Dark
Light

Gerard Bolland – ‘Vader’ van het Nederlands fascisme

Autodidactisch filosoof
Auteur:
6 minuten leestijd
Buste van Gerard Bolland
Buste van Gerard Bolland (CC0 - Rijksmuseum)

De Leidse filosoof en hoogleraar Gerard Bolland (1854-1922) wordt vaak beschouwd als de ‘stamvader’ van het Nederlands fascisme. Berucht is met name zijn antisemitische en antidemocratische lezing De Teekenen des Tijds, die hij een jaar voor zijn dood uitsprak.

Dat de in Groningen geboren Bolland het tot hoogleraar schopte is best bijzonder. Een wetenschappelijke opleiding volgde hij zelf namelijk niet. Hij doorliep alleen de lagere school.

Gerard Bolland
Gerard Bolland
Bolland werd geboren in een relatief eenvoudig gezin. Hoewel zijn vader afkomstig was uit een protestantse Leidse familie, werd hij door zijn moeder katholiek opgevoed. De jonge Bolland relativeerde en betwijfelde het geloof echter al vroeg.

Op veertienjarige leeftijd sloot de jonge Gerard zich vrijwillig aan bij een militair garnizoen van Schoonhoven. Aanvankelijk was het de bedoeling dat hij daar tien jaar als kanonnier zou dienen, maar na vijf jaar kwam Bolland ernstig in de problemen. Na een incident waarbij hij een meerdere in rang beledigd had en bovendien handtastelijk was geworden, volgde in 1873 een veroordeling van drie jaar gevangenisstraf, die uitgezeten moest worden in het Militair Detentiehuis te Oegstgeest.

Zijn tijd in het Detentiehuis besteedde Bolland onder meer aan zelfstudie. Kort na zijn vrijlating slaagde hij er hierdoor in met succes het onderwijzersexamen af te leggen, waarna hij in Katwijk aan Zee aan de slag ging als leraar. In de periode hierna verdiepte Bolland zich onder meer in het Gothisch, Angelsaksisch en Oud-hoogduits en uiteindelijk verwierf hij een aanstelling als taaldocent in Batavia (1881-1896). Bolland begon zich in deze periode ook te verdiepen in de filosofie. Met name het werk van de Duitse filosoof Eduard von Hartmann boeide de Nederlander, die ook verschillende filosofische teksten begon schrijven die gepubliceerd werden in kranten en tijdschriften, waaronder het Bataviaasch Handelsblad en De Nieuwe Gids. In een biografisch artikel van het Huygens Insituut lezen we over de ontwikkeling van de autodidact:

Geleidelijk werd de toon van Bollands geschriften feller, zelfbewuster en ook soms beledigend tegenover hen die hij bestreed. In brieven aan de Amsterdamse hoogleraar C. Bellaar Spruyt liet hij er geen misverstand over bestaan dat hij zich als de beste kandidaat voor een Nederlandse leerstoel in de wijsbegeerte zag.

Gerard Bolland
Gerard Bolland
In het voorjaar van 1896 ging de wens van Bolland in vervulling. Hij solliciteerde met succes naar de vrijgekomen positie van hoogleraar filosofie aan de Universiteit Leiden. Dat Bolland de positie als autodidact verwierf had hij onder meer te danken aan een oude kennis, Pieter Jacob Cosijn, hoogleraar Oudgermaans in Leiden.

De kersverse hoogleraar filosofie maakte al snel naam. Met zijn colleges, die grote aantallen leerlingen trokken, stimuleerde hij de belangstelling voor de filosofie. Bolland was met name gegrepen door de filosofie van Georg Hegel en zorgde via zijn colleges in Nederland voor een heropleving van diens werk. Bolland liet de belangrijkste geschriften van deze in Nederland destijds wat vergeten Duitse denker opnieuw uitbrengen en voorzag de teksten zelf van commentaar.

Dat de hoogleraar al snel bekendheid genoot onder grote delen van de bevolking, blijkt ook wel uit het feit dat de Nederlandse dichter-zanger Koos Speenhoff in 1915 een gedicht over hem schreef. Hierin nam deze onder meer het bijzondere taalgebruik van de populaire hoogleraar op de hak. Twee coupletten:

Holland heeft Professor Bolland,
Daar is zeer veel mee gezegd.
Zonder Bolland kwam in Holland
Weinig van moraal terecht
Moesten we tevreden wezen
Met ons ouderwetsch gedoe,
Daarom stappen we eendrachtig
Naar ons Bolland kerkje toe.
In ons stille, vrije Landje,
Woont een oppermachtig man,
Die met zijn wonder-woorden,
Wereldzinnen zeggen kan;
Als zijn taal na vele jaren,
Duizendmaal is uitgelegd,
Spreken we in Holland Bollandsch,
En je weet of wat je zegt.

De filosoof stond bekend als een groot liefhebber van het Nederlands dat hij beschouwde als een taal voor de “hoogere aangelegenheden des geestes”.

Antidemocratisch en vrouwonvriendelijk

De filosofie van Bolland was uitermate antidemocratisch. De self made filosoof schuwde de confrontatie niet en verketterde veel van zijn collega’s als ‘stompzinnige wezens’. In een interview met de Volkskrant omschreef zijn biograaf Willem Otterspeer hem in 1993 als volgt:

“Bolland vond iedereen dom, hij zag zichzelf als de incarnatie van de wijsheid. Misschien is de sleutel – als je dat kunt zeggen over iemand die zo ingewikkeld is – tot begrip van de persoon Bolland: dat hij autodidact was. Autodidacten plegen (kijkt u maar naar Mulisch) gigantische systemen op te bouwen rond alles wat zij beweren en doen.”

