Na de enorme verkiezingsoverwinning van de PVV besteedden kranten en tijdschriften heel wat pagina’s aan deze zege. Blijkbaar was het ook tijd voor een nieuwe editie van Waarom is de burger boos?, het veelgelezen boek van historicus Maarten van Rossem over het populisme. Die nieuwe editie heet simpelweg Over populisme en onze democratie. Eerlijk gezegd vind ik de oorspronkelijke titel verkieselijker, al is het alleen al uit commercieel oogpunt. Maar het gaat natuurlijk vooral om de inhoud van het boek.
Waarom is de burger boos? verscheen in 2010, niet heel erg lang na de Fortuynrevolte, waaraan dan ook behoorlijk wat aandacht werd besteed. Dat is in de nieuwe versie nauwelijks anders, hoewel Pim Fortuyn en alles wat hij wist los te maken alweer meer dan twintig jaar achter ons liggen.
Uitgebreide passage
De nieuwe editie van het boek bevat, net als zijn voorganger, een vrij uitgebreide passage over de geschiedenis van het populisme. Dat wordt door de auteur gekarakteriseerd als een politieke richting die het ondeelbaar geachte volk ziet als het slachtoffer van de uitbuiting door de ‘elite’. De persoon van de charismatische en als onfeilbaar beschouwde partijleider speelt een hoofdrol in de strijd tegen dit onrecht.
Het fenomeen ontstond in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De Fransman Pierre Poujade richtte toen een partij op waarmee hij het opnam voor de kleine middenstander, die vermalen zou worden door een betuttelende bovenlaag. Een van zijn medestanders was Jean-Marie Le Pen, die later roem zou verwerven als oprichter en lijsttrekker van het Front National.
Een nieuwe variant van het populisme kwam begin jaren zeventig op, toen de Deen Mogens Glistrup succes boekte met zijn Vooruitgangspartij. Hij verklaarde vol trots voor tv dat hij dankzij handige trucs nooit belasting betaalde. Van Rossem maakt duidelijk dat zijn partij radicale neoliberale ideeën koesterde.
Heel anders was dat met haar opvolgster, de Deense Volkspartij van Pia Kjaersgaard, die vooral ageerde tegen de massale immigratie van moslims. Zij zette de toon voor het populisme van de toekomst. De Volkspartij verzette zich ook tegen de EU, waarvan Denemarken – net als Nederland – lid is. Het neoliberalisme was plotsklaps geheel uit het zicht verdwenen. Populistische partijen in andere landen, waaronder de PVV van Geert Wilders, zien de club van Kjaersgaard als hun inspiratiebron en grote voorbeeld.
Nederland
In Nederland kreeg het rechtse populisme pas laat gestalte. In de jaren zestig haalde de Boerenpartij relatief veel zetels, maar zij verdween weer vrij snel. Ook de Centrumpartij en de Centrumdemocraten van Hans Janmaat wisten in de jaren tachtig en negentig maar in heel bescheiden mate kiezers achter zich te krijgen.
Wie dat wel lukte was Pim Fortuyn. Uitvoerig beschrijft Van Rossem het leven en vooral de loopbaan van deze politicus. Aandacht wordt geschonken aan zijn wetenschappelijke bezigheden en aan het feit dat hij voor heel wat partijen actief is geweest voor hij in 2001 bij Leefbaar Nederland onderdak vond. Ook zijn snelle breuk met deze groepering wordt gedetailleerd belicht.
Nadat Fortuyn was vermoord, won de even daarvoor door hem opgerichte LPF 26 Kamerzetels. Ze werd daarmee de tweede partij van het land en belandde in het eerste kabinet-Balkenende. Veel bakte de nieuwkomer er niet van. Balkenende I was – overgangskabinetjes buiten beschouwing gelaten – het kortst zittende kabinet van na de Tweede Wereldoorlog. Het zetelaantal van de LPF verschrompelde snel en enkele jaren nadien werd de partij alweer opgeheven.
Maar Fortuyn kreeg diverse opvolgers. Eerst de PVV van Wilders, later Trots op Nederland van Rita Verdonk en nog weer later Forum voor Democratie van Thierry Baudet. Ook de BoerBurgerBeweging van Caroline van der Plas en Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt worden door Van Rossem in dit rijtje genoemd, al maakt hij wel het verschil met de al eerder genoemde partijen duidelijk. Allemaal hadden ze kortstondig succes, maar de PVV, de oudste en meest radicale, wist als enige nummer 1 in de Tweede Kamer te worden. De burgers worden kennelijk steeds bozer.
De onverwachte doorbraak van de PVV zorgt ervoor dat Van Rossem veel ruimte reserveert voor ‘de meest succesvolle apostel van de dreigende “islamisering”’. In Waarom is de burger boos? werd Geert Wilders nog als ‘pseudo-Fortuyn’ neergezet, maar in de nieuwe uitgave van dit boekje staat hij in het brandpunt van de belangstelling. Niet zo gek ook: de PVV heeft veel meer zetels behaald dan de LPF op haar hoogtepunt. Volgens opiniepeilingen dreigt ze zelfs een derde van de kiezers achter zich te krijgen, maar daaraan maakt Van Rossem geen woorden vuil.
Moslims
Zowel in de eerste als in de herziene versie van zijn boek geeft Van Rossem te kennen niets in het populisme te zien. Deze politieke beweging schetst de aanwezigheid van moslims als een groot probleem, terwijl slechts een dikke vijf procent van de bevolking als aanhanger van de islam geldt, betoogt hij spottend. Bovendien is lang niet iedere moslim fanatiek.
Volgens Van Rossem is het…
…duidelijk dat het populisme sterk polariserend werkt. (…) Als populisten aan de macht komen heeft dat vrijwel overal zeer negatieve effecten. Omdat populisten niets geven om grondwet en rechtsstaat, neigen zij al snel naar een soort semidictatuur, of pseudodemocratie, waarin zo nu en dan een referendum wordt gehouden, maar waar het parlement machteloos is.
Dat belooft nog wat voor het nieuwe kabinet, waarin volgens recente berichten de PVV een hoofdrol zal vervullen. Al zal Wilders dan niet zijn intrek in het Torentje nemen.