Tegen het einde van de dertiende eeuw was de Franse Capetingische dynastie met Filips IV (1268-1314) op het hoogtepunt van haar macht. De eigengereidheid en machinaties van de Franse vorst luidden echter tegelijkertijd ook het verval in van het Huis Capet. Het relaas:
De vroege jaren

Filips’ permanente zoektocht naar inkomsten
De steeds groter wordende militaire uitgaven ten gevolge van de aanhoudende oorlog met Engeland en het conflict met Vlaanderen, maakte dat Filips voortdurend op zoek was naar nieuwe inkomsten voor de schatkist. De torenhoge belastingen die hij oplegde en de opeenvolgende muntdevaluaties waren echter niet voldoende om het tij te doen keren. Toen hij ook nog de kerkelijke inkomsten wilde belasten, botste hij op het veto van paus Bonifatius VIII (1235-1303). Met de bul “Clericis Laicos” (1296) dreigde de paus ermee om iedereen die zich kerkopbrengsten zou toe-eigenen te excommuniceren. Filips zag dit als een regelrechte provocatie en verbood prompt de Franse clerus de kerkelijke tienden nog langer aan Rome over te maken.
Aan het geschil leek een einde te komen toen Bonifatius het jaar daarop Filips’ grootvader, Lodewijk IX, heilig verklaarde. Wanneer enige tijd later Filips de bisschop van Pamiers liet arresteren omdat deze door Bonifatius was benoemd zonder zijn instemming, barstte het conflict opnieuw in alle hevigheid los. De paus reageerde met de bul “Unam Sanctam” (1302) waarbij hij Filips er op niet mis te verstane wijze aan herinnerde dat het pauselijk gezag boven de wereldlijke macht stond en het dus aan de Heilige Stoel toekwam prelaten en geestelijken te benoemen. Het dispuut escaleerde verder toen Filips de paus beschuldigde van simonie1 en ketterij waarop Bonifatius de Franse koning excommuniceerde. Toen Filips de paus liet gijzelen in zijn eigen paleis van zijn geboortestad in Anagni, ontspoorde de machtsstrijd tussen beiden pas echt.
Korte tijd hierna kwam Bonifatius echter te overlijden en zijn opvolger Benedictus XI maakte de ban van Filips ongedaan. Benedictus stierf evenwel al na amper acht maanden pontificaat en Filips wist met allerlei intriges de hem gunstig gezinde Franse aartsbisschop Bertrand de Gouth onder de naam Clemens V (1264-1314) tot paus te laten verkiezen. Hij kon de nieuwe paus overtuigen residentie te houden in Avignon wat meteen het begin inluidde van wat later in de geschiedenisboeken zou omschreven worden als de “Babylonische ballingschap der pausen”.

De dubbele begrafenis van Filips en het einde van het Huis Capet
Filips IV kwam enkele weken na een zware val van zijn paard op negenentwintig november 1314 in het kasteel van Fontainebleau te overlijden. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de basiliek van Saint-Denis terwijl zijn hart en ingewanden in afzonderlijke urnen werden ondergebracht in de Dominicanenpriorij van Poissy.
In 1328 hield het Capetingische vorstenhuis op te bestaan toen geen van de drie zonen van Filips IV nog levende mannelijke nakomelingen had. De troon ging hierna over op Filips VI van het Huis Valois.
Boek: De geschiedenis van Frankrijk in een notendop
Noten ▼
2 – Blasfemie is het kwaadspreken of bespotten van God als opperwezen dat als een zwaar vergrijp wordt aanzien.