Op 4 april 2013 ging voetbalclub SC Veendam ter ziele. De club uit de Groninger Veenkoloniën was in 1894 opgericht en speelde sinds 1954 in het profvoetbal. In het boek De Langeleegte huilt (Uitgeverij Aspekt, 2018) diept voetbalfanaat en voormalig docent Klaas Fleurke de mooiste verhalen en wetenswaardigheden uit Veendams clubgeschiedenis op.
Centraal in Fleurkes boek staat of de cultclub SC Veendam in de Groninger Veenkoloniën wel levensvatbaar was en überhaupt bestaansrecht had. Fleurke onderzocht voor zijn boek divers secundair materiaal, maar – dat vormt de basis van zijn boek – interviewde tevens tal van clubiconen, onder wie Johan Derksen, Jan Blijham, Roelf-Jan Tiktak, Leo Beenhakker, Joop Gall, Angelo Cijntje en Jeroen Zoet.
Opbouw van het boek
De Langeleegte huilt begint met een clubgeschiedenis van SC Veendam in vogelvlucht. Daarna volgt een twintigtal hoofdstukken met interviews met clubgrootheden, afgewisseld door enkele themahoofdstukken over onder meer de splitsing van de club in een amateur- en profsectie in 1974, de beide promoties naar de eredivisie (in 1986 en 1988), de voortdurende geldproblemen van SC Veendam en het faillissement in april 2013.
Dé rode draad door het boek vormen de voortdurende financiële zorgen van SC Veendam. Al in 1968, bijvoorbeeld, moest de gemeente Veendam bijspringen met 10.000 gulden om de voetbalclub te reden.
Johan Derksen: ‘Veendam had een apart plaatsje in mijn hart’
De interviews met voormalige spelers, trainers en bestuursleden van SC Veendam leveren tal van grappige en boeiende anekdotes op. Twee voorbeelden. Zo vertelt Johan Derksen over international Dick Nanninga:
“Dick Nanninga zag eruit als Elvis Presley, met van die lange bakkebaarden. Hij was een beest in de lucht. Cor van der Gijp haalde hem naar Veendam. Ik weet wat hij verdiende: 350 gulden, plus premies. Hij kreeg een tweedehands Opel Kadett om heen en weer te rijden. (…) Van der Gijp had hem aangeboden bij AZ en Feyenoord, maar daar lachten ze hem keihard uit. (…) Bert Jacobs [van Roda JC] nam hem op vertrouwen en een jaar later [in april 1978] speelde hij in het Nederlands Elftal.” (141)
Over het faillissement van SC Veendam in 2013 vertelde Johan Derksen aan Fleurke het volgende:
“Ik vond het erger dat Veendam verdween dan Haarlem. In die regio hebben ze clubs zat. Veendam had een apart plaatsje in mijn hart, maar gezien het achterland was het lastig om bestaansrecht te hebben. Ik ontken daarmee niet dat de club een functie in de regio had, zeker gezien de bezoekersaantallen.” (148)
In april 2002 was Johan Derksen bijna directeur geworden van SC Veendam. Het ketste af, omdat Derksen – zo openbaart hij in Fleurkes boek – enorm schrok van de financiële situatie van Veendam. Op televisie besloot Derksen hierover te zwijgen (om Veendam geen schade te berokkenen) en gaf hij als argumentatie aan dat het ontbreken van een pensioenregeling in zijn contract de reden was om geen directeur te worden.
Joop Gall: ‘Saamhorigheid was de basis’
Voormalig Veendam-speler en trainer Joop Gall – met 223 wedstrijden op de bank de langstzittende Veendam-trainer – vertelt over de saamhorigheid als belangrijke voorwaarde om te presenteren:
“Ik heb succes bij Veendam gehad omdat we saamhorigheid hadden. We deden alles met elkaar. (…) Je weet dat het niet gaat om de beste spelers, maar om het creëren van de beste kansen.” (219)
Boek: De Langeleegte huilt – Klaas Fleurke