waar de te verdedigen stad zich bevond.

In april 1660, Van Coehoorn was toen negentien jaar, kreeg hij van de Staten van Friesland permissie om als kapitein, samen met een collega, de gezant Humalda te begeleiden op een diplomatieke reis naar het koninklijk hof van Spanje.

Toen Nederland in 1672 van vier zijden werd aangevallen en het beruchte Rampjaar plaatsvond, bleek de provisorische waterbarrière die toen gebruikt werd kwetsbaar te zijn. Toen het begon te vriezen, trokken de Fransen over de bevroren rivieren. Om die reden besloten de Nederlandse bestuurders in 1673 om een professionele waterlinie op te richten om Holland beter te kunnen verdedigen.

In juni 1673 was Van Coehoorn als kapitein betrokken bij de verdediging van de stad Maastricht, maar zonder succes. Al na enkele weken namen de Franse belegeraars de stad in. Van Coehoorn raakte hier gefascineerd in de Franse vestingbouwkundige Sebastién le Prestre seigneur de Vauban (kortweg: Vauban), die met een nieuwe graaftactiek dichter bij de stadsmuren wist te komen. Van Coehoorn leerde hiervan dat aanvallers belet moesten worden om in het voorterrein bij de stadsmuren aanvalswerken op te bouwen.

In 1674 nam Van Coehoorn, dit keer als aanvaller, deel aan het beleg van de plaats Grave, dat begon op 25 juli 1674. Diverse bestormingen van de Staatse troepen leverden lange tijd niets op: de Fransen wisten de aanvallers steeds weer terug te dringen. Tijdens het Beleg van Grave, dat op 27 oktober 1674 eindigde in de Franse capitulatie en aan circa 15.000 soldaten het leven kostte, werden voor het eerst zogenoemde Coehoornmortieren ingezet. Deze door twee personen draagbare mortieren, ook bekend als werpgeschut, hadden een kaliber van circa 13 centimeter en waren ontwikkeld door Van Coehoorn. Dit Coehoornmortier is nog tot in de twintigste eeuw gebruikt door de Nederlandse marine om bevoorradingskabels naar een ander vaartuig te schieten en voor het afschieten van lichtkogels. Tijdens het Beleg wilde Van Coehoorn de commandant van de Staatse troepen, Carel Rabenhaupt, van strategisch advies voorzien, waaruit blijkt dat hij invloed had. Maar de aanvoerder van de Staatse troepen luisterde niet naar de adviezen. Mede hierdoor duurde het beleg langer.

Op 3 februari 1678 huwde Van Coehoorn met Magdalena van Scheltinga, in Britsum, met wie hij twee zonen en twee dochters kreeg. Zijn eerste vrouw overleed in 1683, waarna Van Coehoorn, volgens het Biographisch Woordenboek der Nederlanden uit 1800 (vol.7), nog een relatie had met een zekere Truytje van Wigera.

Maquette van de verdedigingswerken van Coevorden
Maquette van de verdedigingswerken van Coevorden (CC BY-SA 3.0 – Onderwijsgek – wiki)

Van Coehoorn als vestingbouwer & bastion-inspecteur (1680-1695)

In 1680 begon Van Coehoorn, in opdracht van stadhouder Willem III, als vestingbouwer en -inspecteur. Zijn eerste twee projecten waren het inspecteren van de vestingmuur van Grave – Van Coehoorn kwam in juni 1684 met een verbeterplan, dat echter niet werd uitgevoerd – en de fortificatie van de stad Coevorden, wat wél doorging. Van Coehoorns aanpak, met als uitgangspunt het landschap voor het bepalen van de beste verdedigingsstrategie – viel niet bij iedereen in goede aarde. Vanaf 1680 raakte hij in debat met de kapitein-ingenieur Louis Paen, die verantwoordelijk was voor de verdedigingswerken bij Naarden. Deze pennenstrijd staat bekend onder de naam ‘Twist der vijfhoecken’.

