Op 20 maart 1852 verscheen het boek Uncle Tom’s Cabin or Life among the Lowly van Harriet Beecher Stowe. In Nederland werd dit belangrijke werk later uitgegeven als De Negerhut en als De negerhut van Oom Tom. Het boek neemt een bijzondere plaats in de (Amerikaanse) literatuurgeschiedenis in.
De negerhut van Oom Tom sloeg in als een bom en was een regelrechte hit. Een jaar na verschijning waren er in Amerika al meer dan 300.000 exemplaren verschenen en ook waren er al verschillende vertalingen op de markt gebracht. Het was niet geheel verwonderlijk dat het boek zo aansloeg, want in deze periode werd in Amerika, maar ook daarbuiten, steeds feller gediscussieerd over de (on)wenselijkheid van slavernij.
Voordat het boek het levenslicht zag, had Harriet Beecher Stowe het verhaal als feuilleton gepubliceerd in een bekend anti-slavernijblad, The National Era. Omdat het verhaal lezers enorm bleek te beroeren, besloot John P. Jewett het verhaal als zelfstandige roman uit te brengen.
Identificatie
In het beroemde boek staat het verhaal van Tom centraal, een ‘negerslaaf’ die in het zuiden van Amerika moet proberen te overleven en te maken krijgt met allerlei gruwelen die verbonden zijn aan het slavernijsysteem. Aanvankelijk heeft hij het relatief goed. Maar als zijn meester hem vanwege geldgebrek verkoopt aan een andere slavenhouder, breekt een dramatische periode voor Tom aan.
Het boek was een duidelijke aanklacht tegen de slavernij. Harriet Beecher Stowe vond het gruwelijk dat slaven niet als mens, maar als object werden beschouwd en behandeld. Via haar verhaal wilde ze een groot publiek laten zien dat slaven echte mensen waren, met herkenbare menselijk gevoelens. De lezers konden zich zo – veelal voor het eerst – identificeren met de slaven. Harriet Beecher Stowe erkende wel dat er goede slavenhouders waren, die slaven ‘christelijk’ behandelden, maar als het extra tegenzat, belandden ze als handelswaar bij slechte meesters. Hele families werden dan soms uit elkaar gerukt, terwijl de slaven extreem zwaar werk moesten verrichten en geregeld werden mishandeld. Stowe richtte haar pijlen echter hoofdzakelijk op het slavernijsysteem en minder op de slavenhouders.
Harriet Beecher Stowe, dochter van een evangelische predikant, was enkele jaren eerder door haar zus aangespoord…
“…iets te schrijven waardoor deze hele natie gaat voelen wat voor een vervloekt ding slavernij is.”
De schrijfster beloofde haar kinderen inderdaad zo’n verhaal te schrijven. En ze slaagde in haar missie. De negerhut van Oom Tom werd al snel een standaardwerk van de abolitionistische beweging en bereikte een enorm publiek. Toen de Amerikaanse president Abraham Lincoln de schrijfster eens ontmoette zou hij gezegd hebben:
“Dus u bent de kleine vrouw die die grote oorlog veroorzaakt heeft.”
De president doelde daarmee op de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865), de oorlog waarin het zuiden en noorden van Amerika elkaar bestreden en de inzet onder meer de (afschaffing van de) slavernij was geweest. Niet iedereen was echter lovend over de roman. Naast kritiek op de stijl, namen sommige abolitionisten aanstoot aan het einde van de roman, waarin de schrijfster steun betuigde aan het idee om de slaven te bevrijden en vervolgens naar Liberia te exporteren. De bekende abolitionist Frederick Douglass, die zich verder overigens lovend over de roman uitliet, schreef Beecher Stowe in een brief:
“The truth is, dear madame, we are here, and we are likely to remain.”
In haar boek Verhalen van vrijheid stond historicus Marijke Huisman in 2015 uitgebreid stil bij de ontvangst van de roman. Zij schreef onder meer:
“Er bestaat onder historici veel discussie over het precieze verband tussen Beecher Stowe’s roman en de afschaffing van de Amerikaanse slavernij in 1865. Duidelijk is wel dat de publieke opinie erdoor in beweging werd gebracht.”
Het boek maakte de tongen zowel in het zuiden als het noorden van Amerika los. In het noorden waren de meningen verdeeld, maar in het zuiden, waar veel staten nog volop profiteerden van het slavernijsysteem, waren de reacties hoofdzakelijk negatief. Er werd onder meer kritiek geuit op het feit dat slaven in het boek werden voorgesteld als mensen die in de kern hetzelfde zouden zijn als blanken. Ook waren er personen die in algemene zin moeite hadden met het genre en zich afvroegen hoe een roman, waarin feit en fictie door elkaar heen lopen, gebruikt kon worden als aanklacht tegen de slavernij. Mede naar aanleiding van deze laatste kritiek publiceerde Beecher Stowe later het boek A Key to Uncle Tom’s Cabin, waarin ze originele feiten en documenten presenteerde waarop ze haar roman had gebaseerd. Zo bleek ze de autobiografie van Frederick Douglass bijvoorbeeld te hebben gebruikt om aan te tonen dat slaven zich ook intellectueel konden ontwikkelen.
Nederland
In 1853, hetzelfde jaar dat het boek in Amerika verscheen, kwam er al een Nederlandse vertaling op de markt, onder de opmerkelijke titel De negerhut van Oom Tom. Ook hier maakte het boek de tongen los. Er verschenen recensies waarin niet alleen het boek werd besproken maar ook aandacht werd gevraagd voor het lot van Nederlandse slaven en er werden zelfs Kamervragen gesteld.
Drie jaar na verschijning bracht het Nederlandse liberale Kamerlid Wolter Robert baron van Hoëvell zijn boek Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet uit. Hierin ageerde de politicus onder meer tegen de slavernij in Suriname en stelde hij dat slavernij niet thuishoorde in een land dat beweerde christelijk te zijn. Deze uitgave blies de discussie in ons land nieuw leven in.
Het zou echter nog tot 1863 duren voor in Nederland de Wet afschaffing slavernij werd aangenomen.
Boek: De hut van oom Tom
Radioreportage over ‘De hut van oom Tom’ (BBC):
Bronnen ▼
-Kroniek van de Mensheid – Elsevier, 1986 (p.807)
-Verhalen van vrijheid – Marijke Huisman (Verloren, 2015)