Vier grafrovers zijn in Hunan, China ter dood veroordeeld. Het viertal zou zeker tweehonderd antieke voorwerpen uit oude graven hebben gestolen. Dat meldt het Chinese persbureau Xinhua.
De gestolen antieke voorwerpen zijn afkomstig uit verschillende graven en tijdperken. Zo zijn er onder meer spullen gestolen uit een graf uit de Periode van de Strijdende Staten (475-221 v. Chr). In die periode was de eenheid in China ver te zoeken en waren ongeveer twintig verschillende constant met elkaar in oorlog.
Ook werd uit een doodskist zegel gestolen van een vorst uit de stad Changsha. Die zou dateren uit de Westelijk Han Dynastie (206 v.Chr-25 n. Chr) en stond vanwege de grote cultuurhistorische waarde onder staatsbescherming. De graven die slachtoffer werden van de bende bevonden zich allemaal in de omgeving van Changsha, de hoofdstad van de Chinese provincie Hunan.
De vier ter dood veroordeelde dieven waren lid van een bende die tussen 2008 en 2009 verschillende graven leegroofden. De andere leden van de bende kregen gevangenisstraffen opgelegd vanaf dertien jaar tot levenslang. Volgens een woordvoerder van de rechtbank is de roof de grootste uit de geschiedenis van de rechtbank in de Chinese provincie Hunan.
Overzicht van boeken over de geschiedenis van China