Romeinen en Germanen staan er vooral om bekend gezworen vijanden te zijn. Volgens een nieuw onderzoek van een VU-promovendus blijkt er in de derde eeuw in Oost-Nederland echter een bloeiende handel tussen hen te zijn geweest. De regio bloeide hierdoor zelfs op.
Archeoloog Henk van der Velde herschrijft de geschiedenis van Oost-Nederland in zijn proefschrift Wonen in een grensgebied, Een lange termijn geschiedenis van het Oost-Nederlandse dekzandlandschap (500 v.Chr.-1300 na Chr.). Uit zijn onderzoek blijkt dat samenwerking tussen de Germanen en Romeinen in de derde eeuw leidde tot grote economische groei.
Van der Velde is hoofd archeologie bij het archeologisch opgravingsbedrijf ADC Archeoprojecten. In zijn onderzoek beschrijft hij de ontwikkeling van het landschap en van nederzettingen in Oost-Nederland tijdens de IJzertijd, de Romeinse tijd en de Middeleeuwen. Dit aan de hand van vijfentwintig archeologische onderzoeken uit de regio.
Economische bloeitijd
Van der Velde trekt vooral een opmerkelijke conclusie over de Laat-Romeinse periode. Germaanse stammen gingen in Oost-Nederland toen deel uitmaken van het Romeinse rijk. Daardoor groeide het aantal boerderijen en de productie van bijvoorbeeld ijzer en brons. Uit verschillende vondsten blijkt dat er veel kennis en vaardigheden aanwezig waren door intensieve contacten met de Romeinen. Dit leidde ertoe dat in de derde eeuw een economische groei plaatsvond in Oost-Nederland. In deze nadagen van het Romeinse Rijk raakten andere gebieden in Nederland juist in economisch verval. Na de derde eeuw viel het Romeinse Rijk uiteen. Van der Velde verdedigt zijn proefschrift op 25 februari bij de Vrije Universiteit Amsterdam.
Overzicht van boeken over het Romeinse Rijk