De Teekenen des Tijds - Gerard Bolland
De Teekenen des Tijds – Gerard Bolland (heruitgave, 1940)
Volgens de filosoof was de beschaving sinds 1918 ontwricht en ontbonden, iets wat hem zeer aangreep en waar hij de schuld onder meer neerlegde bij communisten, socialisten, democraten en de grootstedelijke cultuur.

“Wie van algemeen stemrecht en parlementarisme genezing hoopt voor maatschappelijke euvelen is een welgemeende dwaas.”

Van het vrouwenkiesrecht moest Bolland niets hebben. Vrouwen waren in zijn ogen sowieso incapabel en het ergerde hem zeer als hij studentes aantrof in de collegezaal. Demonstratief begon hij zijn colleges, ongeacht het geslacht van de aanwezigen, met de woorden “mijne heren”. Ook zou Bolland de collegezaal ooit direct hebben verlaten toen hij constateerde dat er alleen vrouwelijke studenten in de collegebanken zaten. Bij zijn vertrek zei hij toen: “Ik zie dat er niemand is”.

Het laatste college dat Bolland gaf aan de universiteit is zeer berucht. In dit college, getiteld De Teekenen des Tijds. Een academische les, ging de hoogleraar flink los op “de dommere meerderheid”, waartoe hij het gros van de kiezers rekende. De hoogleraar sprak zijn slotcollege in verschillende steden uit. De ‘adademische les’ verscheen ook in druk en vond gretig aftrek. Het eerste jaar beleefde het werkje al drie drukken.

Ook Joden werden door Bolland niet ontzien. De Teekenen des Tijds is zelfs uitgesproken antisemitisch. Zoals de nazi’s na hem zette hij Joden al neer als biologisch vreemde en inferieure wezens. Met name dankzij zijn slotcollege wordt Bolland geregeld aangemerkt als de grondlegger van de fascistische beweging in Nederland.

Fragmenten uit De Teekenen des Tijds:

Volk echter heet in onze dagen bij voorkeur de groote hoop der minderwaardige stedelingen, de menigte allereerst der stedelijke arbeiders; dit volks is arm aan echten volkszin, en zorgeloos teert het zonder eigen vlijt van den arbeid der anderen, allereerst van het landvolk. Als anorganische massa met verkeerden gemeenschapszin is het van het organische en georganiseerde volk slechts een lui, ondankbaar en verkankerd overblijfsel; de heerschappij van het zoogenaamde volk is als heerschappij van den arbeider de heerschappij eener menigte zonder plichtsgevoel of belangstelling voor het gemeenschappelijk nationaal belang, die liefst zoo weinig mogelijk doet, en zonder dwang of weinig toezicht dit weinige slecht doet. ‘Hoe doe ik het minst en krijg ik het meest?’ Zietdaar de vraag van den arbeidenden stand in onze dagen…

Bolland in Leiden, 1917
Bolland in Leiden, 1917
De democratische kiezer vraagt niet naar nationale wenschelijkheid; hij houdt zich aan zichzelven en verlangt alleen naar bevrediging van eigene nationale, gemeenschap-verloochenende en tenslotte ontbindende, wenschen. De gemeenschapszin van den tot democraat ontwikkelden arbeider is de gemeenschapszin van het bewust geworden kankergezwel, dat onder ons ook reeds de staats- en stadsambtenaren heeft aangestoken, die al begonnen zijn, zich het recht toe te kennen, om in hunne afzonderlijke vereenigingen ontevredenheid jegens stad of staat te tonen bij wijze van bedreiging met, of besluit tot, gezamenlijke staking. Een staat, die dàt moet dulden, is in beginsel verloren; hij moet op den duur chaotisch worden.

Joden hebben hunne deugden, en ik wil hier niet geacht worden te spreken als der Joden vijand… Maar al waren de Joden tezamen ieder voor zich edelsteenen, kol Jisraël chaberim; ze blijven vreemdheden in óns onjoodsch organisme, onverteerbaarheden en onverwerkbaarheden, die in het Europeesche samenlevingsgestel ziekelijkheid van gevoel en onwelzijn veroorzaken, tot verettering toe…

Zoo blijven de Joden ook onder ons betrekkelijk ongelijksoortigen en vreemden, die als oosterschen naturen zonder humor of zin voor het harmonische, of reeds hunne manieren, door hunnen drukheid, onbescheidenheid en opzichtigheden, voor ons anderen vanzelf hunne hinderlijke eigenschappen hebben, en met hunne gave van democratische opruiing de gemoedelijkheid der Europeesche samenleving niet vermeerderen… Te midden der anderen, in wier instellingen hij overal en altijd het vreemde ziet en bestrijdt, is de Jood wel verstandig vitter en afbreker, maar geen gemoedelijk heil brengend opbouwer. Hij is geboren splijtzam, spelbreker en vredeverstoorder, omwentelbaar en anarchist…. Gerard Bolland, 1921

Boek: Bolland, een biografie

Bronnen

-Encyclopedie van de filosofie – Tirion p.39
-Biografisch Woordenboek van Nederland – W.N.A. Klever, 2013 (https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/bolland)
-Bio- en bibliografisch lexicon van de neerlandistiek (2004) – Jan Noordegraaf (https://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/boll004.php)
-Otterspeer over Bolland in de Volkskrant: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010866285:mpeg21:a0258
-https://www.nrc.nl/nieuws/2023/05/22/moeten-we-iedereen-begrijpen-zelfs-bolland-vader-van-het-nederlandse-fascisme-a4165256
-Tussen twee wereldoorloge – A.A. Huussen jr., red. (Malmberg, 1968) p.24-25
-https://web.archive.org/web/20211126234228/https://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/speenhoff/bolland.htm
-Tussen utopie en crisis. Nederland in het interbellum 1918-1940 – Frits Boterman (Arbeiderspers, 2021)
×