Een dagje toerist in eigen land spelen vormt de aanzet voor deze bijdrage. Tijdens een boottochtje op de Gentse binnenwateren, vergezeld door 30 Chinezen en legio camera’s, vertelde de aanwezige gids over het leven van Karel V (Gent 1500- Yuste 1558). Zijn verhaal nam een aanvang met een summier overzicht van de belangrijkste historische feiten omtrent de keizer. Van de Habsburgse pracht en praal en het verhaal van de stroppendragers tot de ambigue relatie van de Gentenaren tot deze figuur.

‘In Ghent we call it a peerdemuile’.
Zo besloot hij op humoristische wijze onze rondvaart. Zijn mopje liet me echter verder nadenken over het waarheidsgehalte van de beroemde ‘Habsburgse kin’ van Karel V. Wat was de ernst en belangrijker, wat was de oorzaak van de ‘kwaaltjes’ waar Karel en andere Habsburgers mee te kampen hadden?
Een idee van de omvang van de afwijkingen krijgen we door een onderzoek uitgevoerd op de mummie van Karel V in de negentiende eeuw. (mummie, want het lijk van de keizer werd gebalsemd). Kort na het overlijden van Karel in 1558 werd zijn stoffelijk overschot bewaard in het klooster van Yuste. In 1573 liet zijn zoon Filips II deze resten een tochtje van 200 kilometer maken om een nieuwe rustplek te vinden in de kloosterkerk van het Escorial. Driehonderd jaar later werd het graf geopend, waarbij de Spaanse schilder Rico de Ortega schetsen maakte bij wat de onderzoekers te zien kregen. Een mooi zicht was het niet. Direct viel op dat de mummie gekenmerkt werd door een vooruitstekende kin, gesperde tenen en een klein gestalte. Niet bepaald de kenmerken van een adonis. Een schril contrast dus met de talloze weergaven door portretkunstenaars waarbij Karel wordt afgebeeld als een stralende imposante figuur, denken we maar aan de heroïsche weergaven van de keizer door Titiaan.

Een opeenvolging van huwelijken met incestueuze inslag had na verloop van tijd echter opvallende fysieke deformaties tot gevolg, alsof de evolutie zelf een stokje voor het plan wou steken. De Habsburgse inteeltpraktijken hadden tot gevolg dat na enkele generaties de mannelijke lijn van de familie uitgestorven was.
De laatste telg van deze dynastie en het eindresultaat van een jarenlange inteelt was Karel II. Karel was geestelijk en lichamelijk gehandicapt en werd slechts 38 jaar oud. Alle typisch uiterlijke kenmerken van het huis Habsburg waren in hem overdreven vertegenwoordigd. Zo stak zijn onderkaak zo ver uit dat hij zijn tanden niet op elkaar kon krijgen. Hij had een vervormd hoofd en zijn tong was zo groot, dat hij nauwelijks kon spreken. Karel had slechts één testikel en lopen kon hij ook maar met moeite. Op 35-jarige leeftijd was hij verlamd, epileptisch, tandeloos en slechtziend. Als klap op de vuurpijl werd hij in 1698 ook nog eens doof. In 1700 hield de roemruchte dynastie dan ook op te bestaan.
Boek: Karel V – Bondgenoten en tegenstanders