Wederlegginge der Architectura militaris - Menno van Coehoorn
Wederlegginge der Architectura militaris – Menno van Coehoorn (Google Books)
De kritiek van Paen bracht Van Coehoorn ertoe zich te verdedigen in het werk Wederlegginge der architectura militaris, dat in 1683 uitkwam in Leeuwarden. In 1685 kwam Van Coehoorns hoofdwerk uit, waarmee hij naam maakte als ingenieur en vestingbouwer: Nieuwe vestingbouw, op een natte of lage horisont. De vijftien ontwerpen en schetsen van vestingen in dit werk, Van Coehoorn bood ingenieurs drie hoofdkeuzes, waren divers. Nieuwe vestingbouw gaf, naast veel militair-strategische inspiratie, ook de aanzet tot de bouw van de zigzagvormige of stervormige bastions die in de achttiende eeuw veel in de Republiek gebouwd werden. Een fraai voorbeeld is de ommuring van De Brielse Vesting, die in 1713 gereedkwam.

Vooral vanaf de Negenjarige Oorlog (1688-1697), een Europese oorlog tegen de machtsaspiraties van het Frankrijk van Lodewijk XIV, wist Van Coehoorn zich te onderscheiden als defensief strateeg. Gedurende de belegeringen van de plaatsen Keizersweer en Bonn in 1689 paste Van Coehoorn zijn verdedigingstactieken succesvol op het slagveld toe. Verder maakte hij naam door de verdediging van de stad Namen in mei en juni 1692 tegen de Fransen en de verovering van de stad Hoei in 1694.

Kaart van de vesting Brielle - Tirion, 1743
Kaart van de vesting Brielle – Tirion, 1743 (Publiek Domein – wiki)

Benoeming tot en dienstperiode als ingenieur-generaal der forten (1695-1704)

In september 1695 maakte Van Coehoorn promotie en kreeg hij en functie als ‘ingenieur-generaal der fortificatiën’. Feitelijk hield dit in dat hij voortaan de voornaamste architect was van het verdedigingsstelsel van de Republiek. Onder leiding van Van Coehoorn vond vanaf 1698 een renovatie van het Nederlandse verdedigingsstelsel plaats, die tot het begin van de Spaanse Successieoorlog in 1702 duurde. De verbeteringen aan het verdedigingsstelsel waren broodnodig, zo hadden de Engels-Nederlandse Oorlogen en het Rampjaar 1672 wel bewezen: de Republiek was in defensief opzicht kwetsbaar.

Veldmaarschalk Godard van Reede - Portret door Adriaen van der Werff
Veldmaarschalk Godard van Reede – Portret door Adriaen van der Werff (CC0 – wiki)
Als militair en strateeg viel Van Coehoorn meerdere malen op. Op 16 maart 1696 wist hij bijvoorbeeld, samen met veldmaarschalk Godard van Reede (1644-1703) een belangrijk munitiedepot van Lodewijk XIV op te blazen, nabij Givet.

Na de Vrede van Rijswijk op 20 september 1697, die de Negenjarige Oorlog beëindigde, kreeg Van Coehoorn op 28 november 1697 opdracht van de Staten-Generaal om alle forten langs de ‘grenzen’ (‘frontieren’) te verkennen om zwakke plekken in kaart te brengen. Die moesten snel verbeterd worden, want het was iedereen duidelijk dat er snel weer oorlog met de Fransen zou uitbreken. De verdedigingslinie moest dus rap op orde gebracht worden. Inderdaad brak er snel weer oorlog uit. Na het overlijden van de kinderloze Spaanse vorst Karel II begon de Spaanse Successieoorlog (1701-1713).

Tijdens deze oorlog liet Van Coehoorn als strateeg opnieuw meermalen van zich horen. In maart 1703 onderscheidde hij zich tijdens het beleg en de inname van Bonn. Een latere historicus, J. Bosscha, noemde Van Coehoorn om deze reden, met een referentie naar de vroegere stadhouder Frederik Hendrik:

“…de Grote Stedendwinger”.

