Friedrich Guggenberger was tijdens de Tweede Wereldoorlog één van de meest succesvolle U-Bootcommandanten van de Duitse Kriegsmarine. Na de oorlog schopte hij het bij de Bundesmarine tot vice-admiraal en hij bekleedde jarenlang een hoge functie binnen de NAVO. Het verhaal:
Begin militaire carrière
Friedrich Guggenberger werd op 6 maart 1915 geboren te München in de huidige Duitse deelstaat Beieren. In 1934 begon hij op negentienjarige leeftijd aan een opleiding als kandidaat marineofficier bij wat toen nog de “Reichsmarine” heette. Drie jaar later werd hij benoemd tot “Leutnant zur See”. Begin oktober 1939, nauwelijks een maand nadat Hitler Polen binnenviel en daarmee het begin van de Tweede Wereldoorlog inluidde, werd Guggenberger overgeplaatst naar het U-Bootwapen. Zijn eerste ervaringen als onderzeebootofficier deed hij op aan boord van de U-28 onder het bevel van “Korvettenkapitän” Günter Kuhnke (1912-1990) die hem de knepen van het vak leerde. Eind april 1941 kreeg Guggenberger het commando toevertrouwd over de U-81, de onderzeeër waarmee hij zich een heldenstatus zou aanmeten.
De ondergang van de HMS Ark Royal
In de nazomer van 1941 kreeg Guggenberger de opdracht om met de U-81 vanuit de Franse havenstad Brest koers te zetten naar de Middellandse Zee en daar met het “29ste Unterseebootflottille” de maritieme bevoorradingslijnen vanuit Italië naar Rommels Afrika Korps te beveiligen. Op 13 november 1941 spotte Guggenberger ter hoogte van Gibraltar het Britse vliegdekschip HMS Ark Royal en wist het met één enkele torpedo midscheeps net onder de waterlijn te raken. Het schip maakte al vlug hevig slagzij en zonk de volgende dag samen met verscheidene “Fairey Swordfish” torpedobommenwerpers die door het overhellen van het vliegdekschip niet hadden kunnen opstijgen. Enkele weken later voer de U-81 triomfantelijk zijn thuishaven binnen en kreeg Guggenberger van Hitler het Ridderkruis uitgereikt. Guggenberger zou uiteindelijk van april 1941 tot juli 1943 zeventien schepen kelderen, samen goed voor meer dan 66.000 bruto registerton.
De laatste patrouille
Op 15 mei 1943 kreeg Guggenberger het bevel toegewezen over de U-513. Drie dagen later vertrok hij vanuit de onderzeebootbasis van Lorient naar de kust van Brazilië. Daar wist hij al vlug opnieuw vier schepen tot zinken te brengen, maar de negentiende juli 1943 liep het mis. Die dag merkte een Amerikaans patrouillevliegtuig de U-513 op en bestookte de onderzeeër met dieptebommen. De aanval kostte aan het merendeel van de bemanning het leven. Enkel Guggenberger samen met zeven anderen overleefden de beschieting en werden na een dag rondgedobberd te hebben op een reddingsvlot opgepikt door de USS Barmegat. Het was het begin van een lange detentie als krijgsgevangene.
In Amerikaans gevangenschap
Na eerst korte tijd ondergebracht te zijn in een transitkamp voor krijgsgevangenen nabij Fairfax in de staat Virginia werd Guggenberger overgeplaatst naar Crossville, Tennessee en vervolgens naar Papage Park Camp in Phoenix, Arizona. Daar ondernam hij begin februari 1944 een eerste ontsnappingspoging maar werd al vlug opgepakt. Enkele maanden later, in de nacht van 23 op 24 december 1944, ontsnapte hij voor de tweede maal, deze keer samen met vijfentwintig andere marineofficieren. Het was tot dan toe de grootste ontsnapping van krijgsgevangenen op Amerikaanse bodem en ging de geschiedenis in als de “Great Papage Escape”. Bijna slaagde Guggenberger erin Mexico te bereiken maar werd als één der laatste voortvluchtigen alsnog ingerekend waarna hij de laatste oorlogsmaanden doorbracht in een interneringskamp nabij New York.
Guggenbergers verdere carrière
Na de oorlog werd Guggenberger op transport gezet naar Duitsland waar hij in een Brits gevangenkamp werd vastgehouden alvorens in augustus 1946 vrijgelaten te worden. Hij ging enige tijd aan de slag als architect maar trad in 1956 opnieuw in dienst bij de Bundesmarine. Nadat hij afgestudeerd was aan het “U.S. Naval War College” in Newport Rhode Island, werd hij als vice-admiraal aangesteld als “Deputy Chief of Staff” bij het NAVO hoofdkwartier van AFNORTH (het acroniem voor “Allied Forces Northern Europe”). Op 31 oktober 1972 besloot Guggenberger definitief een punt te zetten achter zijn militaire carrière en ging met pensioen.
Een fatale wandeling
De dertiende mei 1988 verliet de toen 73-jarige Guggenberger die al enige tijd aan de ziekte van Alzheimer leed zijn woonst in Erlenbach am Main voor een wandeling in de bosrijke omgeving van de stad, iets wat hij wel vaker deed. Toen hij echter ‘s avonds niet thuis kwam organiseerden zijn familie en buren onmiddellijk een zoekactie, echter zonder succes. Ook de daaropvolgende dagen werd vruchteloos naar hem gezocht. Pas twee jaar later werden Guggenbergers stoffelijke resten teruggevonden in een bos. De precieze omstandigheden van zijn dood blijven tot op de dag van vandaag nog altijd onduidelijk.