Dark
Light

Els Borst: nuchter en pragmatisch, maar ook nogal afstandelijk

4 minuten leestijd
Els Borst in 2009 tijdens een D66-congres in Breda. Links Hans van Mierlo, rechts Alexander Pechtold
Els Borst in 2009 tijdens een D66-congres in Breda. Links Hans van Mierlo, rechts Alexander Pechtold (CC BY-SA 2.0 - Sebastiaan ter Burg - wiki)

Els Borst was in 1998 de eerste vrouw die lijsttrekker werd van een regeringspartij, namelijk D66. Ze was in dat jaar ook de eerste vrouwelijke vicepremier in Nederland (samen met Annemarie Jorritsma van de VVD). In 2001 verwierf ze internationale bekendheid toen Nederland als eerste land ter wereld een ‘euthanasiewet’ invoerde. Artsen die aan bepaalde zorgvuldigheidseisen voldeden hoefden niet langer juridische vervolging te vrezen als ze op verzoek een leven beëindigden. En last but not least: in 2014 werd Borst door een geestelijk gestoorde vermoord, een zeer uitzonderlijk einde voor een Nederlandse politicus.

Dit alles, en nog veel meer, komt uitvoerig aan de orde in de biografie Els Borst. Medicus in de politiek van Nele Beyens. Laatstgenoemde gebeurtenis, hoewel zeer spectaculair, krijgt daarin overigens relatief weinig aandacht. Alleen in de inleiding wordt ze – zij het wel vrij uitvoerig – beschreven. Maar aan het eind van het boek komt ze niet meer terug, hoewel je dat toch zou verwachten.

Het lijkt wel of Beyens (een geboren Belgische, maar dat is totaal niet te merken) het opzienbarende zo veel mogelijk heeft proberen te mijden. Haar levensbeschrijving is een minutieuze en zeer gedetailleerde opsomming van alles wat Borst tijdens haar leven (ze werd 81) heeft ondernomen, met een duidelijke focus op haar werkzame jaren. Een schier eindeloos overzicht van wetsvoorstellen, beleidsnota’s, voortgangsrapportages, beraadsgroepen en taskforces waar ze bij betrokken was, is het nogal taaie resultaat. Jargon en afkortingen worden daarbij beslist niet geschuwd. Een ‘pakkende biografie’, zoals de achterflap belooft, is het boek daardoor niet geworden. Het leest hier en daar meer als een ambtelijke nota. Als Beyens al ergens om geprezen dient te worden, dan is dat om haar zorgvuldigheid en haar streven naar volledigheid.

Matrassenfabriek

Borst werd als Els Eilers geboren op 22 maart 1932 in Amsterdam. Haar vader had zich opgewerkt tot procuratiehouder van een matrassenfabriek, maar echt uit de betere kringen kwam ze niet. Borst kon goed leren, bezocht het gymnasium en ging vervolgens medicijnen studeren. Via een vriendin kwam ze in contact met Jan Borst, telg uit een in de medische wereld roemrijk geslacht (zoon van een hoogleraar). Ze trouwde al met hem in haar studententijd en kreeg drie kinderen.

Jan, die ook medicijnen had gestudeerd, wilde aanvankelijk gynaecoloog worden. Maar na zware depressies begin jaren zestig aanvaardde hij een baan als bacterioloog bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid, het RIV (een voorloper van het RIVM). Het gezin verhuisde naar Bilthoven. Els Borst, die eerder een loopbaan als seksuoloog op het oog had gehad, ging eind jaren zestig aan de slag als hoofd van de Bloedbank van het Academisch Ziekenhuis in Utrecht. Na enkele jaren werd ze medisch directeur van dit ziekenhuis. Tussen 1986 en 1994 was ze vicevoorzitter van de Gezondheidsraad. Bovendien benoemde de Universiteit van Amsterdam haar in 1992 tot hoogleraar.

Op initiatief van haar man (die in 1988 overleed aan kanker) had ze zich al in een vroeg stadium aangesloten bij D66. Het was dan ook niet zo vreemd dat de democraten, toen ze in 1994 toetraden tot het eerste paarse kabinet en het ministerie van Volksgezondheid kregen toebedeeld, bij Borst aanklopten. Volgens het boek moest partijleider Hans van Mierlo wel flink wat moeite doen om haar over te halen om minister te worden, want een politieke carrière stond zeker niet bovenaan het verlanglijstje van Borst. Ze zou altijd een zekere weerzin houden tegen het politieke spel.

