Een ‘razende Roeland’ (of Roland) gaat wild en woest tekeer. Hij of zij is een onbehouwen dolkop. Alle remmen zijn los. We danken deze zegswijze aan een zestiende-eeuws romantisch epos van de Italiaanse dichter Ludovico Ariosto, getiteld Orlando Furioso.
Dit werk, dat in 1649 voor het eerst in het Nederlands vertaald werd, speelt zich af tegen de achtergrond van de strijd van Karel de Grote tegen de Saracenen. Het wordt beschouwd als een vervolg op een eerder werk: Orlando Innamorato van Matteo Maria Boiardo. In het epische verhaal komen een verschillende helden, ridders en magische wezens voor die betrokken raken bij allerlei liefdesintriges en gevechten.
Orlando / Roeland is een van hen. Deze dappere ridder van Karel de Grote wordt op een dag bedrogen door zijn geliefde, het schone Saraceense meisje Angelica. Wanhopig trekt Roeland vervolgens door het land. Hij vergeet de strijd tegen de Saracenen en gaat op zoek naar zijn geliefde, die in de tussentijd verliefd is geworden op een herder. Als Roeland op een dag een aantal bomen ziet waar Angelica en haar nieuwe geliefde hun namen en liefdesverklaringen in hebben gekerfd, slaan bij de edelman alle stoppen door.
Razend
Als een razende trekt Roeland hierna naakt door het land. De ridder verliest zijn verstand en vernielt alles wat op zijn pad komt, tot hij zijn verstand weer terugkrijgt. Aan deze geschiedenis ontlenen wij dus onze lekker allitererende uitdrukking ‘razende Roeland’.
De ridder Roeland staat ook centraal in het bekende Roelandslied (Chanson de Roland), een Frans gedicht uit de elfde eeuw.
Bronnen ▼
-Nederlandse spreekwoorden zegswijzen en spreuken – K. ter Laan p.276
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Orlando_Furioso