Het Rotterdamse havengebied is vanaf 8 juni voor de vierde keer het bijzondere decor van kunstproject de Onderzeebootloods. In opmaat naar deze tentoonstelling, georganiseerd door het Havenbedrijf Rotterdam en Museum Boijmans Van Beuningen, blikt de auteur terug op de tentoonstelling van Sarkis die vorig jaar in de Onderzeebootloods was te zien. Conceptueel kunstenaar Sarkis raakte net als de schrijver Bernlef gefascineerd door de zeventiende-eeuwse schilderijen van Saenredam. Een kleine selectie van Saenredams werk is vanaf 25 mei te zien in de openingstentoonstelling ‘Saenredam in Den Bosch’ in het Noordbrabants Museum.
Pieter Jansz Saenredam (1597-1665) schilderde veelal kerkgebouwen, dikwijls van binnenuit gezien, zoals de Sint-Pieterskerk in Den Bosch. Saenredam besteedde tijdens zijn korte bezoek aan de stad in 1632 een gedetailleerde studie aan het interieur van de kerk. Op de verfrissend overzichtelijke tentoonstelling in het Noordbrabants Museum is goed te zien wat de verhouding is tussen tekening en schilderij. Waar de voorstudie van Het koor van de Sint-Pieterskerk in ‘s-Hertogenbosch nog in het teken staat van uitgewerkte detailleringen is het centrale en enige paneel (Museum of Fine Arts, Houston, Texas) gevrijwaard van iedere momentopname. Door het weglaten van de kansel, banken, steunbalken en ornamenten creëert Saenredam als het ware een abstracte versie van de kerk. Door de afwezigheid van levendigheid, van mensen, staat de kerk volledig buiten de tijd.
Het in 1662 geschilderde Gezicht op de Mariaplaats en de Mariakerk te Utrecht in de verzameling van Museum Boijmans Van Beuningen lijkt in dat opzicht hetzelfde. Drie Utrechtse kerken zien we. De bekendste is de Dom, links de Buurkerk en het pontificale gebouw op het rechterdeel van het paneel is de Mariakerk. Op de voorgrond is een open ommuurde plaats met wat gras. Het werk toont meer dan een concrete groep identificeerbare gebouwen. Saenredam schilderde een stadsdeel dat een sfeer uitademt van tijdloosheid, alsof de gebouwen buiten de tijd vallen, statisch, mooi en opgeruimd: schoon in beide betekenissen.
Het is een visioen zegt de schrijver Bernlef (1937-2012) over het werk tijdens een bezoek aan het museum. Saenredam laat, volgens hem, de Mariakerk zweven, waardoor hij de zwaartekracht haar macht ontneemt. Het beeld is zonder de notie van zwaarte “qua compositie als de muziek van Bach, het is totaal in evenwicht”. De vergelijking van een schilderij met een muziekstuk is interessant. Saenredam schildert niet om louter een stadsdeel te documenteren, nee, hij creëert een autonome compositie. Net als Bach gebruik maakt van herkenbare componenten (de hoorbare tonen), toont hij ons via bekende bestanddelen van de stad een abstractie, een afstandelijke sfeer buiten de tijd om. En in tegenstelling tot de geschilderde Sint-Pieterskerk in Den Bosch, wordt de sfeer gemediëerd door de kleine figuurtjes her en der verspreid op de Mariaplaats. Want die zijn er ook nog.
De kracht van dit paneel schuilt misschien wel hierin, dat Saenredam het serieuze spel van het zware, sacrale gebouw een menselijk en licht karakter meegeeft. Op het werk schilderde hij op de voorgrond twee spelende kinderen, dicht bij de toeschouwer. Het geeft het serene werk iets menselijks, iets draaglijks. Door de alledaagsheid van dit detail, argeloze en onbekommerde kinderen, keert het gebouw terug tot de menselijke maat. Het visioen wordt een geruststelling als Bernlef zegt: “dat jongetje wat in dat karretje zit, dat ben ik”.
