Dark
Light

De mogelijke waarheid over Geert Wilders

4 minuten leestijd
Geert Wilders tijdens het slotdebat van de Tweede Kamerverkiezingen 2006.
Geert Wilders tijdens het slotdebat van de Tweede Kamerverkiezingen 2006. (CC BY-SA 2.0 - Sebastiaan ter Burg - wiki)

Hoe weet je of je de feiten goed weergeeft als je een biografie over PVV-leider Geert Wilders schrijft? Niet, eigenlijk. De vrijheidsvereniging blinkt bepaald niet uit door openheid of toegankelijkheid. De enigen die hun ei kwijt willen zijn ex-PVV’ers die niets meer met de partij te maken willen hebben. Of erger nog: die gedreven worden door rancune. De rest doet er – op straffe van excommunicatie – het zwijgen toe.

Geert Wilders. De tovenaarsleerlingVoor dit probleem zag zowel Meindert Fennema als Geerten Waling zich gesteld. Van Fennema, een gewezen hoogleraar politicologie en voormalig gemeenteraadslid van GroenLinks in zijn woonplaats Bloemendaal, verscheen in 2010 Geert Wilders. De tovenaarsleerling. De eerste versie werd in 2016 nog aangevuld, want de tijd staat niet stil.

Dit jaar zag een nieuwe editie het licht, ditmaal met als ondertitel De wreker, voorzien van een geheel nieuw slothoofdstuk. Daarin wordt ingegaan op de electorale triomfen die de PVV (en dus Wilders) bij de recente Kamerverkiezingen in 2023 vierde: ze werd veruit de grootste partij.

Helaas is Fennema vorig jaar, kort voor het kabinet-Rutte IV ten val kwam, overleden. De nieuwste uitgave werd daarom afgemaakt door Geerten Waling, historicus en medewerker van het rechtse weekblad Elsevier. Waling noemt zich in de inleiding een ‘goede vriend’ van Fennema, iets wat de belangrijkste auteur van dit boek in elk geval niet meer kan tegenspreken.

Gezegd moet worden dat het betoog van de GroenLinkse Fennema en de heel wat conservatievere Waling niet haaks op elkaar staan. Beiden zijn kritisch over Wilders, al betitelt Waling hem als ‘de wreker van de gewone Nederlanders’, een kwalificatie die je niet snel uit de pen van Fennema zou verwachten.

Bolkestein

De biografie van Fennema heeft als beginpunt het moment waarop Geert Wilders solliciteert als beleidsmedewerker bij de VVD. Dat was in 1990, en is dus al tamelijk lang geleden. Wilders had een achtergrond in de sociale verzekeringen (hij werkte bij de toenmalige Sociale Verzekeringsraad) en trad in dienst als assistent van Kamerlid Robin Linschoten, de fractiewoordvoerder op dat gebied. Maar Fennema laat er geen onduidelijkheid over bestaan dat Wilders vooral onder de indruk was van partijleider Frits Bolkestein, wiens ‘tovenaarsleerling’ hij was. Bolkesteins aanval op de islam in een krantenpublicatie maakte diepe indruk op hem.

In 1998 kwam Wilders in de Tweede Kamer. Hij had weinig op met de nieuwe koers van de fractie. Na het vertrek van de rechtse Bolkestein was deze opgevolgd door de heel wat gematigder Hans Dijkstal en later door de al bijna even gematigde Jozias van Aartsen.

Wilders – geïnspireerd door de successen van Pim Fortuyn en geholpen door enkele fractiegenoten – vond dat het overgrote deel van de VVD-delegatie bestond uit ‘grijze muizen’. In 2004 besloot hij zich af te scheiden.

Het programma van Wilders (2006)

In een soort ‘muurkast’ in het Kamergebouw begon hij voor zichzelf als Groep Wilders. Een jaar later richtte hij de radicaal rechtse Partij voor de Vrijheid (PVV) op, die als belangrijkste agendapunt had (en heeft): de strijd tegen de islam.

