De Taalgrens

2 minuten leestijd
De Taalgrens - Moelingen / Mouland
De Taalgrens - Moelingen / Mouland

De Franken waren een federatie van stammen die woonden in het gebied dat we nu Overijssel en Drenthe noemen, en ook in het Roergebied en Nordrhein-Westfalen. Beide groepen werkten samen met de Romeinen, maar voerden er ook oorlog tegen. Er is weleens op gewezen dat de oostelijke groep wat agressiever lijkt te zijn geweest dan de noordelijke, maar Ć©Ć©n extra bron kan dat beeld veranderen.

Munt met afbeelding van keizer Postumus (CC BY-SA 3.0 - Classical Numismatic Group - wiki)
Munt met afbeelding van keizer Postumus (CC BY-SA 3.0 – Classical Numismatic Group – wiki)
Feit is dat de Franken vanaf de jaren vijftig van de derde eeuw de Rijn weleens overstaken en dat keizer Postumus rond 265 n.Chr. een lijn versterkingen aanlegde om de grote weg door Belgica te beveiligen. Die weg begon in Boulogne en leidde via Amiens, Bavay, Tongeren, Heerlen en JĆ¼lich naar Keulen en wordt vanouds aangeduid als de ChaussĆ©e Brunehaut. (Dat ā€™ie tegenwoordig Via Belgica moet heten, is een deprimerend ander verhaal.) In elk geval: het was een belangrijke weg die verdedigd moest worden, want ten zuiden van deze straat lagen op de vruchtbare lƶssgronden de grote landgoederen waar graan werd verbouwd voor steden als Keulen en de forten langs de Rijn.

Immigranten en autochtonen

De versterkingen langs de weg vormden mogelijk een kwart eeuw ā€“ tussen pakweg 275 en 300 ā€“ de noordgrens van het Romeinse Rijk, als het althans waar is dat de limes langs de Rijn in 275 is opgegeven, wat maar te bezien staat. Hoe dat ook zij: de forten langs de ChaussĆ©e Brunehaut waren er.

In de jaren vijftig van de vierde eeuw staken de Franken, samen met de Chamaven, de Rijn weer eens over. De Romeinse generaal Julianus wachtte ze op. Een leuke anekdote over de Germaanse leider Nebisgast is overgeleverd bij de Griekse auteur Eunapios van Sardes; die leest u hier. Uiteindelijk stond Julianus de Franken en Chamaven toe zich te vestigen in Toxandriƫ, wat de voorganger is van het latere hertogdom Brabant. In dit gebied kregen de Franken boerderijtjes op de marginale zandgronden. De landhuizen op de lƶss bleven in handen van de oude bevolking. De fortenreeks langs de ChaussƩe Brunehaut vormde dus een grens tussen Frankische immigranten en autochtonen.

Kaartje met de taalgrenzen in Belgiƫ (CARTO uitgeverij)
Kaartje met de taalgrenzen in Belgiƫ (CARTO uitgeverij)

Taalveranderingen

De landverhuizers namen hun taal mee, een voorloper van het Nederlands. Dit is te bewijzen doordat Latijnse plaatsnamen in ToxandriĆ« niet meededen aan de taalveranderingen die in de Late Oudheid plaatsvonden in het Latijn. In het zuiden evolueerde bijvoorbeeld het woord castra tot chĆ¢teau, maar in het noorden bleven de harde /k/ voor een klinker en de /s/ tussen een klinker en een /t/ gehandhaafd, zoals in de plaatsnaam ā€œKesterenā€. En natuurlijk ook in ā€œkasteelā€. Aan het feit dat de woorden niet meer met het standaard-Latijn mee-evolueerden volgt dat in het noorden geen Latijn meer werd gesproken en dat het Frankisch de dominante taal was geworden.

Kortom, de versterkingen langs de ChaussĆ©e Brunehaut waren niet alleen een grens tussen lƶss en zand, tussen welvarende graanvillaā€™s en keuterboeren, maar ook tussen Latijn en Frankisch. De Taalgrens was ontstaan.

Toen de Franken een eeuw later oprukten richting Somme, namen ze de taal van hun nieuwe onderdanen over en de spreekwoordelijke lingua franca is dan ook niet het vroegste Nederlands maar het late Latijn.

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×