Stichting Russisch Ereveld heeft afgelopen weekend een blikken doosje ontvangen, dat eigendom was van een van de 101 krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Kamp Amersfoort zijn vermoord. Het is vandaag precies 75 jaar geleden dat de krijgsgevangenen in Kamp Amersfoort aankwamen.
Van de krijgsgevangenen stierven er 24 binnen enkele maanden door honger, ziekte en mishandeling. De overige 77 werden op 9 april 1942 in Amersfoort gefusilleerd, de op één na grootste massa-executie in Nederland tijdens de oorlog. Ze liggen anoniem begraven op het Russisch Ereveld. Vrijwel alle sporen van deze 101 Sovjetsoldaten – waarschijnlijk betreft het Oezbeken – zijn uitgewist. Remco Reiding, secretaris van Stichting Russisch Ereveld:
“Des te opmerkelijker is het dat dit weekeinde, bijna 75 jaar na hun komst, bekend is geworden dat er toch nog een Oezbeken-doosje blijkt te zijn.”
Reiding kreeg het doosje zaterdag uit handen van Marianne Aukes-Paalvast. Haar grootvader kreeg het als gevangene van Kamp Amersfoort in 1941 van één van de ‘Russen’, zoals de Oezbeken werden genoemd. Al die tijd is het doosje met het Russische opschrift in haar familie geweest. Reiding over de gift:
“Voor ons is dit een groot geschenk. Dit is de eerste tastbare herinnering aan deze bijzondere groep oorlogsslachtoffers.”