Dark
Light

Constantijn de Grote: de eerste christelijke keizer

Auteur:
4 minuten leestijd
Contemporain bronzen hoofd van Constantijn (4e eeuw, Musei Capitolini)
Contemporain bronzen hoofd van Constantijn (4e eeuw, Musei Capitolini)

De erfenis van de Romeinse keizer Constantijn de Grote (ca.280-337) is enorm. Hij stond het christendom toe in het Romeinse Rijk en werd zelf, hij bekeerde zich op zijn sterfbed, de eerste christelijke keizer. Constantijn bepaalde dat de zondag de rustdag zou worden. Ook verplaatste hij de Romeinse hoofdstad naar Byzantium, de stad die hij omdoopte tot Constantinopel (het huidige Istanbul) en gaf hij opdracht tot de bouw van monumentale kerken als de St. Pieterbasiliek in Rome en de Heilige Grafkerk in Jeruzalem.

Jeugd

Mozaïek van Constantijn in de Hagia Sophia, ca. 1000. Bron: Wikimedia
Mozaïek van Constantijn in de Hagia Sophia, ca. 1000. Bron: Wikimedia
De vader van Constantijn, Constantinus Chlorus, werkte als officier in het Romeinse leger in het huidige Servië. Daar, in de plaats Naissius (het huidige Nis), zag Constantijn op 27 februari 280 – zijn geboortejaar is niet helemaal duidelijk en kan ook enkele jaren eerder liggen – het levenslicht. Hij werd geboren onder de naam Flavius Valerius Constantinus en kreeg pas later het adjectief ‘de Grote’ opgespeld.

Constantijn kreeg zijn opvoeding aan het hof van keizer Diocletianus in Nicomedia, de stad die toen hoofdstad van het Oost-Romeinse Rijk was. Hij volgde onder meer lessen in Latijn, Grieks en filosofie, en leert daar het hofleven en de bureaucratie goed kennen. Ook kreeg hij in zijn jeugd een intensieve militaire training en deed hij tussen 296 en 303 als soldaat ervaring op tijdens campagnes op de Balkan, Syrië en Mesopotamië.

In dit teken

In 306 overleed Constantijns vader en eiste hij de macht op in het Romeinse Rijk, hetgeen ten noorden van de Alpen erkend werd. Constantijn moest nog wel de strijd aangaan met Maxentius, die dezelfde machtspretenties had. Het liep uit op een onderling treffen bij de Milvische brug, waarbij Constantijn – die toen geen christen was – steun zocht bij de kerk. Volgens bisschop Eusebius van Caesarea in Vita Constantini (337) zag de keizer vóór de slag een kruis aan de hemel staan met de Griekse tekst Toutoi nika: ‘overwin hiermee’. Vaker vermeld wordt deze spreuk in het Latijn: in hoc signo vinces. (‘In dit teken zult Gij overwinnen’). Overwinnen deed Constantijn, terwijl Maxentius in de Tiber verdronk.

Na de gewonnen burgeroorlog trok Constantijn op 29 oktober 312 als overwinnaar Rome binnen. Als dank vaardigde hij in 313 het Edict van Milaan uit, ook wel het Tolerantie-edict genoemd, dat de christenen in het Romeinse Rijk vrijheid van godsdienst gaf. De christenvervolgingen kwamen hiermee ten einde.

Verbond staat en kerk

In hoc signo vinces (XP-teken). Bron: www.quora.com
In hoc signo vinces (XP-teken). Bron: www.quora.com
Het Tolerantie-edict markeert een cruciaal moment in de wereldgeschiedenis: feitelijk gingen staat en kerk op dat moment een verbond aan. De Rooms-Katholieke Kerk begon zichzelf vanaf deze gebeurtenis ook steeds meer te zien als de geestelijke opvolger van het staatkundige Romeinse Rijk, dat daarna in verval zou raken

In 321 bepaalde Constantijn dat de zondag de rustdag zou worden in zijn rijk. Vanaf 324 was Constantijn, nadat hij in de lente de Oost-Romeinse keizer Licinius ter dood had laten brengen, alleenheerser in het Romeinse Rijk. Een jaar later riep de keizer het beroemde Concilie van Nicea bijeen. Op dit concilie werd onder meer een geloofsbelijdenis vastgesteld en veroordeelde de kerk de leer van Arius. Het concilie markeerde het eind van de vroeg-christelijke periode.

Privéleven en juridisch optreden

Constantijn had meerdere zonen en ook twee dochters bij twee vrouwen. Hij liet zich om machtspolitieke redenen van zijn eerste vrouw Minervina scheiden, terwijl hij in 326 zijn tweede vrouw Fausta – die hij in 307 had getrouwd om een bondgenootschap met haar vader Maximianus te sluiten – en zijn zoon Crispus, uit Constantijns eerste huwelijk doodde. De motieven achter dit gezinsdrama zijn niet duidelijk, omdat de bronnen elkaar tegenspreken. Een van de bronnen noemt als mogelijk motief seksuele gemeenschap tussen Crispus en Fausta. Hoe het ook zij, duidelijk moge zijn dat Constantijn korte metten maakte met familieleden die hem niet bevielen. Datzelfde gold voor onderdanen die zich in juridische zin niet schikten naar de wet. Om een voorbeeld te noemen: slavinnen of chaperons (deze begeleidden andere mensen tijdens sociale gelegenheden) die niet goed opletten op hun vrouwelijke compagnon en niet voorkwamen dat ze door een man verleid werd, kregen gesmolten lood in de keel gegoten.

Basilica van Maxentius. Bron: Wikimedia
Basilica van Maxentius. Bron: Wikimedia

Bouwwerken

Constantijn en zijn drie zonen. Bron: Wikimedia
Constantijn en zijn drie zonen. Bron: Wikimedia
Gedurende zijn regeerperiode gaf Constantijn niet alleen de bisschoppen meer formele macht, ook gaf hij opdracht tot de bouw van talrijke basilieken en kerken. De beroemdste waren de Sint-Pietersbasiliek in Rome, de Heilige Grafkerk in Jeruzalem en de Basilica van Maxentius aan het Forum Romanum in Rome.

Dood en nalatenschap

Rond Pinksteren 337, terwijl Constantijn een veldtocht tegen de Sassaniden voorbereidde (zogezegd ter bescherming van Perzische christenen), werd hij ernstig ziek. Op 22 mei 337 overleed Constantijn in Ancyrona, bij de stad Nicomedia. Kort voor zijn dood – zoals toen gebruikelijk was – liet hij zich dopen door de ariaanse bisschop Eusebius van Nicomedia. Ironisch was dat hij conform de traditie van het Romeinse keizerschap na zijn dood vergoddelijkt werd.

Zijn drie nog levende zonen – met de weinig originele namen Constantijn II, Constantius II en Constans – namen gezamenlijk de regering van hun vader over. Het triobestuur leidde tot een periode van onderlinge burgeroorlogen en geweld. Uiteindelijk kwam Constantius II als overwinnaar uit de bus.

Constantijns nalatenschap was enorm: hij bood ruimte voor het christendom om zich, verbonden aan de staat, in het Midden-Oosten, Europa en een deel van Azië te verspreiden en bouwde veel kerken en basilieken. Ook creëerde hij de functie van ‘horigen’ (die eerst coloni, pachtboeren, waren) en had zo een flinke impact op de sociaaleconomische situatie in de middeleeuwen.

Bronnen

Wie is wie in de klassieke wereld (Kampen: uitgeverij Kok, 2007) 58-59.
– Henk Singor, Constantijn de Grote (Amsterdam: Ambo|Anthos, 2014).

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×