Tijdens kabinetsformaties komen ze allebei voorbij: de formateur en de informateur. En dan hebben we soms ook nog een zogeheten verkenner. Wat is het verschil en wat doen deze drie personen eigenlijk?
Na Tweede Kamer-verkiezingen moet altijd een nieuw kabinet worden geformeerd. Doordat er zetels in de Kamer zijn verschoven, komt het vaak voor dat het voorgaande kabinet geen meerderheid meer heeft in de Kamer. De leiders van de verschillende partijen moeten dan dus met elkaar gaan praten om te kijken of ze gezamenlijk een meerderheidskabinet kunnen vormen. In Nederland komt het namelijk nooit voor dat één partij een absolute meerderheid in de Tweede Kamer heeft en dus in zijn eentje een kabinet kan gaan vormen. Er zijn altijd meerdere partijen nodig, soms wel drie of vier.
Verkenner
Afgesproken is dat de Tweede Kamer binnen een week na de verkiezingen bij elkaar komt om de verkiezingsuitslag met elkaar te bespreken. Omdat niet altijd gelijk duidelijk is welke partijen logischerwijs een kabinet met elkaar moeten gaan vormen, besluit de Kamer soms eerst een verkenningsronde uit te laten voeren. Een speciaal hiervoor aangewezen verkenner gaat dan in gesprek met de fractievoorzitters van alle partijen om zo een beeld te krijgen van alle coalitiemogelijkheden. De verkenner vraagt de fractieleiders bijvoorbeeld of er partijen zijn met wie ze écht niet willen samenwerken, of andersom: of er partijen zijn zonder wie ze niet willen toetreden tot een kabinet. Na deze gespreksronde schrijft de verkenner een verslag, dat vervolgens toegelicht wordt tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Informateur
Na het debat over het verslag van de verkenner wijst de Tweede Kamer een informateur aan. Meestal draagt de grootste partij (vaak ook de grootste winnaar van de verkiezingen) zelf een kandidaat voor. De belangrijkste taak van de informateur is om te onderzoeken of er een specifieke coalitie gevormd kan worden. Het verslag van de verkenner vormt hiervoor logischerwijs het uitgangspunt. De Tweede Kamer formuleert een duidelijke opdracht waarmee de informateur aan de slag kan. Als de informateur klaar is met zijn of haar onderzoek, brengt deze weer verslag uit aan de Kamer. Wanneer de gesprekken positief zijn verlopen en er blijkt inderdaad een coalitie te kunnen worden gevormd, breekt weer een nieuwe fase aan.
Formateur
Nu duidelijk is welke partijen met elkaar een nieuwe regering willen vormen, moeten deze nog met elkaar in gesprek zodat een zogeheten regeerakkoord kan worden geschreven. Hierin legt de nieuwe regering de plannen voor de komende regeerperiode vast. Meestal wordt dit regeerakkoord voorgelegd aan de coalitiefracties, zodat de nieuwe regering zich tijdens de aankomende kabinetsperiode verzekerd weet van hun steun.
Dit laatste proces, waarin de plannen de toekomst dus centraal staan, wordt normaal gesproken altijd begeleid door de minister-president. Deze staat dan bekend als de formateur. Hij (of zij) komt na afronding van het proces ook naar de Tweede Kamer. Daar leest hij dan de zogeheten regeringsverklaring voor en stelt het nieuwe kabinet voor. In deze laatste fase praten de deelnemende partijen dus niet alleen over de inhoud. Het gaat ook over de poppetjes. Welke partij krijgt welke ministersposten? En welke personen worden er precies minister? Vanzelfsprekend azen de verschillende partijen allemaal op mooie posten, zodat ze zich de jaren hierna goed kunnen profileren op voor hen belangrijke politieke onderwerpen.
Korte video: Hoe vorm je een kabinet
Koning(in) en de Tweede Kamer
Vroeger zagen kabinetsformaties er wat anders uit. Tot enkele jaren decennia geleden speelde het Nederlandse staatshoofd bijvoorbeeld nog een belangrijke rol in het proces. De koning(in) ontving na de verkiezingen altijd alle partijleiders, wees informateurs aan en begeleidde uiteindelijk het gehele formatieproces. Bij sommige partijen leefde onvrede over deze gang van zaken, vooral omdat niet altijd duidelijk was welke rol en invloed het staatshoofd precies had gespeeld. Volgens verschillende staatsrechtgeleerden drukte bijvoorbeeld koningin Beatrix soms een groot stempel op de formatie. Omdat dat allemaal niet openbaar was, werd wel gesproken van het “geheim van Noordeinde” of, ten tijde van koningin Juliana, “het geheim van Soestdijk.”
In 1971 werd de zogeheten motie-Kolfschoten aangenomen. Deze moest de rol van de Koning in de kabinetsformatie kleiner maken en die van de Tweede Kamer juist groter. Een groot succes werd dit niet. Pas in 2012 nam de Kamer de regie echt in handen. Sinds die tijd speelt de koning(in) geen rol meer bij kabinetsformaties. De bewindslieden van het nieuwe kabinet worden nog wel door de koning beëdigd.
Een extraparlementair kabinet – Hoe werkt dat?
Naar het belang van het staatshoofd bij formaties blijft het gissen
Bronnen â–¼
-https://www.ru.nl/cpg/onderzoek/lopend-onderzoek/columns/vijftig-jaar-geleden-motie-kolfschoten/
-https://www.parool.nl/nieuws/koning-in-speelt-voortaan-geen-rol-meer-bij-formatie~ba3be5ae/
-https://www.parlement.com/