Dark
Light

Een extraparlementair kabinet – Hoe werkt dat?

Auteur:
3 minuten leestijd
Trêveszaal, de vergaderzaal van de ministerraad
Trêveszaal, de vergaderzaal van de ministerraad (Google Street View)

In Nederland worden doorgaans meerderheidskabinetten gevormd. Hierbij steunt het kabinet op een zogeheten parlementaire meerderheid. Dit wil zeggen dat de partijen die in de regering zitten, gezamenlijk een meerderheid hebben in de Tweede Kamer. Dit maakt een kabinet in potentie slagvaardig. Om plannen door te voeren hoeft men dan vaak alleen nog maar te overleggen met de eigen coalitiepartijen. Bij een extraparlementair kabinet werkt dat anders. Hoe ziet zo’n kabinet eruit?

In ons land komt men tijdens formaties niet vaak tot de vorming van een extraparlementair kabinet. Een dergelijk kabinet werkt niet met een dichtgetimmerd regeerakkoord, maar heeft een veel beknopter regeringsprogramma waarin het voorgenomen beleid van het kabinet slechts op hoofdlijnen wordt geschetst. De partijen die deelnemen aan een dit kabinet leggen, anders bij een regulier kabinet, dus niet exact vast wat er allemaal precies gaat gebeuren. Op parlement.com lezen we het volgende over het extraparlementair kabinet:

“De Tweede Kamerfracties kunnen eventueel wel bij de formatie betrokken zijn, bijvoorbeeld omdat fractievoorzitters met elkaar overleggen, maar dat hoeft niet. Als fracties bij de formatie betrokken zijn, nemen zij een afwachtende houding aan, maar zij zullen bij het aantreden van een kabinet geen steun geven aan een motie van wantrouwen.”

Doorkijk naar de plenaire zaal van de Tweede Kamer (CC BY-SA 2.0 - risastla - wiki)
Doorkijk naar de plenaire zaal van de Tweede Kamer (CC BY-SA 2.0 – risastla – wiki)
Omdat niet alles op voorhand is vastgelegd, moet het kabinet in deze vorm in de Tweede Kamer op zoek gaan naar meerderheden, die per kwestie dus kunnen wisselen.

De ministers van een extraparlementair kabinet kunnen van veel verschillende partijen komen. Ook is het eventueel mogelijk om bewindspersonen te benoemen die helemaal niet gebonden zijn aan een politieke partij. Als vrijwel alle ministers van buiten de politiek komen, spreekt men van een extraparlementair zakenkabinet.

Het kabinet-Cort van der Linden (1913-1918) werd door de toenmalige minister-president beschouwd als een extraparlementair minderheidskabinet. Het kabinet-Den Uyl (1973-1977) was deels extraparlementair. De partijen PvdA en D66 verbonden zich aan dit kabinet. De andere fracties waaruit het kabinet bestond (PPR, ARP en KVP) stemden alleen in met de deelname van hun ministers. Ze committeerden zich echter niet op voorhand aan het regeerprogramma. Ze verklaarden bij de presentatie van nieuwe kabinetsplannen slechts een houding van ‘welwillende afwachting’ aan te nemen. De partijen beloofden het kabinet dus niet op voorhand te blokkeren.

Voor- en tegenstanders

Tegenstanders van een extraparlementair kabinet vragen zich soms af hoe democratisch deze kabinetsvorm eigenlijk is, bijvoorbeeld omdat de afstand tussen de ministers en de personen op wie de kiezers hebben gestemd nog wat groter wordt. De band van de ministers met hun partij in de Kamer is immers een stuk losser dan in een regulier kabinet.

Er zijn echter ook mensen die juist voordelen zien en een extraparlementair democratischer vinden omdat Kamerleden in potentie meer macht zouden hebben en het beleid makkelijker kunnen bijsturen. Voor politieke partijen die ministers leverden kan het inderdaad minder ingewikkeld zijn om in de Kamer tegen een kabinetsvoorstel te stemmen, omdat dit dan niet gelijk hoeft te leiden tot een kabinetscrisis. De Nijmeegse hoogleraar parlementaire geschiedenis Carla van Baalen ziet ook voordelen. Tegenover het Financieel Dagblad zegt zij tijdens de kabinetsformatie van 2021:

“Een extraparlementair kabinet is heel dualistisch. Er zijn geen dichtgetimmerde regeerakkoorden, geen coalitieoverleggen.”

Terug in de tijd

Dirk Jan de Geer. Minister-president van 1926 tot 1929 en van 1939 tot 1940
Dirk Jan de Geer. Minister-president van 1926 tot 1929 en van 1939 tot 1940
Oud minister-president Dirk Jan de Geer was een voorstander van deze kabinetsvorm. In een interview met de krant Het Vaderland zei hij daarover in 1928 het volgende:

“Indien een parlementair kabinet zich vooraf gaat verzekeren van de steun van verschillende fracties op een bepaald program, (…) dan is dit feitelijk een ontaarding van het parlementair kabinet. Zo wordt over belangrijke punten van staatsbelang beslist voordat het publieke licht daarover geschenen heeft. (…) Een kabinet moet en mag niet de mandataris van enige fracties zijn wier wil het moet uitvoeren.” – Het Vaderland, 1928

Vijftien jaar eerder stond De Geer, tijdens een rede bij de start van het kabinet-Cort van der Linden, ook stil bij de twee kabinetsvarianten:

“Het verschil tussen een een parlementair en een extraparlementair kabinet is, dat het eerste zijn steun zoekt bij een vaste meerderheid in de kamer, terwijl het laatste geen bezwaar heeft voor de verschillende onderwerpen telkens wisselende meerderheden te zoeken. Wat de Engelsen noemen een ‘working majority’ ontbreekt bij het extraparlementair kabinet; haar aanwezigheid is het kenmerk van een parlementair systeem.” – 1913

Bronnen

-https://www.parlement.com/id/vh8lnhrogvv6/regeerakkoord_en_regeringsprogramma
-https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2399583-extraparlementair-kabinet-steeds-serieuzere-optie-maar-wat-is-het
-https://fd.nl/politiek/1414152/remkes-stuurt-aan-op-extraparlementair-kabinet-nu-andere-opties-zijn-uitgeput-k2i1ca3xuYTI
-https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vli5ai7x6shm/nieuws/extraparlementair_kabinet_als_uitweg
-Een eenzaam staatsman: Dirk de Geer (1870-1960) – Meindert van der Kaaij (Verloren, 2012) p.235
×