Langs de snelweg tussen Brussel en Antwerpen, vlak bij het Fort van Breendonk, staat het monument ‘De Weerstander’, een van de bekendste symbolen van het Belgische verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 25 april is het precies eenenzeventig jaar geleden dat het beeld werd ingehuldigd, in aanwezigheid van koning Boudewijn en toenmalig premier Achiel Van Acker.
Het War Heritage Institute, dat het fort tegenwoordig beheert, is op zoek naar miniatuurversies van het beeld die in de jaren vijftig zijn verkocht. Met de opbrengst van de beeldjes werd destijds geld ingezameld om het monument te kunnen bekostigen. Wie zo’n beeldje heeft of weet waar er nog een is, wordt gevraagd contact op te nemen met het fort.
Het standbeeld is gemaakt door de Joods-Roemeense beeldhouwer Idel Ianchelivici (1909-1994) en verbeeldt een verzetsstrijder die, in de woorden van de kunstenaar, “geknield, maar niet geknecht” is. Het monument is een eerbetoon aan allen die tijdens de oorlog weerstand boden tegen onderdrukking en werd specifiek opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het Fort van Breendonk. Het vier meter hoge beeld staat op een grote natuurstenen sokkel.

Het Fort van Breendonk, ongeveer dertig kilometer ten zuiden van Antwerpen, werd gebouwd tussen 1906 en 1913 als onderdeel van de verdedigingsgordel rond de stad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de nazi’s het fort om tot Auffanglager, een interneringskamp waar tussen 1940 en 1944 ongeveer 3.600 mensen werden opgesloten, waaronder Joden, verzetsstrijders en politieke gevangenen. Voor velen was het een tussenstation op weg naar vernietigingskampen zoals Auschwitz.
Conflict
De omstandigheden in Breendonk waren bijzonder zwaar: gevangenen werden onderworpen aan dwangarbeid, marteling en executies. Van de geïdentificeerde gevangenen overleefden minstens 1.733 de oorlog niet. In 1947 werd het fort uitgeroepen tot Nationaal Gedenkteken.

De communisten wilden ‘De Weerstander’ binnen de muren van het fort plaatsen, maar de katholieke factie verzette zich daartegen. Uiteindelijk werd gekozen voor een compromis: een prominente maar neutrale plaats op het grasveld buiten het fort.
De oprichting van het beeld werd deels gefinancierd door de Belgische staat. Daarnaast werd geld ingezameld via de verkoop van miniaturen van het beeld. Deze kleine versies van ‘De Weerstander’ zijn volgens het fort vermoedelijk nog in omloop, in handen van kopers of hun nazaten. Het War Heritage Institute doet daarom een oproep aan het publiek en hoopt dat mensen bereid zijn zo’n beeldje af te staan.