Archeologen hebben in Zweden twee zeer goed bewaard gebleven pijlen van ongeveer duizend jaar oud gevonden. Dat heeft het Ájtte Museum in het Zweedse Jokkmokk bekendgemaakt.
Volgens deskundigen zijn de pijlen door leden van de Sami-cultuur gebruikt bij de rendierjacht. Doordat de pijlen eeuwenlang onder een laag ijs lagen, verkeren ze nog in een zeer goede staat. De pijlen werden gevonden op ongeveer twaalfhonderd meter boven zeeniveau, in de buurt van het Torneträsk-meer in het noorden van Zweden.
Meestal worden er alleen pijlpunten gevonden, maar in dit geval vonden de archeologen de houten schachten waarop de ijzeren pijlpunten bevestigd waren. De pijlen worden momenteel nader onderzocht en zullen later tentoongesteld worden in het Ájtte Museum in Jokkmokk.
De Sami waren vroeger een nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoonde. Leden van de Sami-cultuur volgden rendierkudden in hun jaarlijkse voedseltrek. De dieren leverden de Sami onder meer melk, vlees en huiden en werden ook gebruikt als trekdieren. De Sami-cultuur bestaat nog steeds. In zowel Noorwegen, Zweden als Finland hebben de Sami zelfs een eigen parlement.