De PVV werd een – misschien niet echt verwacht – succes. Ze haalde bij haar eerste verkiezingsdeelname in 2006 al meteen negen zetels. In 2010 deed ze het nog beter. Ze steeg naar 24 zetels en raakte na een ingewikkelde formatie als gedoogpartner betrokken bij het eerste kabinet van VVD-leider Mark Rutte. Daarmee is het eerste deel van de biografie ten einde.

Geruzie

Tijdens Rutte I bleek dat de weerzin van Wilders tegen ‘LPF-toestanden’ – voortdurend geruzie op partijcongressen – zich ook tegen hem kon keren, zo komt naar voren in de eerste aanvulling. De partij – een vereniging waarvan om gedonder te voorkomen Wilders het enige lid is – kon niet genoeg geschikte kandidaten vinden. Bijna iedereen herinnert zich nog de bonte stoet van miskleunen – ‘brievenbuspisser’ Erik Lucassen, James Sharpe, Jhim van Bemmel, om er een paar te noemen – die destijds de krantenpagina’s van kopij voorzagen. Ook een foute keuze – zij het met wat meer inhoud – bleek Hero Brinkman, de aan drank verslaafde strijder voor meer partijdemocratie. Maar met Martin Bosma, PVV’er van het eerste uur en een trouwe paladijn van Wilders, zal de partijoprichter vermoedelijk evenmin altijd gelukkig zijn geweest. Zie daarover verderop.

De PVV deed het op zichzelf niet heel slecht bij de volgende stembusgangen, maar ze wist het resultaat uit 2010 toch niet meer te evenaren, laat staan te overtreffen. Hoger dan 20 zetels kwam ze niet.

PVV-fractie in 2019
PVV-fractie in 2019 (CC BY 3.0 – Tweede Kamer – wiki)

Tot in november 2023. Toen zorgde Wilders voor niet minder dan 37 zetels. Geen enkele concurrent slaagde erin daarbij zelfs maar in de buurt te komen. Deels was dat resultaat te danken aan Hamas, dat in oktober een gruwelijke terroristische aanval op Israël ondernam. Geerten Waling, die het slothoofdstuk voor zijn rekening neemt, laat daarover geen twijfel bestaan.

‘Waar andere partijen worstelden met verdeeldheid in de achterban, was de positie van de PVV glashelder. Wilders stond zoals gewoonlijk pal achter Israël.’

Maar ook de binnenlandse standpunten van de partij zullen veel kiezers hebben aangesproken. ‘De Nederlander weer op één,’ luidde de campagneleus, die volgens Waling ook Nederlanders met een migratieachtergrond zal hebben gelokt.

Belofte

Geert Wilders. De wrekerOf Wilders nog een bevredigende invulling weet te geven aan zijn ‘belofte van hoop’ valt te bezien. Waling noemt een aantal feiten die niet die indruk wekken. Fractiegenoten van Wilders krijgen nauwelijks meer te horen dan het strikt noodzakelijke, en soms zelfs dat niet. Ook wordt de PVV neergezet als een soort hotel California (naar het liedje van The Eagles), waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Wie eenmaal als aanhanger van de partij bekend staat, kan een maatschappelijke carrière daarbuiten wel vergeten. Daarnaast stelt de auteur dat Wilders en zijn trouwe medewerker Bosma al jaren niet meer met elkaar hebben gesproken. Wilders zou zijn omgeving zelfs waarschuwen tegen contacten met Bosma.

Misschien zijn die laatste beweringen waar, misschien ook niet. Duidelijke bronnen voor zijn onthulling noemt Waling niet. In elk geval is het zeer onwaarschijnlijk dat Wilders zelf het verhaal aan de grote klok heeft gehangen. Waling sluit zijn inleiding af door Meindert Fennema te citeren: ‘Helaas kan ik Geert Wilders niet bedanken. Hij heeft op mijn brief, e-mail en sms nooit gereageerd.’ Dat geldt ongetwijfeld ook voor hemzelf.

Boek: Geert Wilders. De wreker

×