Van Coehoorn had inmiddels een grote internationale reputatie opgebouwd. Niet voor niets probeerde tsaar Peter de Grote hem in 1697 naar Rusland te halen als militair strateeg. Maar ook nationaal was Van Coehoorn van onschatbare waarde als vestingbouwer. Zo was hij, naast de al genoemde fortificaties, betrokken bij het ontwerp en de bouw van verdedigingswerken in steden als Groningen, Nijmegen, Zwolle, Breda en Bergen op Zoom en bedacht hij ook de IJssellinie, een verdedigingslinie die werkte via inundatie van de IJssel en die tot in de jaren 1960, tijdens de Koude Oorlog, nog door het Nederlandse leger in gebruik was.

Grafmonument van Menno van Coehoorn in Wijckel
Grafmonument van Menno van Coehoorn in Wijckel (CC BY-SA 4.0 – RCE – wiki)

De laatste levensjaren van Van Coehoorn

In het voorjaar van 1704 kreeg Menno van Coehoorn twee keer te maken met een beroerte. In februari van dat jaar besloot hij om, ondanks de beroertes, toch naar Den Haag te gaan om daar belangrijke besprekingen te voeren. Vermoedelijk leidde deze reis tot roofbouw op zijn lichaam. Op 17 maart 1704 blies Menno baron van Coehoorn zijn laatste adem uit. Hij kreeg zijn laatste rustplaats in de Vaste Burchtkerk in Wijckel, in het Friese Gaasterland (in het zuiden van de provincie), in een praalgraf. In deze plaats Wijckel had Van Coehoorn eerder, in 1678, een state (landhuis) laten bouwen, namelijk buitenplaats Meerenstein.

De Een landelijke vrijwilligersorganisatie voor het behoud van historische verdedigingswerken is naar de beroemde vestingbouwkundige vernoemd: de Stichting Menno van Coehoorn.

Lees ook: Maarten van Rossum: biografie van een beruchte Nederlandse veldheer
…of: Positionering van het Camp d’Utrecht bij Zeist in 1804
Boek: Boekenset: Militaire historie van Nederland – Gerrit Knaap e.a.

Bronnen

Boeken & artikelen
-Joep van Hoof, Menno van Coehoorn (1641-1704). Vestingbouwer-Belegeraar-Infanterist (Den Haag: Instituut voor Militaire Geschiedenis, 2004).
-idem, ‘Nieuwe manieren, sterke frontieren. Het bouwconcept van Menno van Coehoorn en zijn aandeel in de verbetering van het verdedigingsstelsel’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (BMGN) 118.4 (2003) 545-566.
-J.A.Ph. Laguette, ‘Beleg en verovering van Grave in 1674’, Militaire Spectator (1974) 547-556.
-Maurits Ebben (vert./red.), Lodewijck Huygen’s Spaans Journaal: Reis naar het hof van de koning van Spanje, 1660-1661 (Zutphen: Walburg Pers, 2005) p. 365 (bijlage A).
-‘Menno van Coehoorn’, in: Jacques Alexandre de Chalmot (red.), Biographisch woordenboek der Nederlanden vol.7 (Amsterdam: J. Allart, 1800) 127-137.

Internet
-http://www.coehoorn.nl/de-stichting/historie-https://mijngelderland.nl/inhoud/verhalen/de-vestingwerken-van-menno-van-coehoorn
-https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1918/1974/1974-0547-01-0157.PDF
-https://www.kb.nl/themas/gedrukte-boeken-tot-1800/menno-van-coehoorn
-https://www.levedevestingbrielle.nl/tag/menno-van-coehoorn/
-https://www.absolutefacts.com/nl/menno-van-coehoorn.htm
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Menno_van_Coehoorn
-http://www.coehoorn.nl/terminologie-c/155-coehoornmortier
-https://www.genealogieonline.nl/west-europese-adel/I72300.php
-https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/c662979165fadbf87da6a1086bae9fd7
-https://www.charlemont-citadelle-de-givet.fr/nl/historique/

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×