Bernlef vertelt over zijn interpretatie van dit werk van Pieter Saenredam:
Saenredam heeft de Mariakerk (zie details in mijn Rijksstudio) ook van binnen geschilderd. Het werk zag ik begin mei in het Rijksmuseum, een paar weken na de opening. Ook hier springen triviale dingen direct in het oog: een paar bekijkt hand in hand een affiche, twee honden ruziën om een denkbeeldig bot, en rechts achterin praten vier mannen over een investering in een nieuwe onderneming. Of over iets anders. Het bijschrift op zaal vertelt ons: “Links bekijken bezoekers een afbeelding van een stier op een zuil: volgens een legende bleef deze zuil tijdens de bouw verzakken, totdat hij op een stierenvel werd geplaatst. Op de pijler rechts zette Saenredam zijn signatuur, tussen wat kindergraffiti.” Hoewel het schilderij in het Rijksmuseum eenentwintig jaar eerder is geschilderd is het verleidelijk te denken dat de spelende kinderen op het latere werk in Museum Boijmans Van Beuningen eerder die dag nog op de kerkzuil graffiti hebben achtergelaten. Fascinerend dat Saenredam daar nu juist ook zijn signatuur tussen zette.
Sarkis en de menselijke maat
Het is deze menselijke maat, die de kunstenaar Sarkis (Istanbul, 1938) laat ervaren. Al vanaf 1964 werkt hij in zijn thuisbasis Parijs aan een zeer divers oeuvre, waarin het thema ‘herinnering’ een rode draad vormt. In 2012 realiseerde hij de installatie Ballads voor de Onderzeebootloods in het Rotterdamse havengebied. Een bijzondere omgeving voor hedendaagse kunst, waar de industriële geschiedenis nog tastbaar is. In zijn werk refereert Sarkis expliciet aan oude technieken en stijlen: gebrandschilderde ramen, het carillonspel, een metershoge zuil. Ze doen denken aan elementen die zo herkenbaar zijn in de kerken op oude schilderijen.
Sarkis – Ballads, Videokanaal: Arttube
Een film door Kuba Szutkowski
Inderdaad is de kunstenaar gefascineerd door Saenredams kerkgebouwen. Niet als religieus gebouw, maar als ontmoetingsplek van mensen. In de kerken van Saenredam zien we bedelaars, spelende kinderen en honden. Wat doet een hond in de kerk? Er is blijkbaar iets veranderd in de gebruiksfunctie ervan. In de zeventiende eeuw was de kerk veel meer een onderdeel van de publieke ruimte dan nu. Men kwam er om te schuilen tegen de regen of om elkaar te treffen. Precies dat gebeurde in de Onderzeebootloods in 2012 toen de bezoekers er rondslenterden of rondfietsten. De enorme loods, met het werk van Sarkis daarbinnen en de aanwezigheid van mensen, werd sacraal. Juist dit is de essentie van Sarkis’ werk. Het sacrale is, net als bij Saenredam, veel meer gerelateerd aan het menselijke dan aan het religieuze.
Toch werkt de voormalige onderzeebootloods, gebouwd in het geboortejaar van Bernlef (1937), ook op een andere manier. De plek was (en is) een continue herinnering aan onheil, onveiligheid en oorlogsindustrie. Thema’s die in Sarkis’ Parijse jaren zestig opdoken en terugkwamen in de loods. De oorlogsplek is essentieel voor de beleving en was tevens het startpunt van Ballads. Het brute karakter van het gebouw contrasteerde namelijk met de fragiele objecten. Door het laten zweven van de met veren beklede zuil hief Sarkis het solide karakter ervan op. Door het spelen van Litany van John Cage op het carillon werd het massieve en militaire weggedrukt. De ruimte werd, zoals Sarkis het beschrijft, schoongemaakt, kreeg iets sacraals en er ontstond een beschermde plek voor mensen. In essentie ontkende Sarkis de kwade geschiedenis van het gebouw. De maat van het gebouw werd weer menselijk en er kon weer gefietst of met een karretje gespeeld worden. Alsof Saenredam, Bernlef en Sarkis elkaar daar kortstondig ontmoetten.
De nieuwe tentoonstelling Onderzeebootloods – XXXL Painting is te zien van 8 juni – 29 september 2013. De tentoonstelling Saenredam in Den Bosch is te zien van 25 mei – 21 juli 2013 in het Noordbrabants Museum. Bij de tentoonstelling verschijnt de publicatie Pieter Saenredam in Den Bosch, door Jan de Hond en Paul Huys Janssen.
~ Menno Jonker – mennojonker.nl