Als minister toonde Borst zich echter plichtsgetrouw. Ze werkte hard en veel. Uitvoerig komen diverse van haar successen aan de orde, zoals het antirookbeleid en de opzet van een donorregistratie. Haar pogingen de zorgkosten te beperken blijven evenmin ongenoemd.

Meisje

Na Paars I trad Van Mierlo terug. D66 moest dus op zoek naar een andere lijsttrekker. Van Mierlo wilde zelf zijn opvolger zoeken. Hij benaderde Borst (nadat zijn eerste keus, minister van Economische Zaken Hans Wijers, geen zin bleek te hebben). Opnieuw moest hij zijn best doen haar over te halen, maar Borst zei uiteindelijk ‘ja’. Van Mierlo kon daarop zijn beroemde zinnetje uitspreken:

‘Het is een meisje geworden en we noemen haar Els.’

In de partij viel de keuze op haar niet zo goed. Een meerderheid van de leden had liever Kamerlid Thom de Graaf gezien. Eenmaal lijsttrekker kweet Borst zich niettemin naar behoren van haar taak. Dat D66 tien zetels verloor bij de verkiezingen van 1998 viel haar nauwelijks aan te rekenen, want dat de partij heel wat terrein zou kwijtraken stond wel vast. In de peilingen was haar achteruitgang kort daarvoor nog groter geweest.

Al vrijwel direct na de verkiezingen droeg Borst het partijleiderschap over aan De Graaf. Ze werd (nadat ze eerst als mede-informateur had gefunctioneerd) weer minister van Volksgezondheid.

Bordesscène van de ministers van het kabinet-Kok II, 3 augustus 1998. Els Borst links van premier Wim Kok.
Bordesscène van de ministers van het kabinet-Kok II, 3 augustus 1998. Els Borst links van premier Wim Kok. (CC0 – Rijksoverheid)
Haar tweede periode als minister was niet gemakkelijk. In de nasleep van de Bijlmerramp kwam er een motie van afkeuring tegen Borst in stemming. De minister zou te weinig aandacht hebben gehad voor de slachtoffers van deze ramp. De motie werd verworpen, maar kreeg wel steun van enkele Kamerleden van de coalitie.

‘Het is volbracht’

Een triomf daarentegen was de eerder genoemde euthanasiewet, ook al zorgde die wel voor politieke problemen. In een interview met NRC Handelsblad na het aannemen van deze wet zei Borst: ‘Het is volbracht’, de woorden die Jezus aan het kruis zou hebben gesproken. De verontwaardiging in het confessionele kamp in de Tweede Kamer was enorm. Leden van het CDA, de SGP en de RPF (later opgegaan in de ChristenUnie) dienden een motie van afkeuring in. Die kreeg evenwel alleen steun van de christelijke partijen, zodat de kwestie ‘met een sisser’ eindigde, zoals Beyens schrijft.

Els Borst. Een arts in de politiek
Els Borst. Een arts in de politiek
Over de medische en politieke activiteiten van Borst kom je in dit boek heel wat te weten, maar de vraag wat zij voor mens was blijft een beetje onderbelicht. Dat ze door haar medische achtergrond werd gezien als ‘de huisarts van Nederland’, zoals literatuurcriticus Kees Fens schreef, lijkt me niet onjuist. Maar eigenlijk is ze nooit als zodanig actief geweest. Borst was toch vooral een bestuurder. Wat haar daarbij precies dreef blijft nogal onduidelijk. Op diverse plekken in het boek wordt ze nuchter en pragmatisch genoemd, maar ook nogal afstandelijk. ‘Slechts een enkeling – doorgaans vrouwen – kreeg hier en daar een glimp van Borsts privéleven of persoonlijke ervaringen te zien,’ schrijft Beyens. Veel meer dan een glimp daarvan biedt deze biografie ook niet.

Boek: Els Borst. Een arts in de politiek

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

×