Dark
Light

De korte carrière van tussenpaus Wim de Kort

3 minuten leestijd

‘Iedere paus is een tussenpaus,’ zei voormalig VVD-leider Frits Bolkestein ooit. Dat mag waar zijn, de ene tussenpaus is aanzienlijk langer aan de macht dan de andere. Neem Wim de Kort.

Van de politieke loopbaan van deze Brabander kan overigens niet gezegd worden dat ze maar even duurde. Hij zat van 1945 tot 1966 in de Tweede Kamer, meer dan twintig jaar dus. Ook was hij onder meer vanaf 1960 veertien jaar burgemeester van Nieuw-Ginneken, bij Breda. Toch is zijn naam vrijwel vergeten. Dat kwam omdat hij maar enkele jaren een werkelijk belangrijke positie innam, en toen bovendien al snel veel kritiek kreeg.

Wim de Kort, 1961
Wim de Kort, 1961 (CC BY-SA 3.0 nl – Spaarnestad – Jan van Eijk)
Van september 1961 tot december 1963 was hij fractieleider van de KVP, destijds de grootste partij van Nederland (in 1980 opgegaan in het CDA). De Kort kreeg die functie als opvolger van Carl Romme, die in de jaren vijftig de Nederlandse politiek had gedomineerd (samen met PvdA’er Willem Drees). Romme verliet zijn post begin jaren zestig wegens gezondheidsklachten.

Hoewel Romme al enkele jaren met het idee speelde ermee op te houden, stond er geen opvolger klaar. Uiteindelijk koos de fractie unaniem voor Wim de Kort. Hij was niet alleen een zeer ervaren Kamerlid, hij had ook ruime bestuurlijke ervaring elders. Zo was hij in de jaren vijftig geruime tijd in de Provinciale Staten van Brabant actief geweest. Bovendien was hij, zoals gezegd, sinds 1960 burgemeester van de kleine (inmiddels opgeheven) gemeente Nieuw-Ginneken.

De Kort stemde in met zijn benoeming, maar grote verwachtingen koesterde hij niet. Naar verluidt raadpleegde de zeer gelovige politicus trouwens eerst een pastoor.

Kinderrijk

Wim (‘Wimme’) de Kort werd geboren in Tilburg in 1909. Hij groeide op in een traditioneel katholiek en kinderrijk gezin. Hij studeerde politieke en sociale wetenschappen en wijsbegeerte in het Belgische Leuven, waar hij in 1940 promoveerde op een proefschrift over arbeidsbemiddeling. Tijdens de Duitse bezetting nam hij deel aan het verzet.

Niet lang na de oorlog kwam hij in de Tweede Kamer (aanvankelijk benoemd, want in 1945 waren er nog geen nieuwe verkiezingen geweest.) Hij hield zich als volksvertegenwoordiger vooral bezig met sociale zekerheid. Als politiek leider gaf hij wat minder strak leiding dan zijn voorganger Romme, waardoor hij in zijn partij weldra negatieve oordelen kreeg.

Lichte winst

In mei 1963 vonden er Kamerverkiezingen plaats, met De Kort als (mede)lijsttrekker. De uitslag daarvan gaf niet echt aanleiding de centrumrechtse regeringscoalitie te veranderen, want de KVP boekte een lichte winst en het verlies voor de VVD viel mee. Niettemin kwam ook de PvdA, die bij de stembusgang 5 zetels moest inleveren, in beeld als regeringspartner. Romme, tot informateur benoemd, presenteerde zesendertig ‘bouwstenen’, die bij de onderhandelingen een leidraad zouden moeten zijn. De PvdA stelde zich inschikkelijk op en liet blijken tot compromissen bereid te zijn.

De Kort tijdens de formatie van 1963. Hij trok aan het kortste eind, Marijnen werd premier.
De Kort tijdens de formatie van 1963. Hij trok aan het kortste eind, Marijnen werd premier. (Nationaal Archief, Anefo – CC0)
De Kort werd vervolgens, zij het niet zonder protest, formateur en dat was meteen het begin van het einde. Hij koos namelijk tamelijk onomwonden voor een voortzetting van een coalitie met de VVD, hetgeen bij PvdA-leider Anne Vondeling voor verbaasde reacties zorgde en ook bij diverse KVP’ers van naam slecht viel. En wat erger was: De Kort slaagde er daarna niet in een regering tot stand te brengen, waarna hij zijn opdracht binnen de kortste keren moest teruggeven.

Toen het zijn opvolger Louis Beel, die hierna informateur werd, wel lukte in een mum van tijd de centrumrechtse partijen tot een regeerakkoord te verleiden, kon De Kort zich opmaken voor een stille aftocht.

Toch trad hij pas in december van 1963 af. Zijn opvolger was Norbert Schmelzer, over wie een deel van de KVP om heel andere redenen na diens beruchte ‘Nacht’ zijn beklag zou doen.

Pensioenfonds

Hierna bleef De Kort wel een paar jaar (tot 1966) Kamerlid. Daarna was hij onder meer enkele jaren kroonlid van de SER (Sociaal-Economische Raad). In de jaren zeventig kwam hij nog in opspraak omdat hij als bestuurder van een pensioenfonds weinig gelukkig opereerde, met een miljoenenverlies tot gevolg. In 1993 is hij overleden in het zuiden van Frankrijk.

×